De Minister van Veiligheid en Justitie,
Gelet op de artikelen 4, zevende lid, 7, zesde lid, en 8, eerste en tweede lid, van
de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt ‘en de Stichting Ecabo’.
2. In het tweede lid wordt ‘indien betrokkene door middel van een verklaring van de
Stichting Ecabo kan aantonen, dat hij in de periode waarop de aanvraag betrekking
heeft, de praktijkopleiding voor het diploma Beveiliger van de Stichting Vakexamens
voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties en de Stichting Ecabo volgt.’ vervangen
door: indien betrokkene door middel van een verklaring van de Stichting Vakexamens
voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties kan aantonen dat hij de praktijkopleiding
voor het diploma Beveiliger volgt.
3. Het derde lid komt te luiden:
-
3. Op de uitvoering van de praktijkopleiding wordt toezicht uitgeoefend door de Stichting
eX:plain. Leerbedrijven zijn aan de Stichting eX:plain een bedrag verschuldigd voor
de uitoefening van dit toezicht. De hoogte van dit bedrag wordt jaarlijks door de
Stichting Opleidingsfonds Beveiligingsbranche (SOBB) vastgesteld, na overleg met de
Stichting eX:plain.
B
In artikel 9, eerste lid vervalt ‘en Stichting Ecabo’.
C
In artikel 7a, eerste lid, artikel 9, eerste en derde lid, artikel 10, eerste en derde
lid, artikel 11a en in artikel 23o, eerste lid vervalt telkens ‘en de Stichting Ecabo’.
D
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt ‘€ 492,–‘ vervangen door: € 600,–.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. De vergoeding van kosten, bedoeld in artikel 7, zesde lid, van de wet, bedraagt voor:
het verlenen van toestemming als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de wet: € 92,–.
het verlenen van toestemming als bedoeld in artikel 7, tweede en derde lid, van de
wet: € 60,–.
Deze kosten worden voldaan aan de korpschef, commandant of de minister die op grond
van artikel 7, eerste, tweede of derde lid, van de wet bevoegd is tot het verlenen
van toestemming.
ARTIKEL II
De onderdelen A tot en met C van deze regeling treden in werking met ingang van 1 augustus
2015.
Onderdeel D van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2015.
’s-Gravenhage, 26 juni 2015
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur
TOELICHTING
Algemeen
Met de Wet van 16 april 2015 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs
(WEB) worden de huidige zeventien kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven opgeheven
en ondergebracht bij de Stichting samenwerking beroepsonderwijs bedrijfsleven (Stichting
SSB).
De taak van deze stichting is het maken van landelijke afspraken over kwalificatiedossiers,
exameneisen, doelmatigheid van de organisaties en beroepspraktijkvorming (stages). SBB wordt
ook verantwoordelijk voor de erkenning, registratie en kwaliteitszorg van leerbedrijven
voor Beveiliger. Daarmee vervallen de tot 1 augustus 2015 geldende aanvullende rol
en taken voor de Stichting Ecabo in diverse bepalingen in de Regeling particuliere
beveiligings- en recherchebureaus (Rpbr). Daarop heeft deze wijziging betrekking.
Daarnaast worden enkele tarieven voor de vergoeding van kosten voor het verlenen van
een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wet particuliere
beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wprb) en voor een toestemming als bedoeld
in artikel 7, eerste lid, van de Wpbr verhoogd.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Artikel 5, eerste lid
In artikel 5 wordt op verschillende plaatsen de Stichting Ecabo genoemd. In het eerste
lid vervalt de voorwaarde dat een beveiligingsorganisatie uitsluitend een persoon
met beveiligingswerkzaamheden belast, indien deze in het bezit is van een op zijn
naam gesteld diploma Beveiliger van de Stichting Ecabo. Dat diploma dient van de Stichting
Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties te zijn.
Artikel 5, tweede lid
Ook in het tweede lid vervalt de rol van de stichting Ecabo. Daarin is bepaald dat
de eis zoals genoemd in het eerste lid niet geldt voor de opleidingsduur van twaalf
maanden en betrokkene door middel van een verklaring van de Stichting Ecabo kan aantonen
dat hij in de periode waarop de aanvraag betrekking heeft, de praktijkopleiding voor
het diploma Beveiliger van de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties
en de Stichting Ecabo volgt.
Voortaan dient deze verklaring te worden afgegeven door de Stichting Vakexamens voor
de Particuliere Beveiligingsorganisaties.
Artikel 5, derde lid
Het aanvullende toezicht op de uitvoering van de praktijkopleiding wordt in het vervolg
uitgeoefend door de Stichting eX:plain en niet meer door de Stichting Ecabo. Aan de
Stichting eX:plain zijn leerbedrijven een bedrag verschuldigd voor het aanvullende
toezicht.
Artikel I, onderdelen B en C
Bij de opleidingseisen in de in onderdelen B en C genoemde artikelen vervalt telkens
de eis dat de betreffende beveiligingsmedewerker in bezit is van een diploma of certificaat
dat mede is afgegeven door de Stichting Ecabo. Het betreffende diploma of certificaat
wordt in de genoemde artikelen in het vervolg alleen door de Stichting Vakexamens
voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties afgegeven.
Artikel I, onderdeel D
Artikel 24 eerste en derde lid
De vergoeding van de kosten van de verlening of verlenging van vergunningen voor beveiligingsbedrijven
en recherchebureaus zal worden verhoogd van € 492 naar € 600.
De vergoeding van de kosten voor toestemming voor leidinggevenden wordt verhoogd van
€ 60 naar € 92.
Deze tarieven worden verhoogd, omdat de uitvoeringskosten bij Justis voor de vergunningverlening
hoger liggen dan de bestaande tarieven. Bij het bepalen van de hoogte van de kostenvergoedingen
wordt aansluiting gezocht bij de werkelijke uitvoeringskosten. Beide verhoogde bedragen
liggen nog onder de uitvoeringskosten bij Justis.
’s-Gravenhage, 26 juni 2015
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur