gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 mei 2015, nr. 2015/25;
gelet op artikel 8, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
vast te stellen de wijziging van de Gemeenschappelijke regeling toezichthoudend orgaan openbaar primair onderwijs Olst-Wijhe en Raalte.
Artikel I De Gemeenschappelijke regeling toezichthoudend orgaan openbaar primair onderwijs Olst-Wijhe en Raalte wordt als volgt gewijzigd:
De aanhef komt te luiden:
“dat toezicht gewenst is op de uitoefening van de bevoegdheden van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs en als bedoeld in de statuten inzake “De Mare, stichting openbaar basisonderwijs Salland” van 10 december 2014
;”
A Artikel 1 komt te luiden:
” Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
de regeling: deze gemeenschappelijke regeling;
- b.
het gemeenschappelijk orgaan: het gemeenschappelijk orgaan in artikel 2 van de regeling;
- c.
het bestuur: het algemeen bestuur van het Toezichthoudend Orgaan;
- d.
de raden: de gemeenteraden die aan deze regeling deelnemen;
- e.
gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van de provincie Overijssel;
- f.
de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;
- g.
de Stichting: De Mare, stichting openbaar basisonderwijs Salland;
- h.
de scholen: de openbare scholen die de Stichting in standhoudt.”
B Artikel 2 komt te luiden:
“Artikel 2 Gemeenschappelijk orgaan
- 1.
Voor de uitvoering van deze regeling is een gemeenschappelijk orgaan ingesteld, genaamd “Toezichthoudend orgaan openbaar primair onderwijs Olst-Wijhe en Raalte”.
- 2.
Het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd te Wijhe.”
C Artikel 3 komt te luiden:
“Artikel 3 Doelstelling en belang
- 1.
Het gemeenschappelijk orgaan coördineert en oefent bevoegdheden van de raden uit als bedoeld in artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs, alsmede in de statuten van de Stichting gelet op het belang te voldoen aan de grondwettelijke plicht zorg te dragen voor voldoend openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen.
- 2.
De in het eerste lid van dit artikel genoemde bevoegdheden zijn:
- benoeming, schorsing en ontslag van de leden van de raad van toezicht van de stichting;
- inwinnen van inlichtingen en het voeren van besprekingen met het bestuur en de raad van toezicht van de stichting over de algemene gang van zaken binnen de Stichting;
- bespreken van de (meerjaren-)begroting en rekening van de stichting met het bestuur van de stichting;
- maatregelen te nemen die zij nodig acht om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen indien voor 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt de begroting van de stichting niet is goedgekeurd;
- goedkeuring van een statutenwijziging van de stichting;
- het doen van een voorstel aan de raden tot het treffen van maatregelen en zo nodig ontbinding van de stichting als er sprake is van ernstige taakverwaarlozing door het stichtingsbestuur of functioneren in strijd met de wet. Ontbinding geschiedt na overleg met het stichtingsbestuur. “
D Artikel 16 komt als volgt te luiden:
- 1.
Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.
- 2.
Het gemeenschappelijk orgaan stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient;
- 3.
Het gemeenschappelijk orgaan zendt de ontwerpbegroting acht weken voordat zij door het gemeenschappelijk orgaan wordt vastgesteld, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.
- 4.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het bestuur van het gemeenschappelijk orgaan hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het gemeenschappelijk orgaan wordt aangeboden.
- 5.
Nadat deze is vastgesteld, zendt het gemeenschappelijk orgaan de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen.
- 6.
Het gemeenschappelijk orgaan zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten.”
E Artikel 18 komt als volgt te luiden:
“Artikel 18 Rekening en verantwoording
- 1.
Het gemeenschappelijk orgaan stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.
- 2.
Het gemeenschappelijk orgaan zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten.”
F Artikel 19, lid 6 komt als volgt te luiden:
“6.Het bestuur zendt een besluit tot toetreding of uittreding aan gedeputeerde staten.”
G Artikel 20, lid 4 komt als volgt te luiden:
“4.Het gemeentebestuur van de plaats van vestiging zendt een wijziging van de regeling aan gedeputeerde staten.”
H Artikel 21, lid 4 komt als volgt te luiden:
“4.Het bestuur stelt het liquidatieplan vast, de raden gehoord.”
I Artikel 22 komt als volgt te luiden:
“Artikel 22 Inwerkingtreding
De besluiten tot wijziging of opheffing van deze regeling, de besluiten tot toetreding of uittreding treden in werking met ingang van de eerste dag van de maand na de dag van bekendmaking.”
De wijziging treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2015.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 1 juni 2015.