Besluit van de raad van bestuur van het Fonds Podiumkunsten tot wijziging van de Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten

Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten,

Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 2 van het Algemeen Reglement Fonds Podiumkunsten

Besluit:

ARTIKEL I

De Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten wordt als volgt gewijzigd:

A.

In artikel 1.2. wordt ‘een subsidie voor het verlenen van een opdracht’ vervangen door: een subsidie doorstroom nieuwe maker (reprise grote zaal).

B.

Artikel 3.6. wordt als volgt gewijzigd:

1) Het tweede en derde lid worden vernummerd tot vierde en vijfde lid.

2) Na het eerste lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 2. Als een aanvraag mede betrekking heeft op een productie die overwegend zal worden uitgevoerd in zalen met meer dan 400 stoelen, dan kan voor die specifieke productie een aanvullend subsidie worden verstrekt tot maximaal 80% van de subsidiabele kosten. Het aanvullend subsidie wordt alleen definitief toegekend als de aanvrager kan aantonen dat de productie ten minste tien keer zal worden uitgevoerd in zalen met meer dan 400 stoelen. In alle andere gevallen wordt het aanvullend subsidie voorwaardelijk toegekend en dient de aanvrager uiterlijk een maand voor de eerste uitvoering van de productie, maar niet later dan twaalf maanden na de beschikkingsdatum aan de hand van schriftelijke bewijsstukken aan te tonen dat de productie ten minste tien keer zal worden uitgevoerd in zalen met meer dan 400 stoelen.

  • 3. Het bestuur kan besluiten een aanvraag die niet voldoet aan de vereisten uit het tweede lid te honoreren als de activiteiten een bijzondere bijdrage kunnen leveren aan het doel van deze subsidievorm.

C.

Paragraaf 4 komt te luiden:

Paragraaf 4: Subsidie doorstroom nieuwe maker (reprise grote zaal)

Artikel 4.1. Doel

Het bestuur verstrekt subsidies doorstroom nieuwe maker (reprise grote zaal) voor het hernemen van een eerder ontwikkelde productie die wordt uitgevoerd in de grote zaal om bij te dragen aan de ontwikkeling van nieuwe makers en aan de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten in Nederland.

Artikel 4.2. Aanvrager

Een subsidie doorstroom nieuwe maker (reprise grote zaal) kan uitsluitend worden aangevraagd door een instelling die primair gericht is op het zelf ontwikkelen en produceren van voorstellingen of concerten door professionele podiumkunstenaars of het presenteren daarvan.

Artikel 4.3. Subsidieaanvraag
  • 1. Een aanvraag heeft betrekking op de herneming van een eerder ontwikkelde productie die overwegend zal worden uitgevoerd in zalen met meer dan 400 stoelen.

  • 2. Een aanvrager kan per aanvraagronde maximaal 1 aanvraag indienen.

Artikel 4.4. Vereisten
  • 1. De aanvraag voor een subsidie doorstroom nieuwe maker (reprise grote zaal) kan alleen worden verstrekt als de verantwoordelijke maker of makers minimaal twee jaar actief zijn en meerdere producties hebben voortgebracht, maar nog geen productie hebben gemaakt die overwegend is uitgevoerd in zalen met meer dan 400 stoelen.

  • 2. Subsidie kan alleen worden verstrekt als de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd overwegend in Nederland plaatsvinden.

  • 3. Subsidie wordt niet verstrekt als het gevraagde subsidie niet in een redelijke verhouding staat tot het aantal te realiseren activiteiten of de te behalen eigen inkomsten. Hiervan is in elk geval sprake als niet minimaal 20% van de subsidiabele kosten worden gedekt door eigen inkomsten.

  • 4. Subsidie wordt alleen verstrekt als de aanvrager op het moment van het indienen van de aanvraag aan de hand van schriftelijke bewijsstukken kan aantonen dat de productie ten minste tien keer zal worden uitgevoerd in zalen met meer dan 400 stoelen.

  • 5. Het bestuur kan besluiten een aanvraag die niet voldoet aan het vereiste uit het vierde lid in behandeling te nemen als de activiteiten een bijzondere bijdrage kunnen leveren aan het doel van deze subsidievorm.

Artikel 4.5. Beoordeling

Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • a. motivering voor de herneming van de eerder ontwikkelde productie;

  • b. verwachte bijdrage aan de ontwikkeling van de maker of groep makers;

  • c. verwachte bijdrage aan de positionering van de maker of groep makers;

  • d. ondernemerschap.

Artikel 4.6. Hoogte subsidie
  • 1. Het subsidie bedraagt nooit meer dan 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2. Bij het bepalen van de subsidiabele kosten is het bepaalde in artikel 2.6 van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Het bestuur kan bepalen dat een subsidie doorstroom nieuwe maker (reprise grote zaal) nooit meer bedraagt dan een bepaald bedrag.

ARTIKEL II

Op subsidies voor het verlenen van een opdracht die reeds zijn toegekend, blijft van toepassing het bepaalde in paragraaf 4 van de Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten zoals die luidde op 30 juni 2015.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2015.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+, namens deze, H. Post, directeur / bestuurder

Vastgesteld in de vergadering van de Raad van Bestuur d.d. 8 juni 2015

TOELICHTING BIJ HET BESLUIT VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN HET FONDS PODIUMKUNSTEN TOT WIJZIGING VAN DE DEELREGELING PROJECTSUBSIDIES FONDS PODIUMKUNSTEN

Deze wijziging wijzigt de Deelregeling projectsubsidies Fonds.

Artikel I

B.

Een instelling kan aanspraak maken op een aanvullend bedrag aan subsidie indien er mede wordt aangevraagd voor een productie die overwegend zal worden uitgevoerd in zalen met meer dan 400 stoelen. Voor die specifieke productie kan een aanvullend subsidie worden verstrekt tot maximaal 80% van de subsidiabele kosten. Voor de overige activiteiten binnen het traject gelden de hierboven beschreven regels met betrekking tot de subsidiehoogte.

Het aanvullend subsidie wordt alleen definitief toegekend als de aanvrager kan aantonen dat de productie ten minste tien keer zal worden uitgevoerd in zalen met meer dan 400 stoelen. Dit moet de aanvrager doen aan de hand van schriftelijke bewijsstukken, zoals een contract of een schriftelijke toezegging. Indien de aanvrager dit nog niet kan aantonen op het moment van het indienen van de aanvraag wordt het aanvullend subsidie voorwaardelijk toegekend. De aanvrager moet vervolgens uiterlijk een maand voor de eerste uitvoering van de productie, maar niet later dan twaalf maanden na de beschikkingsdatum, alsnog de schriftelijke bewijsstukken overleggen.

C.

2C. Subsidie doorstroom nieuwe maker (reprise grote zaal)

algemeen

Subsidies doorstroom nieuwe maker (reprise grote zaal) worden verstrekt om bij te dragen aan de ontwikkeling van nieuwe makers en daarmee aan de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten in Nederland. Het Fonds wil nieuwe makers de kans geven om zich als maker te presenteren in het grotezalencircuit. Hiermee stimuleert het Fonds dat nieuwe makers zich kunnen ontwikkelen doordat zij ervaring opdoen met het produceren en verkopen voor grote zalen. Anderzijds beoogt het Fonds hiermee een bijdrage te leveren aan de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten in Nederland door te stimuleren dat het werk van nieuwe makers ook in het grotezalencircuit zal worden gepresenteerd.

wie kan aanvragen

Een subsidie doorstroom nieuwe maker (reprise grote zaal) kan worden aangevraagd door een aanvrager die zich primair bezighoudt met het zelf ontwikkelen en produceren van voorstellingen of concerten door professionele podiumkunstenaars of het presenteren daarvan. Hierbij valt te denken aan (muziek)theatergroepen, muziekensembles en dansgezelschappen. Daarnaast kunnen festival- en podiumorganisaties aanvragen indien zij zich richten op het realiseren van voorstellingen of concerten. Instellingen die een meerjarige subsidie van het Fonds Podiumkunsten ontvangen of van het ministerie van OCW kunnen ook een aanvraag indienen.

Aanvragen is alleen mogelijk als de aanvrager rechtspersoonlijkheid bezit.

waarvoor kan worden aangevraagd

Een subsidie doorstroom nieuwe maker (reprise grote zaal) kan worden aangevraagd voor het realiseren van voorstellingen of concerten in het kader van een eerder ontwikkelde productie die wordt hernomen. Het subsidie is bedoeld voor makers of een groep makers die zich met een bestaande productie willen presenteren in het grotezalencircuit. Met groep makers worden makers bedoeld die zich als collectief presenteren en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de voorstellingen of concerten die tot stand komen.

Om in aanmerking te komen voor subsidie mag de verantwoordelijke maker of groep makers niet eerder een productie hebben gemaakt voor de grote zaal. Onder grote zaal wordt in dit kader verstaan: zalen met meer dan 400 stoelen. Dit betekent dat een productie wel een enkele keer in de grote zaal mag zijn uitgevoerd, maar dat het merendeel van de uitvoeringen in kleinere zalen heeft plaatsgevonden.

De productie waarvoor wordt aangevraagd, zal overwegend moeten worden uitgevoerd binnen het grotezalencircuit. Het gaat dus om een herneming van een bestaande productie in het grotezalencircuit die oorspronkelijk was gemaakt voor de kleine- of middenzaal of als locatievoorstelling. Een instelling moet op het moment van het indienen van de aanvraag kunnen aantonen dat de productie ten minste tien keer zal worden uitgevoerd in de grote zaal. Dit moet de aanvrager doen aan de hand van schriftelijke bewijsstukken, zoals een contract of een schriftelijke toezegging.

Het subsidie is voor (1) personeelskosten, (2) voorbereidings- en uitvoeringskosten, (3) kosten voor marketing en publiciteit en (4) bureau- en huisvestingskosten.

Bij de personeelskosten moet de aard en de omvang van de dienstverbanden en contracten met freelancers redelijk zijn gelet op de inhoud en planning van het project.

Voorbereidingskosten zijn kosten die worden gemaakt om de productie opnieuw en voor het grotezalencircuit speelklaar of verkoopbaar te maken; inclusief de in de sector gangbare salarissen, honoraria of onkostenvergoedingen, pensioenkosten en de kosten van verloning. Uitvoeringskosten zijn kosten die gepaard gaan met het uitvoeren van de voorstellingen, de dagkosten.

De kosten voor marketing en publiciteit zijn alle kosten die samenhangen met publieksbereik en -ontwikkeling en de verspreiding van de resultaten van het plan. Het subsidie bedraagt nooit meer dan 50% van de subsidiabele kosten.

Voor zover de aanvrager voor de uitvoering van het project andere vormen van financiering in de begroting opneemt (coproducenten, fondsen, overheden of sponsoren), meldt hij dit in de aanvraag inclusief de stand van zaken op het moment van indienen.

hoe wordt de aanvraag beoordeeld

De subsidieaanvragen voor een subsidie doorstroom nieuwe maker (reprise grote zaal) worden in meerdere jaarlijkse subsidierondes behandeld. De bijbehorende indiendata worden bekend gemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

Alle aanvragen die aan de eisen voldoen, worden getoetst aan de volgende criteria:

  • a. motivering voor de herneming van de eerder ontwikkelde productie;

  • b. verwachte bijdrage aan de ontwikkeling van de maker of groep makers;

  • c. verwachte bijdrage aan de positionering van de maker of groep makers;

  • d. ondernemerschap.

Het Fonds Podiumkunsten vraagt over aanvragen voor een subsidie doorstroom nieuwe maker (reprise grote zaal) advies aan een adviescommissie met expertise op dit specifieke terrein. De commissie toetst aanvragen aan de criteria uit de regeling.

Voor de toets van criterium a wordt gekeken naar de motivering voor de herneming van de eerder ontwikkelde productie. Hierbij wordt gekeken naar de artistiek-inhoudelijke motivering voor de reprise, waaronder de ideeën over de (fysieke) geschiktheid voor de grote zaal. Er wordt ook gekeken waarom deze productie geschikt zou zijn voor een groter en mogelijk breder of ander publiek. Daarnaast wordt gekeken naar het moment waarop de reprise wordt uitgevoerd, waarbij een rol speelt hoe lang geleden de productie voor het eerst werd uitgevoerd en of die destijds positief werd ontvangen (belangstelling van het publiek).

Bij criterium b wordt beoordeeld in hoeverre de reprise zal bijdragen aan de ontwikkeling van de nieuwe maker(s). Er wordt gekeken naar de ontwikkeling die de maker beoogt te maken door het produceren van een reprise in de grote zaal. Hierbij staan centraal de leerdoelen van de maker op artistiek, zakelijk en persoonlijk vlak, waarbij ook wordt gekeken naar hoe de maker het geleerde denkt te gaan gebruiken voor toekomstige producties.

Bij criterium c wordt gekeken naar de verwachte bijdrage aan de positionering van de nieuwe maker(s). Het gaat hierbij om de vraag hoe de reprise in de grote zaal zal bijdragen aan de positie van de nieuwe maker. Hierbij wordt gekeken of de aanvraag een visie bevat op de positie die de maker in de toekomst wil innemen in het podiumkunstenlandschap en op welke wijze de reprise in het grotezalencircuit hieraan gaat bijdragen.

Bij criterium d staat het ondernemerschap centraal. Hierbij wordt gekeken naar de productionele kwaliteit van het plan: is aan alle productionele voorwaarden voldaan en is het plan realistisch? Daarnaast wordt gekeken of de aanvraag een overtuigende visie op publieksbereik en -ontwikkeling bevat. Ook is van belang dat de aanvraag blijk geeft van een strategie op het behalen van publieksinkomsten en andere inkomsten.

hoogte subsidie

De hoogte van het subsidie wordt door het bestuur van het Fonds Podiumkunsten bepaald. Uitgangspunt is steeds dat alleen kosten die redelijkerwijs toerekenbaar zijn aan het project voor subsidie in aanmerking komen. Kosten moeten verder ook aansluiten op wat gebruikelijk is in vergelijkbare gevallen.

Naar boven