Staatscourant 2015, 1800

Verkeersbesluit

Eenheid Leefomgeving

Nr. 33415-2014

Onderwerp: Verkeersbesluit herinrichting Brink en Kloosterstraat

Burgemeester en wethouders van Assen:

hierbij het volgende overwegende:

Herinrichting Brink en Kloosterstraat

De Brink (van de Brinkstraat tot de Torenlaan) en Kloosterstraat (van de Torenlaan tot het Drents Museum) worden heringericht. Redenen hiervoor zijn:

• uitvoering van de door de gemeenteraad op 8 maart 2012 vastgestelde Visie Aantrekkelijke Binnenstad;
• groot onderhoud aan de verharding en de riolering;
• een autovrije en aantrekkelijke binnenstad.

De omgeving van de Brink wordt heringericht om de aantrekkelijkheid van de binnenstad te vergroten en meer bezoekers te trekken naar de voorzieningen rondom de Brink. In de Visie Aantrekkelijke Binnenstad is beschreven dat de Brink naar het historische ontwerp wordt heringericht. Het plantsoen wordt vergroot en het plein van de “Brinktrechter” wordt verbonden aan het plantsoen. Om de kwaliteit van het gebied te vergroten en de leefbaarheid voor bezoekers, voetgangers en fietsers te verbeteren, wordt het gebied opgenomen in de voetgangerszone van de binnenstad. De Brink wordt autovrij; alleen bevoorradingsverkeer krijgt toegang binnen venstertijden en bestuurders met een ontheffing.

De Brink, als verbinding tussen de Brinkstraat en Torenlaan, wordt autovrij. Parkeerplaatsen aan de Brink verdwijnen. Ten zuiden van de Rechtbank wordt een nieuw parkeerterrein aangelegd met 16 parkeerplaatsen, waarvan 2 gehandicaptenparkeerplaatsen. Om dit parkeerterrein te kunnen ontsluiten, wordt de Brinkstraat voor verkeer in twee richtingen opengesteld. De rijbaan van 6 meter mag in twee richtingen worden bereden; de fietsstroken verdwijnen; fietsers rijden gemengd met het overige verkeer op de rijbaan. Bij de Noordersingel blijft het eenrichtingsverkeer gehandhaafd.

De Brink blijft toegankelijk voor bevoorradingsverkeer, voor hulpdiensten, voertuigen met een ontheffing, fietsers en voetgangers. Het huidige regime van het voetgangersgebied is ook van toepassing voor de Brink. Voetgangers, fietsers en het overige verkeer delen de openbare ruimte volgens het principe van Shared Space. Er is geen duidelijke rijstrookindeling aangebracht. Bij de Singelpassage en de Kruisstraat wordt een bord “gesloten voor fietsers” geplaatst. In de Kruisstraat en Singelpassage mag niet gefietst worden. In het gebied van de Brink worden fietsenstallingen geplaatst. Hiermee wordt bewerkstelligd dat fietsen niet tegen winkelpuien geplaatst worden of tegen bomen. Het voetpad en fietspad voor het Drents Museum, tussen de Brinkstraat en de Kloosterstraat, krijgt de status van voetgangersgebied, waar met een onderbord wordt aangegeven dat het gebied bestemd is voor voetgangers en dat fietsen is toegestaan.

Bij de uitgifte van terrasvergunningen wordt ermee rekening gehouden dat er rondom het plantsoen een 4 meter brede strook beschikbaar blijft voor de bereikbaarheid van met name bevoorradingsverkeer, reiniging en hulpdiensten.

De Kloosterstraat blijft de verbinding tussen de Torenlaan en het Drents Museum. Er geldt eenrichtingsverkeer voor verkeer naar de Oostersingel. Langs de Kloosterstraat wordt een bushalte aangelegd en een gehandicaptenparkeerplaats.

Voor de toegankelijkheid van mensen met een fysieke beperking wordt de openbare ruimte vlak en zoveel mogelijk obstakelvrij gemaakt. De gevel en de trottoirband rondom het plantsoen vormen de geleiding voor slechtzienden en blinden. De openbare ruimte is ingericht voor alle gebruikers, waardoor specifieke voorzieningen niet nodig zijn.

Voor het economisch functioneren van de Brink en omgeving en in het belang van de bedrijven, blijft het aantal parkeerplaatsen in orde van grootte gehandhaafd. Drie parkeerplaatsen worden aangeduid en ingericht voor automobilisten met een gehandicaptenparkeerkaart.

Er is overleg gevoerd met en instemming verkregen van de klankbordgroep van de Brink. Tevens is overleg gevoerd met de betrokkenen, waaronder de aanwonenden, bedrijven, de Binnenstadsvereniging, de Fietsersbond en de Stichting Gehandicapten Platform Assen.

De maatregelen in dit besluit dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de binnenstad, het verlagen van de verkeersdruk en het verhogen van de verkeersveiligheid en leefbaarheid.

Maatregelen

De maatregelen genoemd in dit besluit hebben betrekking op de Brink (van de Brinkstraat tot de Torenlaan) en Kloosterstraat (van de Torenlaan tot het Drents Museum).

De volgende maatregelen worden genomen:

• Te verwijderen:

  • fietssymbolen (verkeerstekens op het wegdek);
  • onderbroken strepen (verkeerstekens op het wegdek);
  • borden C2 (eenrichtingsverkeer, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee);
  • borden C3 (eenrichtingsweg);
  • borden C4 (eenrichtingsweg);
  • borden E6 (gehandicaptenparkeerplaats);
  • borden G7 (voetpad);
  • borden G11 (verplicht fietspad);
  • borden L3 (bushalte);
  • borden zone voetgangersgebied;
  • onderborden waarop aangegeven de venstertijden voor het voetgangersgebied;
  • onderborden OB54 (uitgezonderd fietsers en bromfietsers).
• Te plaatsen of aan te brengen op het wegdek:

  • onderbroken strepen (verkeerstekens op het wegdek);
  • Borden C1 (gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee)
  • borden C2 (eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee);
  • borden C3 (eenrichtingsweg);
  • borden C4 (eenrichtingsweg);
  • borden C14 (gesloten voor fietsen en gehandicaptenvoertuigen zonder motor);
  • borden E1 (parkeerverbod);
  • borden E6 (gehandicaptenparkeerplaats);
  • borden G7 (zonebord voetpad);
  • borden G12a (fiets-, bromfietspad);
  • borden L3 (bushalte);
  • borden L8 (doodlopende weg);
  • borden L215 (controle);
  • onderborden waarop aangegeven de venstertijden voor het voetgangersgebied;
  • onderborden “fietsen toegestaan”;
  • onderborden (niet betalen)
  • onderborden OB54 (uitgezonderd fietsers en bromfietsers);
  • onderborden OB108 (uitgezonderd bestemmingsverkeer);
  • onderborden OB54 (uitgezonderd fietsers en bromfietsers).

Belangenafweging

Het verkeersbesluit wordt genomen in het belang van de veiligheid van de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers, het in standhouden van de weg en het waarborgen van bruikbaarheid daarvan en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer. Met de maatregelen, zoals o.m. het autovrij maken van de Brink, het verplaatsen van het parkeerterrein, het gezamenlijk gebruik van de openbare ruimte voor voetgangers, fietsers en verkeer met een ontheffing, zal de verkeerdruk verlaagd en de verkeersveiligheid verhoogd worden.

Wet- en regelgeving

Voor bovengenoemde verkeersmaatregelen op basis van artikel 15 en artikel 18 van de Wegenverkeerswet (WVW 1994) en de nadere voorschriften in het Besluit administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) moet een verkeersbesluit worden genomen. Voor de uitvoering van de bovengenoemde maatregelen moeten, in het belang van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg, het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan en de vrijheid van het verkeer, verkeerstekens als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 worden geplaatst en/of verwijderd.

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is overleg gepleegd met de namens de Korpschef  van politie aangewezen verkeersadviseur van het district Drenthe.

Gelet op de bepalingen in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

b e s l u i t e n :

Overeenkomstig op de bij dit besluit behorende situatieschets:

I.Op de locaties zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening Bestaande situatie Brink en Kloosterstraat (te verwijderen bebording en verkeerstekens):

Te verwijderen:

• • fietssymbolen (verkeerstekens op het wegdek);
  • onderbroken strepen (verkeerstekens op het wegdek);
  • borden C2 (eenrichtingsverkeer, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee);
  • borden C3 (eenrichtingsweg);
  • borden C4 (eenrichtingsweg);
  • borden E6 (gehandicaptenparkeerplaats);
  • borden G7 (voetpad);
  • borden G11 (verplicht fietspad);
  • borden L3 (bushalte);
  • borden zone voetgangersgebied;
  • onderborden waarop aangegeven de venstertijden voor het voetgangersgebied;
  • onderborden OB54 (uitgezonderd fietsers en bromfietsers).
• Op de locaties zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende Inrichtingstekening Brink en Kloosterstraat (te plaatsen bebording en aan te brengen verkeerstekens):

Te plaatsen of aan te brengen op het wegdek:

• onderbroken strepen (verkeerstekens op het wegdek);
• Borden C1 (gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee)
• borden C2 (eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee);
• borden C3 (eenrichtingsweg);
• borden C4 (eenrichtingsweg);
• borden C14 (gesloten voor fietsen en gehandicaptenvoertuigen zonder motor);
• borden E1 (parkeerverbod);
• borden E6 (gehandicaptenparkeerplaats);
• borden G7 (zonebord voetpad);
• borden G12a (fiets-, bromfietspad);
• borden L3 (bushalte);
• borden L8 (doodlopende weg);
• borden L215 (controle);
• onderborden waarop aangegeven de venstertijden voor het voetgangersgebied;
• onderborden “fietsen toegestaan”;
• onderborden (niet betalen)
• onderborden OB54 (uitgezonderd fietsers en bromfietsers);
• onderborden OB108 (uitgezonderd bestemmingsverkeer);
• onderborden OB54 (uitgezonderd fietsers en bromfietsers).

15 januari 2015

Burgemeester en wethouders van Assen,

namens hen,

manager Eenheid Leefomgeving,

R.Stoffelsma

Dit besluit treedt in werking op de dag na de openbare bekendmaking ervan. Iedere belanghebbende die het met dit besluit niet eens is kan daartegen binnen zes weken na de datum van openbare bekendmaking een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Deze dient te worden gericht aan burgemeester en wethouders van de gemeente Assen, Eenheid Leefomgeving, Postbus 30018, 9400 RA Assen