Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 29 juni 2015, nr. IENM/BSK-2015/105587, tot wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012 in verband met periodieke actualisatie voor de tweede helft van 2015 ten gevolge van veranderingen in de organisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011 en de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, derde lid, wordt na de eerste zin een zin ingevoegd, luidende:

Onder het dienstonderdeel, genoemd in het tweede lid, onder c, ressorteert tevens de programmadirecteur European Rail Traffic Management System.

B

Artikel 5, achtste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

• a. de directie Duurzaamheid: het ontwikkelen en implementeren van beleid met betrekking tot de transitie naar een circulaire economie door:

  • i. het vitaal houden van het natuurlijk kapitaal;

  • ii. het verduurzamen van afval- en grondstoffenbeleid; en

  • iii. het versterken van een op de transitie gericht instrumentarium;

2. Onderdeel d komt te luiden:

• d. de directie Veiligheid en Risico’s:

  • 1°. het ontwikkelen en implementeren van beleid met betrekking tot omgevingsveiligheid en milieurisico’s op het gebied van:

    • i. vervoer van gevaarlijke stoffen via weg, water, spoor en buisleidingen en door tunnels;

    • ii. gevaarlijke stoffen en nieuwe risico’s, waaronder chemische stoffen, nanodeeltjes, genetisch gemodificeerde organismen, elektromagnetische velden en asbest;

    • iii. gevaarlijke stoffen in risicovolle bedrijven en de omgeving daarvan; en

    • iv. biociden en gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw; en

  • 2°. het coördineren van activiteiten met betrekking tot de relatie tussen milieubeleid en:

    • i. nationale veiligheid; en

    • ii. nucleaire veiligheid en stralingsbescherming; en

C

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘ressorteert tevens een programmamanager’ vervangen door: ressorteren tevens programmamanagers.

2. In het vijfde lid wordt ‘programmamanager’ vervangen door: programmamanagers.

3. Het zesde lid komt te luiden:

• 6. Bij afwezigheid of verhindering van een afdelingshoofd of programmamanager binnen een directie zijn de overige afdelingshoofden of programmamanagers binnen de directie bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

4. Het achtste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel b, onder i, komt te luiden:

• i. rijkswateren en gebieden van nationaal belang;.

b. Onderdeel c, onder i, komt te luiden:

• i. waterveiligheid;.

c. In onderdeel d, onder ii, vervalt ‘en’ aan het slot. Na onderdeel iii wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

• iv. de uitvoering van de internationale wateraanpak; en.

D

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:

• c. de directie Human Resources Management en Facilitair Management.

2. In het achtste lid, onderdeel c, wordt ‘de directie Human Resource Management’ vervangen door: de directie Human Resources Management en Facilitair Management.

E

In artikel 15, derde lid, wordt ‘gebruiken’ vervangen door ‘benutten’, wordt ‘benutten’ vervangen door ‘stimuleren’ en wordt ‘bepalen’ vervangen door: ontwikkelen.

F

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘ressorteren directeuren’ vervangen door: ressorteert de directeur KNMI.

2. In het vierde lid wordt ‘directeuren’ vervangen door: directeur KNMI.

3. In het vijfde lid wordt ‘een directeur’ vervangen door ‘de directeur KNMI’ en vervalt: de overige directeur en.

G

Artikel 20, vijfde lid, onderdeel c, komt te luiden:

• c. de uitvoering van de hernieuwbare energie vervoer, bedoeld in titel 9.7 van de Wet milieubeheer;.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2015. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2015, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 juli 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag, waarop dit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, Postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

• a. de naam en het adres van de indiener;

• b. de dagtekening;

• c. een vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt; en

• d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

TOELICHTING

Dit besluit betreft wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012. De wijzigingen vloeien voort uit gewijzigde inzichten binnen de betreffende dienstonderdelen over hoe ze worden ingedeeld en hoe hun taken worden omschreven.

Artikel I, onderdeel A, betreft een organisatorische aanvulling op het directoraat-generaal (hierna: dg) Bereikbaarheid. Er wordt een nieuwe functionaris in de structuur gezet: de programmadirecteur European Rail Traffic Management System, welke wordt aangeduid als de programmadirecteur ERTMS. Deze ressorteert onder de directie Openbaar Vervoer en Spoor. De programmadirecteur ERTMS is zelfstandig bevoegd ten aanzien van zaken aangaande ERTMS.

Een andere wijziging is de nieuwe taakomschrijving van de directie Veiligheid en Risico’s van het dg Milieu en Internationaal (artikel I, onderdeel B, onder 2). Daar worden de liaisonfuncties met betrekking tot de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en tot de directie Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming geëxpliciteerd.

De overige wijzigingen uit artikel I betreffen:

• facilitering van meerdere programmamanagers onder de directie Ruimtelijke Ordening van het dg Ruimte en Water (onderdeel C, onder 1 tot en met 3),

• herformulering van de taken van directies van de dg’s Milieu en Internationaal en Ruimte en Water (onderdeel B en onderdeel C, onder 4),

• wijziging van de naam van de directie Human Resource Management van de Integrale Bedrijfsvoering IenM tot directie Human Resources Management en Facilitair Management naar aanleiding van de overdracht van het facilitair management aan die directie per 1 januari 2015 (onderdeel D),

• herformulering van de taakomschrijving van de directie Kennis, Innovatie en Strategie (onderdeel E),

• opheffing van de functie van een directeur van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, waardoor er nog één directeur is en voorlopig zal zijn, die de functiebenaming directeur KNMI heeft (onderdeel F), en

• wijziging van de taakomschrijving van de Nederlandse Emissieautoriteit naar aanleiding van de per 1 januari 2015 in werking getreden titel 9.7 van de Wet milieubeheer, die ziet op hernieuwbare energie vervoer (onderdeel G).

De inwerkingtredingsdatum van dit besluit is 1 juli 2015. Het is wenselijk dat dit besluit snel in werking treedt, zodat de indeling van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu formeel-juridisch wordt zoals de indeling in de praktijk voor ogen staat. Wat betreft de datum van inwerkingtreding, maar zonder inachtneming van de publicatietermijn, wordt aangesloten bij de vaste verandermomenten, zoals vastgelegd in kabinetsbeleid (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309).

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus