TOELICHTING
ALGEMEEN
Deze regeling wijst bepaalde functies in een bedrijfstak aan waarvoor bij collectieve
arbeidsovereenkomst (cao) of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan
kan worden bepaald dat de ketenbepaling op grond van artikel 7:668a, achtste lid,
van het Burgerlijk Wetboek (BW) niet geldt en functies waarvoor op grond van artikel
7:671c, vierde lid, en artikel 7:677, zesde lid, BW, een hogere vergoeding kan worden
toegekend indien sprake is van tussentijdse opzegging of ontbinding van een arbeidsovereenkomst
voor bepaalde tijd die niet tussentijds opzegbaar is.
Ketenbepaling
Op grond van de ketenbepaling geldt dat na drie elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten,
of bij een minder aantal, na twee jaar, een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
ontstaat. Voor een specifieke groep werknemers is een afwijkingsmogelijkheid van de
ketenbepaling gecreëerd om te voorkomen dat toepassing van de ketenbepaling tot onaanvaardbare
consequenties zou leiden. Dit betreft werknemers die functies vervullen in bedrijfstakken
waarvoor het bestendig gebruik is en vanwege de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering
noodzakelijk is de arbeid uitsluitend te verrichten op grond van arbeidsovereenkomsten
voor bepaalde tijd en waarvoor de gemaximeerde afwijkingsgrond in artikel 7:668a,
vijfde lid, BW van ten hoogste zes arbeidsovereenkomsten in een periode van ten hoogste
vier jaar onvoldoende soelaas biedt. Hiervoor is in artikel 7:668a, achtste lid, BW
geregeld dat bij cao of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan
de ketenbepaling buiten toepassing kan worden verklaard, indien bij ministeriële regeling
is vastgesteld dat het voor die functies bestendig gebruik is, en zowel vanwege de
intrinsieke aard van de bedrijfsvoering als vanwege de intrinsieke aard van die functies
noodzakelijk om de arbeid uitsluitend te verrichten op grond van arbeidsovereenkomsten
voor bepaalde tijd.
De partijen betrokken bij de totstandkoming van een dergelijke cao kunnen bij de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een gezamenlijk schriftelijk verzoek indienen
om de ketenbepaling buiten toepassing te verklaren voor bepaalde functies in hun bedrijfstak.
Naar aanleiding van verzoeken daartoe wordt in deze regeling voor de volgende functies
een uitzondering getroffen:
-
1. Contractspeler, trainer-coach – waaronder de jeugdcoach –, assistent trainer-coach,
technisch directeur, technisch manager, hoofd scouting, coördinator scouting, hoofd
jeugdopleidingen en specialisten trainer werkzaam in de herencompetitie van de bedrijfstak
betaald voetbal;
-
2. Bondstrainer en technisch directeur bij een nationale sportbond;
-
3. Danser en acteur in de podiumkunstsectoren dans of theater;
-
4. De musicus die als remplaçant werkzaam is bij een orkest;
-
5. Presentatoren bij RTL Nederland met een bruto jaarsalaris van € 100.000,– of meer.
Voor deze functies is door de betrokken partijen aannemelijk gemaakt dat sprake is
van een bestendig gebruik van tijdelijke arbeidsovereenkomsten en dat het vanwege
de intrinsieke aard van zowel de bedrijfsvoering als van die functies noodzakelijk
is om de arbeid uitsluitend te verrichten op grond van arbeidsovereenkomsten voor
bepaalde tijd.
-
1. Contractspeler, trainer-coach, assistent trainer-coach, technisch directeur, technisch
manager, hoofd scouting, coördinator scouting, hoofd jeugdopleidingen en specialisten
trainer werkzaam in de herencompetitie van de bedrijfstak betaald voetbal
Voor de functie van contractspeler in de herencompetitie bij betaald voetbalorganisaties
geldt dat zonder de mogelijkheid om een onbeperkt aantal arbeidsovereenkomsten voor
bepaalde tijd aan te gaan (zonder tussentijdse opzegmogelijkheid), betaald voetbalorganisaties
onvoldoende zekerheid hebben over het behoud van contractspelers. Als door toedoen
van de ketenbepaling een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou ontstaan, zou
deze arbeidsovereenkomst immers op elk gewenst moment, met inachtneming van een opzegtermijn
van een maand, kunnen worden opgezegd door de werknemer, zonder dat daar enige financiële
compensatie voor de club tegenover zou staan. Dit brengt niet alleen schade toe aan
betaald voetbalorganisaties als het gaat om het behoud van spelers en daarmee aan
de sportieve continuïteit, maar tast ook de huidige systematiek van vergoedingen aan
die verschuldigd zijn bij spelerswisselingen waardoor het voortbestaan van de sector
in het gedrang komt.
Voor de in de cao Trainer/Coaches Betaald Voetbal genoemde voetbaltechnische functies
van trainer-coach – waaronder de jeugdcoach –`, assistent trainer-coach, technisch
directeur, technisch manager, hoofd scouting, coördinator scouting, hoofd jeugdopleidingen
en specialisten trainer geldt dat zij een sterke mate van onderlinge verwevenheid
kennen, dat de invulling van deze functies mede wordt bepaald door het technisch beleid
van een club en dat de betreffende werknemers bepalend zijn als het gaat om de invulling
en uitvoering van dat beleid.
Een voortijdig tussentijds vertrek van deze werknemers – wat bij een arbeidsovereenkomst
voor onbepaalde tijd eenvoudig realiseerbaar is – heeft negatieve gevolgen voor de
continuïteit van (de uitvoering van) het technisch beleid van een betaald voetbal
organisatie – en daarmee op de bedrijfsvoering – en kan tot ernstige financiële schade
leiden en nadelig zijn voor de sportieve continuïteit. Daarom moet het ook voor deze
functies mogelijk zijn een onbeperkt aantal tijdelijke arbeidsovereenkomsten (zonder
tussentijdse opzegmogelijkheid) te kunnen sluiten zonder dat een arbeidsovereenkomst
voor onbepaalde tijd ontstaat.
-
2. Bondstrainer en technisch directeur bij een nationale sportbond
Voor deze functies gelden dezelfde overwegingen als voor de voetbaltechnische functies
bij betaald voetbalorganisaties. Zonder de mogelijkheid van onbeperkt gebruik van
arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (zonder tussentijdse opzegmogelijkheid) hebben
nationale sportbonden onvoldoende zekerheid over het behoud van een bondstrainer of
een technisch directeur die bepalend zijn als het gaat om de vormgeving en uitvoering
van het technisch beleid. Het voortijdig kunnen opzeggen van de arbeidsovereenkomst
zal niet alleen negatieve gevolgen hebben voor de sportieve continuïteit, maar tevens
tot ernstige financiële schade kunnen leiden.
-
3. Danser en acteur in de bedrijfstak podiumkunsten
Voor de functies van danser en acteur wordt een uitzondering gemaakt omdat veelal
of uitsluitend projectmatig wordt gewerkt, de frequentie en duur van de projecten
en producties onregelmatig zijn en gebruik wordt gemaakt van verschillende teams van
artiesten per productie, omdat de rollen per productie verschillen en hiervoor daarom
steeds verschillende typen dansers en acteurs nodig zijn. Daarom is het niet mogelijk
om deze artiesten door middel van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan
een gezelschap te verbinden.
-
4. Remplaçanten
Voor de functie van remplaçant bij de Nederlandse orkesten is de noodzaak om werkzaamheden
uitsluitend te verrichten op arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd inherent aan
de specifieke eisen van de artistieke productie- en planningspraktijk in de sector,
doordat vrijwel uitsluitend projectmatig wordt gewerkt en de duur en omvang wat betreft
vereiste bezettingen sterk verschillen tussen de orkesten. Daarbij is de specifieke
expertise van musici bepalend bij het aantrekken van de verschillende remplaçanten,
waardoor het niet mogelijk is om remplaçanten door middel van een arbeidsovereenkomst
voor onbepaalde tijd aan een orkest te verbinden.
-
5. Presentatoren bij RTL Nederland met een bruto jaarsalaris van € 100.000,– of meer
Voor de functie van presentator bij RTL Nederland met een bruto jaarsalaris van € 100.000,–
of meer geldt dat gebruik van contracten voor bepaalde tijd (zonder tussentijdse opzegmogelijkheid)
noodzakelijk is, opdat deze presentatoren niet op ieder door hen gewenst moment (tijdens
opnameperiodes) de arbeidsovereenkomst voortijdig kunnen opzeggen. In het verlengde
daarvan geldt dat wanneer door de ketenbepaling een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde
tijd zou ontstaan, deze op elk gewenst moment met inachtneming van een opzegtermijn
van een maand door betreffende presentator kan worden opgezegd. Dit zou aanzienlijke
schade aan de omroepen toebrengen, aangezien de presentator gezichtsbepalend is voor
het programma en het programma veelal is bedacht en ingericht rondom een specifieke
presentator. Voortijdige beëindiging van de arbeidsrelatie zou niet alleen schadelijk
zijn voor de continuïteit van dat programma, maar tevens tot ernstige financiële schade
voor de Omroep kunnen leiden.
Mogelijkheid tot toekennen hogere vergoeding
In artikel 7:677, vierde lid, BW is geregeld dat als een werknemer ten onrechte een
arbeidsovereenkomst opzegt wegens een dringende reden, hij aan de werkgever een vergoeding
verschuldigd is gelijk aan zijn loon over de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst
als het een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betreft die de mogelijkheid van
tussentijdse opzegging niet kent. In artikel 7:671c, derde lid, onder c, BW is geregeld
dat de rechter aan de werkgever een vergoeding van dezelfde omvang kan toekennen als
een dergelijke arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer wordt ontbonden. Hiermee
is aangesloten bij de huidige praktijk als het gaat om het opzeggen of ontbinden van
een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet de mogelijkheid tot tussentijdse
opzegging kent.
In de genoemde artikelen is in respectievelijk het zesde en vierde lid van die artikelen
voorzien in een uitzondering op deze regelingen, die ertoe strekt dat de rechter (of
een arbitragecommissie) een hogere vergoeding kan toekennen daar waar het gaat om
het (ten onrechte) tussentijds opzeggen of het ontbinden van een arbeidsovereenkomst
door of op verzoek van een werknemer die een in een bij ministeriële regeling aan
te wijzen functie uitoefende. Gedoeld is hierbij op de functie van contractspeler
in het betaald voetbal.1 In deze regeling wordt deze functie dan ook aangewezen, zodat – als het gaat om de
hoogte van de toe te kennen vergoeding – de rechter rekening kan houden met de specifieke
omstandigheden die gelden in het betaald voetbal. Hierdoor kan worden voorkomen dat
spelers hun contract kunnen ‘afkopen’ tegen betaling van alleen het nog resterende
aantal maandsalarissen waarop zij tot het einde van hun contract recht zouden hebben
gehad, waardoor clubs slechts een geringe vergoeding ontvangen in verhouding tot de
thans bestaande situatie. Dat zou de huidige systematiek van vergoedingen aantasten
en de concurrentiepositie van Nederlandse clubs in internationaal verband schaden.
Het zou immers betekenen dat buitenlandse clubs tegen een geringe vergoeding spelers
van Nederlandse clubs kunnen overnemen, daar waar Nederlandse clubs voor vergelijkbare
spelers mogelijk een veelvoud moeten betalen, hetgeen ongewenst is.
Op gezamenlijk verzoek van de Federatie van Betaald Voetbal Organisaties en de Coaches
Betaald Voetbal zal de mogelijkheid tot het toekennen van een hogere vergoeding ook
gelden voor de functies van trainer-coach, assistent trainer-coach, technisch directeur
en technisch manager, hoofd scouting, coördinator scouting, hoofd jeugdopleidingen
en specialisten trainer (werkzaam in de herencompetitie van de bedrijfstak betaald
voetbal). Enerzijds gelet op het belang van het voorkomen van een voortijdig vertrek
van deze werknemers (zoals hiervoor toegelicht) en anderzijds gelet op de internationale
concurrentiepositie nu het internationaal gezien niet ongebruikelijk is dat bij het
tussentijds verbreken van een contract een hogere afkoopsom verschuldigd is dan een
bedrag gelijk aan het aantal maandsalarissen over de resterende duur van het contract.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1
In dit artikel worden, gelet op artikel 7:668a, achtste lid, BW, de functies aangewezen
waarvoor door betrokken partijen aannemelijk is gemaakt dat het voor die functies
in die bedrijfstak bestendig gebruik is en vanwege de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering
en van die functies noodzakelijk is om de arbeid uitsluitend te verrichten op grond
van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Bij collectieve arbeidsovereenkomst
of bij regeling door of namens een bevoegd bestuursorgaan kan voor deze functies afgeweken
worden van artikel 7:668a, eerste lid, BW.
(onder a)
Onderdeel a ziet op de functie van contractspeler in de bedrijfstak betaald voetbal.
Voor de omschrijving van de functie van contractspeler in het betaald voetbal is aansluiting
gezocht bij de in de CAO Contractspelers betaald voetbal Nederland gehanteerde definitiebepaling.2 De contractspeler in het betaald voetbal is volgens die CAO de voetbalspeler die
een arbeidsovereenkomst heeft met een werkgever en als contractspeler geregistreerd
staat bij de sectie betaald voetbal van de KNVB voor deelname aan de herencompetities
van de sectie betaald voetbal. In het reglement betaald voetbal 2014-2015 van de KNVB,
wordt de contractspeler omschreven als een natuurlijk persoon van zestien jaar of
ouder, die met een club een door het bestuur betaald voetbal geregistreerde overeenkomst
heeft gesloten, krachtens welke hij een geldelijke vergoeding ontvangt voor zijn deelneming
aan het spel en/of de training.
Onder betaald voetbal wordt hier verstaan die voetbalcompetitie waarbij spelers werkzaam
zijn op basis van een arbeidsovereenkomst, te weten de Nederlandse eredivisie en de
eerste divisie.
(onder b)
Onderdeel b ziet op de functie van trainer-coach – waaronder de jeugdcoach –, assistent-trainer
coach, technisch directeur, technisch manager, hoofd scouting, coördinator scouting,
hoofd jeugdopleidingen en specialisten trainer, die een arbeidsovereenkomst heeft
met een betaald voetbalorganisatie die is toegelaten tot deelneming aan de herencompetities
van de sectie betaald voetbal van de KNVB. Bij de omschrijving van genoemde functies
is aansluiting gezocht bij de aanduiding van deze functies in de CAO Trainer/coaches
betaald voetbal.3
(onder c)
Onderdeel c ziet op de professionele bondstrainer of technisch directeur bij een nationale
sportbond. Conform de CAO Sport wordt uitgegaan van sportbeoefening in de ruimste
zin.4 De functie van professionele bondstrainer of technisch directeur kan uitgelegd worden
conform de hantering van deze begrippen in de CAO Sport.
(onder d)
Onderdeel d ziet op de acteur of danser in de podiumkunstsectoren theater of dans.
Bij de definiëring van artikel 1, onder d, is aansluiting gezocht bij artikel 5.16:1
van het Arbeidstijdenbesluit en de definitie van ‘podiumkunstenaars’ in de CAO Theater
en Dans.5
(onder e)
Onderdeel e ziet op musici die als remplaçant worden ingezet bij orkesten. Deze musici
zijn op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst van een remplaçantenstichting.
Ook kan het betreffen remplaçanten met wie het Muziekcentrum van de Omroep een arbeidsovereenkomst
voor bepaalde tijd heeft gesloten met het oog op de inzet bij de ensembles van het
Muziekcentrum van de Omroep.
(onder f)
Onderdeel f ziet op de presentator die werkt voor RTL Nederland B.V. en van wie het
bruto jaarsalaris, inclusief vakantiebijslag, omgerekend naar een fulltime dienstverband
gebaseerd op 40 per week, en ongeacht het door de presentator daadwerkelijk gewerkte
aantal uren, gelijk aan of hoger is dan € 100.000,–. Bij de definiëring in artikel
1, onder e, is aansluiting gezocht bij de definitie van ‘Presentator I’ in de CAO
RTL Nederland.
Artikel 2
In dit artikel worden de functies van contractspeler in de bedrijfstak betaald voetbal,
alsmede de functies van trainer-coach, assistent trainer-coach, technisch directeur
en technisch manager, hoofd scouting, coördinator scouting, hoofd jeugdopleidingen
en specialisten trainer werkzaam in de herencompetitie van de bedrijfstak betaald
voetbal, aangewezen als functies waarvoor de kantonrechter de vergoeding die op grond
van artikel 7:671c, derde lid, en artikel 7:677, vierde lid, BW kan worden toegekend,
op een hoger bedrag kan stellen.
Onder betaald voetbal wordt hier verstaan die herenvoetbalcompetitie waarbij spelers
werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst, te weten de Nederlandse eerste
divisie en de eredivisie.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher