Regeling van de Minister van Economische Zaken en de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 4 juni 2015, nr. WJZ/15058861, tot instelling van de Commissie Omgaan met risico’s van geïnduceerde aardbevingen

De Minister van Economische Zaken en de Minister voor Wonen en Rijksdienst,

In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op de artikelen 6 en 7 van de Kaderwet adviescolleges en artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluiten:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. commissie:

de Commissie Omgaan met risico’s van geïnduceerde aardbevingen.

Artikel 2

  • 1. Er is een Commissie Omgaan met risico’s van geïnduceerde aardbevingen.

  • 2. De commissie heeft tot taak de minister te adviseren over de te hanteren overschrijdingskansen van en normen voor aardbevingen als gevolg van de gaswinning in Groningen, over toepasselijk risicobeleid, over alternatieve benaderingen van preventieve versterking, alsmede over het omgaan met veiligheidsrisico’s van door menselijk handelen veroorzaakte aardbevingen.

Artikel 3

  • 1. De commissie brengt voor 15 juni 2015 advies uit over de elementen voor zover die relevant zijn voor het bepalen van de omvang van de toegestane gaswinning.

  • 2. De commissie brengt voor 15 december 2015 advies uit over de te hanteren normen en kaders voor de definitieve Nationale praktijkrichtlijn voor aardbevingsbestendig bouwen NPR, en over andere aspecten van het omgaan met risico’s.

Artikel 4

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en vier andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 3. De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

  • 4. De commissie kan zich laten bijstaan door een of meer gastdeskundigen.

Artikel 5

  • 1. De commissie stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2. De minister voorziet in het secretariaat van de commissie.

  • 3. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 4. De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 6

  • 1. De voorzitter van de commissie ontvangt een vergoeding per vergadering van € 333,11.

  • 2. De andere leden van de commissie ontvangen een vergoeding per vergadering van € 256,24.

Artikel 7

Te rekenen vanaf 1 maart 2015 worden tot en met 14 december 2015 tot lid van de commissie benoemd:

  • a. de heer mr. H.M. Meijdam, te Hoorn, tevens voorzitter;

  • b. de heer prof. dr. M.J.G. van Eeten, te Delft;

  • c. de heer dr. L.G. Evers, te Utrecht;

  • d. de heer drs. P.L.B.A. van Geel, te Helmond;

  • e. de heer prof. dr. I. Helsloot, te Renswoude.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2015 en vervalt met ingang van 15 december 2015.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling instelling Commissie Omgaan met risico’s van geïnduceerde aardbevingen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 4 juni 2015

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

TOELICHTING

De instelling van de hierboven bedoelde commissie vloeit voort uit een aanvulling op het bestuursakkoord ‘Vertrouwen op herstel en herstel van vertrouwen’ dat de Minister van Economische Zaken op 17 januari 2014 heeft gesloten met de provincie Groningen en de negen meest betrokken Groningse gemeenten. Over deze aanvulling op het bestuursakkoord is de Tweede Kamer geïnformeerd op 9 februari 2015 (Kamerstukken II 2014/15, 33 529, nr. 96).

Er zijn nog veel onzekerheden over de aard en de omvang van de problematiek. Partijen staan daarom voor een aanpak waarin de nodige flexibiliteit zit om in te spelen op voortschrijdende inzichten, opgedane ervaringen en nieuwe onderzoeksresultaten. Met deze regeling wordt daarom een commissie ingesteld die in ieder geval advies zal geven over de te hanteren normstelling en overschrijdingskansen, alsmede over eventuele alternatieve benaderingen.

In december 2014 heeft de commissie Haenen een impact assessment uitgebracht van de Nationale praktijkrichtlijn voor aardbevingsbestendig bouwen (NPR). Uit de impact assessment vloeien de volgende vragen voort, die de commissie zal beantwoorden:

  • 1. Welke overschrijdingskans is technisch wetenschappelijk realistisch voor geïnduceerde bevingen in Nederland en wat betekent dit voor de aannames in de NPR over de overschrijdingskans en de contouren?

  • 2. Welke veiligheidsnorm voor geïnduceerde bevingen is proportioneel, welke argumenten zijn er voor deze keuze en hoe verhoudt het risico van door gaswinning veroorzaakte aardbevingen zich tot andere risico’s in de regio?

  • 3. Zijn er eventuele alternatieve benaderingen denkbaar om gebouwen preventief te versterken, en hoe kan in de praktijk rekening worden gehouden met bijstelling van de normen op basis van monitoring of eventueel veranderende risicoperceptie?

  • 4. Zullen alle in gang gezette technische en compenserende maatregelen recht doen aan de bevolking of is daarvoor ook iets anders nodig?

Voor 15 juni 2015 brengt de commissie advies uit over de vragen 1 en 2 voor zover die relevant zijn voor het bepalen van de omvang van de toegestane gaswinning. Voor 15 december 2015 brengt de commissie advies uit naar aanleiding van alle vier de vragen, evenals advies uit over de te hanteren normen en kaders voor de definitieve NPR. Groningse bestuurders hechten er veel waarde aan als de commissie royale aandacht kan besteden aan vraag 3.

Voor het beantwoorden van deze vragen maken de commissieleden ook gebruik van de kennis en expertise van andere deskundigen. Dit kunnen buitenlandse deskundigen zijn. Daarnaast kunnen ook incidenteel enkele gastdeskundigen worden ingeschakeld voor bepaalde specifieke vragen.

Aangezien de commissie inmiddels is begonnen heeft de regeling terugwerkende kracht tot 1 maart 2015. De voorzitter en de leden worden benoemd tot 15 december 2015. De Minister voor Wonen en Rijksdienst ondertekent alleen voor de instelling van de commissie en niet voor de benoemingen van de voorzitter en de leden.

De voorzitter en de leden krijgen een vergoeding per vergadering conform de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies. Ook de gastdeskundigen kunnen zo’n vergadervergoeding krijgen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven