Besluit inzake het vaststellen van het projectplan voor vervanging damwanden tussen Woltersum en de Jan B. Bronssluis in Groningen

Kennisgeving (RWS-2015/14922)

De Minister van Infrastructuur en Milieu geeft, ingevolge artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht, kennis van het besluit om een projectplan op grond van artikel 5.4 van de Waterwet vast te stellen.

In het projectplan van 9 juni 2015, met kenmerk RWS-2015/14922, worden de keuzes van Rijkswaterstaat en Waterschap Noorderzijlvest gemotiveerd en de diverse belangen afgewogen voor het plaatsen van nieuwe damwanden langs de noordzijde van het Eemskanaal. Het betreft een traject van ruim zes kilo­meter tussen Woltersum en de Jan B. Bronssluis in Groningen. Met het plaatsen van nieuwe dam­wanden wordt het achterland beter beschermd tegen overstromingen en wateroverlast. Ook vergroot het de veiligheid en de doorstroming van de scheepvaart over het druk bevaren kanaal.

Het projectplan op grond van artikel 5.4, lid 1 van de Waterwet is genoemd in de bijlage bij art. 1.1 van de Crisis- en herstelwet, zodat de bepalingen in hoofdstuk 1, afdeling 2 van de Crisis- en herstelwet hierop van toepassing zijn.

Naar aanleiding van het ontwerpbesluit zijn geen zienswijzen ingebracht. Het besluit is ten opzichte van het ontwerp ongewijzigd.

Terinzagelegging

Het projectplan met bijbehorende stukken ligt van 16 juni tot 28 juli 2015 tijdens kantooruren ter inzage op de volgende adressen:

  • Rijkswaterstaat Noord-Nederland, Zuidersingel 3, 8911 AV Leeuwarden;

  • het districtskantoor van Rijkswaterstaat Noord-Nederland Oost, Balkendwarsweg 4, 9405 PT Assen;

  • het districtskantoor van Rijkswaterstaat Noord-Nederland West, Oedsmawei 32, 9001 ZJ Grou;

  • Waterschap Noorderzijlvest, Stedumermaar 1, 9735 AC Groningen;

  • gemeente Ten Boer, Hendrik Westerstraat 24, 9791 CT Ten Boer.

Indien u buiten kantooruren het besluit wil inzien, kunt u een afspraak maken met de heer Nijenbanning, telefoon 058 – 234 43 44. De tekst van het besluit wordt u op verzoek (digitaal) toegezonden.

Beroep

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de belanghebbende zijn woon- of vestigingsplaats heeft. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop dit besluit ter inzage is gelegd. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen over het ontwerp van dit besluit naar voren heeft gebracht.

Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het beroep zich richt;

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Inwerkingtreding besluit

Het besluit treedt in werking na bekendmaking. Op grond van artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht schorst het beroep de werking van dit besluit niet, tenzij een verzoek wordt gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening.

Voorlopige voorziening

Indien een beroepschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningen-rechter van de sector Bestuursrecht binnen het rechtsgebied waar de indiener van het beroepschrift zijn woon- of vestigingsplaats heeft. Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de verzoeker;

  • b. de dagtekening;

  • c. een vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en het nummer of kenmerk van het besluit;

  • d. de gronden van het verzoek (motivering).

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het beroepschrift te worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft overgelegd.

Naar aanleiding van het verzoek kan de bevoegde rechter een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierechten geheven. Omtrent de hoogte hiervan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dit dient te betalen, dient u contact op te noemen met de secretarie van de desbetreffende rechtbank.

U kunt ook digitaal beroep instellen bij de genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor dient u wel te beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Inlichtingen

Voor nadere inlichtingen kan tijdens kantooruren contact worden opgenomen met de heer Nijenbanning van Rijkswaterstaat, telefoon 058 – 234 43 44.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, de Directeur Netwerkmanagement Rijkswaterstaat Noord-Nederland, E. van Grol

Naar boven