TOELICHTING
1. Aanleiding en noodzaak
Met deze regeling is het Keuringsreglement voor de Zeevaart 2012 (hierna: Keuringsreglement)
geactualiseerd. In het Keuringsreglement zijn de Nederlandse eisen voor de medische
keuringen voor de zeevarenden opgenomen. Bij de vaststelling van deze eisen destijds
is onder andere rekening gehouden met de door de Internationale Arbeidsorganisatie
van de Verenigde Naties (IAO) en Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) opgestelde ‘Guidelines
for Conducting Pre-sea and Periodical Medical Fitness Examinations for Seafarers’,
uit 1997. Inmiddels zijn deze guidelines geactualiseerd en vervangen door de ‘Guidelines
on the medical examinations of seafarers’. Deze nieuwe guidelines zijn in 2013 goedgekeurd
door de IAO en de IMO (Guidelines on the medical examinations of seafarers / International
Labour Office, Sectoral Activities Programme; International Migration Organization
– Geneva: ILO, 2013, ILO/IMO/JMS/2011/12). Dit maakte dat actualisering van het Keuringsreglement
noodzakelijk werd.
Daarnaast is de Regeling veiligheid zeeschepen met betrekking tot de medische uitrusting
aan boord van zeeschepen aangepast. Het betreft een aantal kleine wijzigingen die
ondermeer zijn ingegeven door artsen van de Radio Medische Dienst. Zo is een voorgeschreven
oorheelkundig middel vervangen omdat het niet of moeilijk verkrijgbaar is. Daarnaast
zijn enkele innovaties met betrekking de verplicht aanwezige medische uitrusting opgenomen
en zijn enkele taalkundige verbeteringen doorgevoerd.
2. Hoofdlijnen van het voorstel en verhouding tot bestaande regelgeving
Algemeen
Zeevarenden die op een schip werkzaam zijn moeten beschikken over een officiële geneeskundige
verklaring van geschiktheid voor de zeevaart (hierna: geneeskundige verklaring) voor
de uitoefening van hun taken. Dit vloeit voort uit artikel 40 van de Wet zeevarenden.
Dit artikel implementeert voorschrift 1.2 en norm A 1.2 van het op 23 februari 2006
te Genève tot stand gekomen Maritiem Arbeidsverdrag, 2006 (Trb. 2007, 93) (hierna: MAV) en voorschrift I/9 en sectie A-I/9 van de STCW-Code van de IMO behorend
bij het op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen Internationaal verdrag betreffende
de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978 (Trb. 1981, 144).
Ter nadere invulling en ter internationale uniformering en harmonisatie van keuringseisen
voor zeevarenden zijn door de IAO en de IMO zogenaamde guidelines opgesteld. Deze
vormen de basis van het Keuringsreglement waarin de Nederlandse keuringseisen zijn
vastgelegd ter verkrijging van een geneeskundige verklaring.
De oorspronkelijke guidelines uit 1997 zijn door de IAO en de IMO geactualiseerd omdat
er op onderdelen sprake was van nieuwe en modernere inzichten aangaande bepaalde ziektebeelden
zoals suikerziekte en epilepsie. Tevens bieden de nieuwe guidelines meer ruimte voor
maatwerk: zo kan er een onderscheid worden gemaakt tussen keuringseisen voor een beperkt
vaargebied of een onbeperkt vaargebied.
Onderzoek naar bloedgroep en tuberculose
Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om het verplichte onderzoek naar bloedgroep
en tuberculose bij een medische keuring grotendeels te schrappen. Beide onderzoeken
betroffen een nationale aanvulling op de internationale keuringseisen op basis van
de guidelines.
Het onderzoek naar het type bloedgroep van een zeevarende is niet meer relevant. Bij
verlies van enkele liters bloed gedurende een zeereis is het van belang het circulerende
volume weer op peil te brengen door met een infuus extra vloeistof aan te bieden.
Dit kan een zoutoplossing zijn (NaCl 0,9% infuusvloeistof), een plasmavervangend middel
of bloed. Bloed kan uitsluitend gegeven worden als de ontvanger en donor dezelfde
of een compatibele (uitwisselbare) bloedgroep hebben, omdat anders gevaarlijke afweerreacties
kunnen optreden. Voorafgaand aan de bloedtransfusie wordt dan ook altijd een zogenaamd
compatibiliteitsonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek bestaat uit de bepaling van de
AB0-bloedgroep en rhesus D-factor van de ontvanger en van de donor, een antistofscreening
en een kruisproef tussen het serum van de ontvanger en de rode bloedcellen van de
donor. Omdat antistofscreening en een kruisproef niet aan boord van een schip kunnen
worden uitgevoerd, is het geven van bloed op een schip zeer riskant. In een acute
situatie zou daar nog steeds voor gekozen kunnen worden, maar het geven van een plasmavervangend
middel (dat onderdeel is van de standaard medische uitrusting) verdient dan de voorkeur
omdat de kans op een afweerreactie of het overbrengen van een infectieziekte met een
plasmavervangend middel beduidend lager is. Dit betekent dat een bloedtransfusie aan
boord van schepen met bloed van andere zeevarenden aan boord in principe niet plaatsvindt.
Daarmee is de bekendheid van de bloedgroep van zeevarenden niet meer nodig.
Onderzoek naar tuberculose is belastend voor de keurling vanwege de radio-actieve
straling die daarbij vrij komt, de tijd die het in beslag neemt en de kosten die het
met zich mee brengt. Voor de groep zeevarenden die niet afkomstig is uit of woont
in een risicogebied is het onderzoek medisch niet geïndiceerd. De afgelopen jaren
is afkeuring vanwege tuberculose bij niemand uit deze groep voorgekomen. Om die reden
is besloten de verplichting tot het doen van onderzoek naar tuberculose te laten vervallen
voor wat betreft zeevarenden die niet afkomstig zijn uit of wonen in een risicogebied.
Dit sluit aan bij de internationaal gangbare werkwijze betreffende tuberculose. De
risicogebieden worden aangewezen door de Wereldgezondheidsorganisatie. Hiertoe wordt
een norm gebruikt die gebaseerd is op het aantal gevallen van tuberculose in een gebied,
de zogenaamde TB-incidentie. Gebruikelijk is de landen met een TB-incidentie van 50
of meer per 100.000 inwoners per jaar als een risicogebied te beschouwen. De aangewezen
gebieden zijn te raadplegen op de website van de Wereldgezondheidsorganisatie onder
Tuberculose. Deze site wordt zo nodig dagelijks bijgewerkt.
Beperkingen bij goedkeuring
In sommige gevallen kan het nodig zijn dat een keuringsarts aan de goedkeuring beperkingen
verbindt die voortvloeien uit de toepassing van de guidelines. Dat is bijvoorbeeld
het geval wanneer een zeevarende te maken heeft met een aandoening die frequente controle
afdwingt (beperking geldigheidsduur), ziektebeelden zoals insuline afhankelijke suikerziekte
en bepaalde hartaandoeningen met een verhoogde kans op afhankelijkheid van medische
zorg (beperking vaargebied), beperkingen waardoor niet al de taken aan boord uitgevoerd
kunnen worden of gebruik moet worden gemaakt van hulpmiddelen zoals een hoorapparaat
(beperkende condities). Deze situaties komen in toenemende mate voor. Voorheen werden
deze zeevarenden eerst afgekeurd. Vervolgens werden ze na een extra keuring door een
scheidsrechter op basis van een ontheffing op grond van artikel 44, derde lid, van
de Wet zeevarenden alsnog goedgekeurd. Op grond van dit artikel kan de minister van
Infrastructuur en Milieu voor een bepaalde periode ontheffing verlenen. Het ontheffingsinstrument
is echter feitelijk niet bedoeld voor de bovengenoemde situaties, omdat deze binnen
de reikwijdte die de nieuwe guidelines bieden kunnen worden afgehandeld. Er is derhalve
geen sprake van het afwijken van de guidelines. Met de aangepaste bijlage 1 kan de
keuringsarts nu de meeste gevallen aan de hand van de guidelines afdoen en kan het
aantal verleende ontheffingen worden beperkt tot de gevallen waarbij daadwerkelijk
sprake is van het afwijken van de guidelines. De keuringsarts moet in geval er beperkingen
zijn deze aantekenen op de geneeskundige verklaring.
Visserij
De medische keuringseisen, opgenomen in het Keuringsreglement, zijn ook van toepassing
op bemanningsleden van vissersvaartuigen. Het gewijzigde Keuringsreglement brengt
daar geen verandering in. De oorspronkelijke guidelines waren niet bedoeld voor bemanningsleden
van vissersvaartuigen, maar waren daar wel voor geschikt. Vanwege het oogpunt van
uniformiteit en de doelstelling om bemanningsleden in de verschillende deelsectoren
in de sector zeevaart beter uitwisselbaar te maken, is er destijds in overleg met
de Nederlandse visserijsector en overige sociale partners in de maritieme sector voor
gekozen om het Keuringsreglement mede van toepassing te verklaren op bemanningsleden
van vissersvaartuigen. Opgemerkt moet worden dat bij het opstellen van de nieuwe guidelines
binnen IAO en IMO geen afstemming heeft plaatsgevonden met de internationale visserijsector.
Evenwel is in overleg met de Nederlandse visserijsector bepaald dat het gewijzigde
Keuringsreglement vooralsnog van toepassing blijft op bemanningsleden van vissersvaartuigen.
Regeling veiligheid zeeschepen
De Regeling veiligheid zeeschepen bevat naast algemene veiligheidsvoorschriften ook
enkele aspecten die betrekking hebben op het verplicht aanwezig hebben van medische
uitrusting zoals geneesmiddelen en voorzieningen. Aanpassing van deze regeling was
noodzakelijk, omdat bepaalde middelen niet meer beschikbaar waren. Daarnaast was aanpassing
wenselijk omdat bepaalde nieuwe voorzieningen besparingen met zich mee brengen voor
reders ten opzichte van de voorzieningen voorafgaand aan deze wijzigingsregeling.
3. Uitvoering en handhaving
De uitvoering en handhaving van de onderhavige wetgeving is in handen van de Inspectie
Leefomgeving en Transport (hierna: ILT). Voor de Medisch Adviseur Scheepvaart is daarbij
een specifieke rol weggelegd. De uitvoering van de wetgeving geschiedt in de vorm
van de afgifte van geneeskundige verklaringen. Deze geneeskundige verklaringen worden
afgegeven door keuringsartsen die zijn aangewezen of erkend door de Minister van Infrastructuur
en Milieu. De aanvraag voor een geneeskundige verklaring wordt namens de minister
beoordeeld door de Medisch Adviseur Scheepvaart. Met de afgifte van een geneeskundige
verklaring wordt aangetoond dat de zeevarende in kwestie voldoet aan de toepasselijke
eisen die gelden voor de specifieke functie.
Deze regeling heeft geen verandering met zich meegebracht in deze werkwijze. De ILT
heeft een uitvoerings- en handhavingstoets uitgevoerd op deze regeling. De ILT voorziet
geen bijzondere aandachtspunten bij de uitvoering en handhaving.
4. Financiële gevolgen voor burgers, bedrijven en andere overheden
Met de wijziging van het Keuringsreglement is een besparing in de lasten bewerkstelligd
van circa € 700.250 per jaar.
Het vervallen van het verplichte onderzoek naar tuberculose brengt een besparing van
circa € 665.000 met zich mee. Het ging jaarlijks om circa 7.000 keuringen. Het onderzoek
naar tuberculose kost ongeveer € 50 per keuring. Op basis van 7.000 keuringen gaat
het om circa € 350.000 per jaar. Naast deze feitelijke kosten is er ook sprake van
tijdsbesparing en besparing in reistijd. Uitgaande van een tijdsbeslag van gemiddeld
een uur per onderzoek, een gemiddeld uurloon van de zeevarende van € 45 en van de
vermelde 7.000 zeevarenden per jaar gaat het om een besparing van circa € 315.000
per jaar.
Het vervallen van het verplichte bloedgroeponderzoek brengt een lastenverlichting
van circa € 5.250 met zich mee. Het bloedgroeponderzoek vond alleen plaats als onderdeel
van de eerste keuring bij de aanvang als zeevarende. Jaarlijks ging het om circa 350
personen per jaar à € 15.
Jaarlijks werden tientallen ontheffingen opgesteld voor zeevarenden die als gevolg
van veel voorkomende ziektebeelden zoals suikerziekte en bepaalde hartaandoeningen
ongeschikt waren voor wereldwijde zeevaart maar nog wel geschikt waren voor de vaart
binnen een beperkt vaargebied. De kosten voor de herkeuring en voor het opstellen
van een ontheffing zijn daarmee voor een aanzienlijk deel vervallen. Uitgaande van
circa 60 gevallen per jaar à € 300 levert dit een besparing op van circa € 18.000
per jaar.
Bij psychische stoornissen waaronder depressieve symptomen en ADHD was een specialistisch
onderzoek vereist. Het gewijzigde Keuringsreglement laat ook hier meer maatwerk toe.
Voor menigeen zal aanvullend onderzoek door een specialist uitsluitend ter verkrijging
van de geneeskundige verklaring zeevaart vervallen. Uitgaande van circa 40 gevallen
per jaar à € 300 levert dit een besparing op van circa € 12.000 per jaar.
Per jaar gaan circa 120 zeevarenden met een hoorapparaat naar een KNO-arts in het
kader van het verkrijgen van een ontheffing. De overgrote meerderheid van deze personen
zal in de nieuwe situatie zonder tussenkomst van de KNO-arts gekeurd kunnen worden
omdat het gewijzigde Keuringsreglement op dit punt meer maatwerk toelaat. Omdat zij
ook in de nieuwe situatie toch vaak een KNO-arts en/of audioloog zullen consulteren
om het hoorapparaat aan te schaffen of bij te stellen zal de kostenreductie hier beperkt
zijn.
Wat betreft de wijziging van de Regeling veiligheid zeeschepen wordt een verwaarloosbare
besparing in de administratieve lastendruk bewerkstelligd.
Deze regeling heeft geen financiële gevolgen voor de rijksbegroting.
5. Advisering en consultatie
De wijzigingen zijn tot stand gekomen in goed overleg met de meest representatieve
organisaties van werknemers en werkgevers in de maritieme sector, te weten Nautilus
International, de Koninklijke Vereniging van Nederlandse reders, de Vereniging van
Waterbouwers, de Redersvereniging voor de Zeevisserij, de Stichting Sectorraad Visserij
en de Nederlandse Vereniging van Kapiteins ter Koopvaardij. Met de visserijsector
zijn specifieke afspraken gemaakt zoals verwoord onder aanleiding en noodzaak. Gezien
deze consultatie en omdat deze regeling geen ingrijpende verandering teweeg heeft
gebracht in de rechten en plichten van burgers en bedrijven heeft geen internetconsulatie
(Kamerstukken 29 279, nr 114) plaatsgevonden.
Tevens heeft afstemming plaatsgevonden met andere vlaggenstaten in Noord-West Europa.
De bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Duitsland, Denemarken
en Nederland zijn een samenwerkingsverband aangegaan met als doel de uitvoering van
de medische keuringen voor de zeevaart te verbeteren. Het streven is elkaars Geneeskundige
Verklaringen Zeevaart wederzijds te erkennen op basis van een gemeenschappelijke standaard
voor het scholen van de aangewezen keuringsartsen, de uitvoering van de medische keuringen
en het afgeven van de geneeskundige verklaringen. De aangewezen keuringsartsen van
de betreffende landen kunnen allen terugvallen op dezelfde bronnen, met name:
De betreffende vlaggenstaten hebben afgesproken zoveel mogelijk aan te sluiten bij
voorhanden zijnde en relevante richtlijnen met betrekking tot medische keuringseisen.
Hierbij is ook gekeken naar het gebruik van meer gestandaardiseerde modellen, zoals
het model van de geneeskundige verklaring.
6. Inwerkingtreding/overgangsrecht
Deze wijzigingsregeling treedt met ingang van 1 oktober 2015 in werking en daarmee
op een vast verandermoment. Deze datum is ingegeven door de voorgaande wijziging van
het Keuringsreglement die in 2012 tot stand is gekomen en per 20 augustus 2013 in
werking is getreden. Op dat tijdstip werd het MAV van kracht. Vanwege MAV-vereisten
werd destijds een nieuw model van de geneeskundige verklaring voor de zeevaart zoals
bedoeld in artikel 11 van het Keuringsreglement geïntroduceerd. Omdat de geneeskundige
verklaring een geldigheidsduur kent van maximaal 2 jaar is er gedurende een afgebakende
periode wel sprake van 2 verschillende modellen van de geneeskundige verklaring. Het
oude model geneeskundige verklaring zal nog een uiterlijke geldigheidstermijn kennen
tot 20 augustus 2015.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
Onderdelen A, B en E
Met deze onderdelen is het schrappen van de eisen met betrekking tot het verplichte
onderzoek naar bloedgroep en tuberculose bij de keuring voor het verkrijgen van een
geneeskundige verklaring gerealiseerd. Dit is geregeld met de aanpassing van artikel
2, tweede lid, (onderdeel A), artikel 3, derde lid (onderdeel B, onder 1) en het schrappen
van artikel 9 (onderdeel C).
Met de wijziging van artikel 3, eerste lid, (onderdeel B, onder 2) is bewerkstelligd
dat een medische keuring voor het verkrijgen van een geneeskundige verklaring wordt
uitgevoerd met inachtneming van de keuringsaanwijzingen en medische maatstaven zoals
opgenomen in de appendices A tot en met E van de guidelines. Hierbij is er bewust
voor gekozen om deze niet te vertalen zoals dat het geval was voorafgaand aan deze
wijzigingsregeling. Het is gebleken dat bij het vertalen van de vrij gedetailleerde
en specialistische guidelines steeds kans is op kleine (interpretatie)verschillen
waardoor er onzekerheid kan ontstaan in de uitvoeringspraktijk. Met het een op een
overnemen van de Engelstalige guidelines wordt dit vermeden. Verder kan worden opgemerkt
dat het gebruik van Engelstalige guidelines voordelen heeft omdat er sprake is van
een internationaal opererende sector waarbij Engels op uitvoeringsniveau veelal de
voertaal is.
Het was niet nodig om de appendices F, G en H over te nemen.
Appendix F ‘Suggested format for recording medical examinations of seafarers’ is een
voorstel voor het opstellen van een keuringsformulier. Dit voorstel is grotendeels
overgenomen, de lay-out is aangepast aan de huisstijl van de Rijksoverheid. Dit formulier
is onder de titel ‘Medische keuring scheepvaartpersoneel’ te vinden op de website
van de ILT. Zie: http://www.ilent.nl/Images/Formulier%20medische%20keuring_tcm334-317889.pdf. Appendix G ‘Medical certificate for service at sea’ is een voorbeeld voor de Geneeskundige
Verklaring Zeevaart. Op basis van dit voorbeeld is de Nederlandse Geneeskundige Verklaring
Zeevaart opgesteld. Zie ook de toelichting bij onderdeel I. Appendix H ‘Extract from
the Maritime Labour Convention, 2006’ is een onderdeel van het op 23 februari 2006
te Genève tot stand gekomen Maritiem Arbeidsverdrag, 2006 (Trb. 2007, 93). Overname is derhalve overbodig, verwezen kan worden naar het bovengenoemde Traktatenblad.
Onderdeel C
Met dit onderdeel wordt artikel 4, eerste lid, gewijzigd in de zin dat bijlage 2 wordt
vervangen door een verwijzing naar artikel 3, eerste lid. Dit was nodig vanwege de
aanpassing van de bijlagen 1 en 2 en de verwijzing naar de appendices A tot en met
E van de guidelines.
Onderdeel D
Met de wijziging van artikel 5 is verduidelijkt dat de zeevarende verplicht kennis
dient te nemen van de inhoud van geneeskundige verklaring. Hiertoe dient hij deze
voor gezien te ondertekenen. Dit is expliciet vermeld op het formulier van de geneeskundige
verklaring. Het is wenselijk dat de keurend arts erop toeziet dat dit ook daadwerkelijk
gebeurt. Dit is bewerkstelligd met de verplichte bekrachtiging door de keurend arts.
Voor een nadere toelichting met betrekking tot het formulier wordt verwezen naar onderdeel
I.
Onderdelen F en G
Met deze onderdelen zijn de bijlagen 1 en 2 aangepast.
Voorafgaand aan deze regeling bevatte bijlage 1 algemene keuringsaanwijzingen en bijlage
2 medische maatstaven. Het betrof de vertaalde guidelines en aanwijzingen. Bijlage
1 bevat thans enkele algemene aanwijzingen in aanvulling op de guidelines.
In bijlage 2 zijn nu aanwijzingen opgenomen met betrekking tot de keuring van oog
en gezichtsvermogen en van oor en gehoor bedoeld voor de zeevarenden die geen uitkijk-
of wachtfunctie uitoefenen. Deze aanwijzingen leiden tot een minder streng regime
dan de guidelines die specifiek bedoeld zijn voor zeevarenden met een uitkijk- of
wachtfunctie. Hiermee wordt voorkomen dat aspirant zeevarenden op medische gronden
worden uitgesloten terwijl de aard van hun functie aan boord daar geen aanleiding
toe geeft. Gedacht kan worden aan functies waarbij aan gezichtvermogen en gehoor minder
strenge eisen gesteld behoeven te worden zoals personeel in de bediening of catering
aan boord van cruiseschepen en visverwerkers aan boord van visserijschepen.
Onderdeel H
Met dit onderdeel is het formulier voor de geneeskundige verklaring vervangen.
In het nieuwe formulier is onder meer aanvinken van de tuberculosetest geschrapt.
Verder is de lay-out vereenvoudigd in de zin dat de voor de toezichthouder relevante
onderdelen op de eerste bladzijde van het formulier zijn vermeld.
Artikel II
Onderdeel A
Zorginstituut Nederland, dat de rijksoverheid onder meer adviseert met betrekking
tot het gebruik van medicijnen, adviseert het middel Neomycine/polymyxine-B/hydrocortison
oordruppels niet meer voor te schrijven. Het middel is bovendien tegenwoordig moeilijk
verkrijgbaar. Polymyxine-B bevattende oordruppels zijn gelijkwaardig aan bovengenoemde
oordruppels en kunnen deze zonder meer vervangen. Deze wijziging heeft geen invloed
op de hoeveelheid van het middel dat aan boord aanwezig moet zijn. Verder is het middel
Domperidon vervangen door Metoclopramide omdat het middel uit de handel is genomen.
Onderdeel B
Met dit onderdeel is artikel 6, tabel 2, van bijlage 5 geactualiseerd. Deze tabel
bevat verpleeg- en verbandmiddelen die verplicht aan boord van schepen aanwezig moeten
zijn.
Het eerste lid betreft het vervallen van de verplichting om een verdeelblok met externe
zuurstofaansluiting aan boord aanwezig te hebben. Tussenstukken, verloopnippels, verlengslangen
en extra verdeelblokken brengen naast mogelijke technische mankementen ook met zich
mee dat de zuurstofbehandeling ten gevolge van ‘human error’ onjuist, dan wel onveilig
wordt uitgevoerd. Met het vervallen van de verplichting wordt dit risico teruggebracht.
Het tweede lid betreft een tekstuele correctie.
Met het derde lid is in het onderdeel Materiaal voor injecties, perfusie, puncties
en catherisatie, regel II.5.05.e, de term vleugelnaalden vervangen door infuusnaalden
omdat deze laatste term de correcte medische benaming is. Het vierde lid betreft het
vervangen van het onderdeel Immobilisatiemateriaal in tabel 2. Dit onderdeel omvat
de verplichte immoblisatiemiddelen die aan boord aanwezig moeten zijn. Sinds enige
tijd zijn er functionele spalken voor het immobiliseren van de ledematen op de markt
van kunststof of geïmpregneerd karton die gemakkelijker zijn in het gebruik, minder
ruimte in beslag nemen, lichter zijn van gewicht en goedkoper zijn terwijl ze ten
aanzien van het beoogde doel (immobilisatie) gelijkwaardig zijn. Gelet dit gegeven
is het onderdeel immobilisatiemiddelen herzien en geactualiseerd.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus