Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 26 juni 2015, nr. 659348 tot wijziging van de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus in verband met de overdracht van wettelijke taken met betrekking tot de bekwaamheid van beveiligers naar de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en de verhoging van enkele leges

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 4, zevende lid, 7, zesde lid, en 8, eerste en tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘en de Stichting Ecabo’.

2. In het tweede lid wordt ‘indien betrokkene door middel van een verklaring van de Stichting Ecabo kan aantonen, dat hij in de periode waarop de aanvraag betrekking heeft, de praktijkopleiding voor het diploma Beveiliger van de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties en de Stichting Ecabo volgt.’ vervangen door: indien betrokkene door middel van een verklaring van de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties kan aantonen dat hij de praktijkopleiding voor het diploma Beveiliger volgt.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Op de uitvoering van de praktijkopleiding wordt toezicht uitgeoefend door de Stichting eX:plain. Leerbedrijven zijn aan de Stichting eX:plain een bedrag verschuldigd voor de uitoefening van dit toezicht. De hoogte van dit bedrag wordt jaarlijks door de Stichting Opleidingsfonds Beveiligingsbranche (SOBB) vastgesteld, na overleg met de Stichting eX:plain.

B

In artikel 9, eerste lid vervalt ‘en Stichting Ecabo’.

C

In artikel 7a, eerste lid, artikel 9, eerste en derde lid, artikel 10, eerste en derde lid, artikel 11a en in artikel 23o, eerste lid vervalt telkens ‘en de Stichting Ecabo’.

D

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt ‘€ 492,–‘ vervangen door: € 600,–.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. De vergoeding van kosten, bedoeld in artikel 7, zesde lid, van de wet, bedraagt voor:

het verlenen van toestemming als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de wet: € 92,–.

het verlenen van toestemming als bedoeld in artikel 7, tweede en derde lid, van de wet: € 60,–.

Deze kosten worden voldaan aan de korpschef, commandant of de minister die op grond van artikel 7, eerste, tweede of derde lid, van de wet bevoegd is tot het verlenen van toestemming.

ARTIKEL II

De onderdelen A tot en met C van deze regeling treden in werking met ingang van 1 augustus 2015.

Onderdeel D van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 juni 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

TOELICHTING

Algemeen

Met de Wet van 16 april 2015 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) worden de huidige zeventien kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven opgeheven en ondergebracht bij de Stichting samenwerking beroepsonderwijs bedrijfsleven (Stichting SSB).

De taak van deze stichting is het maken van landelijke afspraken over kwalificatiedossiers, exameneisen, doelmatigheid van de organisaties en beroepspraktijkvorming (stages). SBB wordt ook verantwoordelijk voor de erkenning, registratie en kwaliteitszorg van leerbedrijven voor Beveiliger. Daarmee vervallen de tot 1 augustus 2015 geldende aanvullende rol en taken voor de Stichting Ecabo in diverse bepalingen in de Regeling particuliere beveiligings- en recherchebureaus (Rpbr). Daarop heeft deze wijziging betrekking.

Daarnaast worden enkele tarieven voor de vergoeding van kosten voor het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wprb) en voor een toestemming als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wpbr verhoogd.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Artikel 5, eerste lid

In artikel 5 wordt op verschillende plaatsen de Stichting Ecabo genoemd. In het eerste lid vervalt de voorwaarde dat een beveiligingsorganisatie uitsluitend een persoon met beveiligingswerkzaamheden belast, indien deze in het bezit is van een op zijn naam gesteld diploma Beveiliger van de Stichting Ecabo. Dat diploma dient van de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties te zijn.

Artikel 5, tweede lid

Ook in het tweede lid vervalt de rol van de stichting Ecabo. Daarin is bepaald dat de eis zoals genoemd in het eerste lid niet geldt voor de opleidingsduur van twaalf maanden en betrokkene door middel van een verklaring van de Stichting Ecabo kan aantonen dat hij in de periode waarop de aanvraag betrekking heeft, de praktijkopleiding voor het diploma Beveiliger van de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties en de Stichting Ecabo volgt.

Voortaan dient deze verklaring te worden afgegeven door de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties.

Artikel 5, derde lid

Het aanvullende toezicht op de uitvoering van de praktijkopleiding wordt in het vervolg uitgeoefend door de Stichting eX:plain en niet meer door de Stichting Ecabo. Aan de Stichting eX:plain zijn leerbedrijven een bedrag verschuldigd voor het aanvullende toezicht.

Artikel I, onderdelen B en C

Bij de opleidingseisen in de in onderdelen B en C genoemde artikelen vervalt telkens de eis dat de betreffende beveiligingsmedewerker in bezit is van een diploma of certificaat dat mede is afgegeven door de Stichting Ecabo. Het betreffende diploma of certificaat wordt in de genoemde artikelen in het vervolg alleen door de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties afgegeven.

Artikel I, onderdeel D

Artikel 24 eerste en derde lid

De vergoeding van de kosten van de verlening of verlenging van vergunningen voor beveiligingsbedrijven en recherchebureaus zal worden verhoogd van € 492 naar € 600.

De vergoeding van de kosten voor toestemming voor leidinggevenden wordt verhoogd van € 60 naar € 92.

Deze tarieven worden verhoogd, omdat de uitvoeringskosten bij Justis voor de vergunningverlening hoger liggen dan de bestaande tarieven. Bij het bepalen van de hoogte van de kostenvergoedingen wordt aansluiting gezocht bij de werkelijke uitvoeringskosten. Beide verhoogde bedragen liggen nog onder de uitvoeringskosten bij Justis.

’s-Gravenhage, 26 juni 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven