Wijziging van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994

24 juni 2015

Nr. DB2015/245M

Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken/Directie Directe Belastingen

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 67 van de Invorderingswet 1990 en artikel 10 van de Registratiewet 1970;

Besluit:

ARTIKEL I

In de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 wordt in artikel 43c, eerste lid, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ab door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • ac. het bestuur van de Nederlandse emissieautoriteit: de gegevens die worden gebruikt ten behoeve van de uitvoering van, het toezicht op en de handhaving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 9.2.2.1, eerste lid, voor zover dat betrekking heeft op het aan een ander ter beschikking stellen van brandstoffen ten behoeve van vervoer, en 9.2.2.6a van de Wet milieubeheer.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

TOELICHTING

Het bestuur van de Nederlandse emissieautoriteit (NEa) is verantwoordelijk voor de uitvoering van, het toezicht op en de handhaving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 9.2.2.1, eerste lid, voor zover dat betrekking heeft op het aan een ander ter beschikking stellen van brandstoffen ten behoeve van vervoer, en artikel 9.2.2.6a van de Wet milieubeheer (WM). Dit betekent dat de NEa verantwoordelijk is voor het toezicht op en de handhaving van de artikelen 2.9 en 2.9a van het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging (BBL) en de artikelen 4 en 4a van de Regeling brandstoffen luchtverontreiniging (RBL). Ingevolge het BBL moet een houder van een vergunning voor een accijnsgoederenplaats als bedoeld in de Wet op de accijns of een geregistreerde geadresseerde als bedoeld in die wet, die brandstoffen uitslaat tot verbruik, of degene die brandstoffen invoert onder betaling van accijns (rapportageplichtigen) voor het monitoren en het verminderen van de emissie van broeikasgassen over elk kalenderjaar een rapport indienen over de broeikasgasintensiteit van brandstoffen en energie. Het is van belang dat de NEa in ieder geval kan beschikken over een lijst van potentiële rapportageplichtigen en over de hoeveelheden uitgeslagen brandstoffen. Artikel 43c, eerste lid, onderdeel ac, (nieuw) van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 (UR AWR 1994) voorziet in de mogelijkheid dat de Belastingdienst aan de NEa gegevens verstrekt die worden gebruikt voor de uitvoering, het toezicht op en de handhaving van het BBL en het RBL. De wijze waarop de nieuwe gegevensverstrekking plaatsvindt, wordt nader uitgewerkt in een bestuursovereenkomst tussen de Belastingdienst en de NEa die bekend wordt gemaakt in de Staatscourant.

De onderhavige wijziging treedt in werking met ingang van 1 juli 2015. Aangezien het uitgangspunt is dat structurele of voorziene gegevensverstrekking zo veel mogelijk wettelijk geregeld moet worden in de wet- en regelgeving waar de gegevens betrekking op hebben, zal het bepaalde in artikel 43c, eerste lid, onderdeel ac, van de UR AWR 1994 in de WM worden opgenomen. Wanneer dat is gebeurd, zal artikel 43c, eerste lid, onderdeel ac, van de UR AWR 1994 komen te vervallen.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Naar boven