Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 3 juni 2015, nr. WJZ/14213594, houdende wijziging van het Besluit erkenning bewijs van vakbekwaamheid gezelschapsdieren

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 10.1, eerste lid, van de Wet dieren en artikel 3.11, eerste en vierde lid, van het Besluit houders van dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit erkenning bewijs van vakbekwaamheid gezelschapsdieren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. een certificaat wettelijke beroepsvereisten gezelschapsdieren Besluit houders van dieren als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Regeling certificaten groen beroepsonderwijs, of een diploma dat mede dat certificaat omvat en dat voldoet aan de op grond van artikelen 7.2.4 en 7.2.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs vastgestelde kwalificaties en beroepsvereisten;.

2. Onderdeel b vervalt.

3. Onderdelen c en d worden geletterd b en c.

4. In onderdeel b (nieuw) wordt voor de zinsnede ‘de verleende graad Master’ de volgende zinsnede ingevoegd: ten aanzien van de diergroepen hond en kat, overige zoogdieren en vogels,.

5. In onderdeel c (nieuw) wordt voor de zinsnede ‘het getuigschrift waaruit blijkt’ de volgende zinsnede ingevoegd: ten aanzien van de diergroepen hond en kat, overige zoogdieren en vogels,.

6. Onderdeel e vervalt.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Van de verplichting in artikel 3.11, eerste en vierde lid, van het Besluit houders van dieren wordt vrijstelling verleend tot 1 juli 2016 voor de diergroepen: overige zoogdieren, vogels, vissen en herpeten.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2015.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 3 juni 2015

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, t.a.v. de afdeling Juridische Zaken, Postbus 93144, 2509 AC Den Haag.

TOELICHTING

In paragraaf 3.2 van het Besluit houders van dieren staan bepalingen over bedrijfsmatige activiteiten met gezelschapsdieren. Bedrijfsmatige activiteiten betreffen bijvoorbeeld de opvang, handelen in of fokken met gezelschapsdieren.

Onder andere is het op grond van artikel 3.11 van het Besluit houders van dieren verplicht dat een beheerder van een inrichting waar bedrijfsmatige activiteiten met gezelschapsdieren worden verricht, beschikt over een erkend bewijs van vakbekwaamheid. Ook moet de organisator van een tentoonstelling, beurs of markt, ervoor zorgen dat er iemand aanwezig is met een bewijs van vakbekwaamheid (artikel 3.11, vierde lid, Besluit houders van dieren). Om een bewijs van vakbekwaamheid te verkrijgen, moet de beheerder een opleiding met goed gevolg hebben afgesloten, die is toegespitst op de diergroep waarmee hij gaat werken. De diergroepen zijn hond en kat, overige zoogdieren, vogels, vissen en herpeten (artikel 8.6 Regeling houders van dieren).

Alle bepalingen uit paragraaf 3.2 van het Besluit houders van dieren traden op 1 juli 2014 in werking, met uitzondering van artikel 3.11. Omdat er nog geen opleidingsmogelijkheden bestonden voor het behalen van het wettelijke vakbekwaamheidsbewijs voor bedrijfsmatige activiteiten met andere gezelschapsdieren dan honden en katten zou deze verplichting pas vanaf 1 juli 2015 gaan gelden. Dit gaf de onderwijsinstellingen de gelegenheid om opleidingen te ontwikkelen en de beheerders de mogelijkheid om die opleiding te volgen.

Het is echter gebleken dat deze termijn te kort is om opleidingen voor de nieuwe diergroepen te ontwikkelen. Daarom wordt uitstel verleend van de verplichting tot het hebben van een bewijs van vakbekwaamheid tot 1 juli 2016 voor de andere diergroepen dan hond en kat. Dit wordt geregeld door de wijziging van artikel 2 van het Besluit erkenning bewijs van vakbekwaamheid.

Voor de diergroep hond en kat is artikel 3.11 van het Besluit houders van dieren vanaf 1 juli 2015 van kracht. Evenals ten tijde van het Honden- en kattenbesluit 1999, dient men per die datum voor bedrijfsmatige activiteiten met honden en katten in bezit te zijn van een wettelijk vakbekwaamheidsbewijs. Verder uitstel is voor deze diergroep niet nodig, omdat er al voldoende opleidingsmogelijkheden bestaan voor honden en katten.

Het uitstel van de verplichting tot het hebben van een erkend bewijs van vakbekwaamheid geldt voor nieuwe inrichtingen die zijn gestart op of na 1 juli 2015. Voor inrichtingen die op 1 juli 2015 reeds in gebruik zijn, is voorzien in een overgangstermijn tot 1 juli 2020. Dit zijn bijvoorbeeld inrichtingen waar andere dieren dan honden en katten worden gehouden (artikel 6.6 Besluit houders van dieren).

Het uitstel tot 1 juli 2016 voor andere diergroepen dan hond en kat geldt ook voor de verplichting om op tentoonstellingen, beurzen en markten een persoon aanwezig te hebben die een erkend bewijs van vakbekwaamheid bezit (artikel 3.11, vierde lid, van het Besluit houders van dieren).

Het Besluit erkenning bewijs van vakbekwaamheid gezelschapsdieren is op nog twee onderdelen gewijzigd.

In het Besluit erkenning bewijs van vakbekwaamheid gezelschapsdieren is bepaald dat een getuigschrift of een verleende graad tot Master op het gebied van diergeneeskunde een erkend bewijs van vakbekwaamheid is. Met onderhavige wijziging wordt daarop een uitzondering gemaakt voor de diergroepen herpeten en vissen. Als er bedrijfsmatige activiteiten met de diergroepen herpeten en vissen worden uitgevoerd is op grond van nader onderzoek gebleken dat een dierenartsdiploma niet voldoende is om te fungeren als bewijs van vakbekwaamheid. Daartoe zijn de onderdelen b (nieuw) en c (nieuw) van artikel 1 gewijzigd.

De tweede wijziging betreft het vervallen van artikel 1, onderdeel e, van het Besluit erkenning bewijs van vakbekwaamheid gezelschapsdieren, omdat dit een materieel uitgewerkte bepaling is. In dit onderdeel was geregeld dat een behaald certificaat of diploma dat alle in dit artikel 1, onderdeel e, genoemde deelkwalificaties bevatte, voldoende was om als erkend bewijs van vakbekwaamheid te worden erkend. Vanwege wijzigingen in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en onderliggende regelgeving, bestaat de mogelijkheid om deelkwalificaties te halen inmiddels niet meer. Deze konden tot 1 augustus 2014 behaald worden. Indien een diploma of certificaat behaald is door middel van deze deelkwalificaties en op grond daarvan een bewijs van vakbekwaamheid is verkregen tot 1 augustus 2014, dan blijft dit bewijs van vakbekwaamheid geldig op grond van artikel 6.6 van het Besluit houders van dieren.

Dit besluit treedt op 1 juli 2015 in werking.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven