Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 28 mei 2015, nr. 636335, houdende voorschriften betreffende de berekening en uitkering van de rente, toegevoegd aan de bijzondere rekeningen van deurwaarders in Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Regeling rente bijzondere rekeningen deurwaarders BES)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 12a, zevende lid, van de Deurwaarderswet BES,

Besluit:

Artikel 1

De rente wordt berekend aan de hand van het rentepercentage dat in het normale economische verkeer, mede gelet op het gemiddelde bedrag op de bijzondere rekening of rekeningen, gebruikelijk is.

Artikel 2

Tenzij de deurwaarder en de rechthebbende schriftelijk anders zijn overeengekomen, wordt de aan het aandeel van de rechthebbende op de bijzondere rekening(en) toegevoegde rente zo snel mogelijk, doch uiterlijk gelijk met het aandeel aan de rechthebbende uitgekeerd.

Artikel 3

  • 1. Indien het aandeel van de rechthebbende op de bijzondere rekening(en) bij aanvang van iedere eerste dag van twee opeenvolgende maanden hoger is dan 500 USD, wordt de rente per maand berekend over de helft van de som van het aandeel bij aanvang van genoemde dagen.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid, wordt bij de vaststelling van de hoogte van het aandeel niet betrokken het aandeel van de rechthebbende in ontvangen bedragen, voor zover dat aandeel aan de rechthebbende is uitgekeerd binnen vijf dagen nadat het bedrag op de bijzondere rekening(en) is ontvangen.

  • 3. Voor de toepassing van het eerste lid, wordt de rente die gedurende enige maand over het aandeel van de rechthebbende is gekweekt, geacht aan dat aandeel te zijn toegevoegd op de tweede dag van de dag van de daarop volgende maand.

  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het aandeel van de rechthebbende in ontvangen bedragen groter dan 10.000 USD, dat niet aan de rechthebbende is uitgekeerd binnen vijf dagen nadat het bedrag op de bijzondere rekening(en) is ontvangen. In dat geval wordt de rente berekend over de periode waarin het aandeel van de rechthebbende blijkens de valuta-data op de bijzondere rekening of rekeningen heeft gestaan.

  • 5. Onverminderd het vierde lid behoeft over de voorafgaande maand geen rente te worden berekend, indien het aandeel van de rechthebbende op de bijzondere rekening(en) bij aanvang van de eerste dag van de maand lager is dan of gelijk is aan 500 USD.

Artikel 4

Zodra de hoogte daarvan vaststaat, wordt de deurwaarder rechthebbende op rentegelden die:

  • a. op grond van artikel 3 niet worden uitgekeerd, of

  • b. zijn gekweekt over saldi die hij op grond van de opdrachtverlening kan verrekenen en heeft verrekend.

Artikel 5

Artikel 3 blijft buiten toepassing op het aandeel van de rechthebbende dat is ontvangen op een afzonderlijke bijzondere rekening die uitsluitend bestemd is voor gelden die de deurwaarder in verband met zijn werkzaamheden ten behoeve van een individuele rechthebbende onder zich neemt.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rente bijzondere rekeningen deurwaarders BES.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 mei 2015

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

TOELICHTING

Artikel 12a, zevende lid, van de Deurwaarderswet BES schrijft voor dat bij ministeriële regeling regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van berekening en uitkering van de rente en dat een bedrag wordt vastgesteld waaronder geen rente door de deurwaarder aan de rechthebbende verschuldigd is. De onderhavige regeling strekt tot uitvoering daarvan. Uitgangspunt is dat de rente die wordt gekweekt over de gelden die de deurwaarder ten behoeve van derden onder zich heeft, daadwerkelijk aan de rechthebbenden wordt afgedragen en dat de deurwaarder in beginsel financieel voordeel noch nadeel ondervindt van de rente die aan het saldo wordt toegevoegd. Dat afdrachtsbeginsel is in artikel 12a van de Deurwaarderswet BES verankerd. Voorts dient het aandeel op de bijzondere rekening zo snel mogelijk door de deurwaarder aan de rechthebbende te worden uitgekeerd.

Artikel 1

Dit artikel bepaalt dat de over het aandeel van de rechthebbende gekweekte rente zo snel mogelijk, doch uiterlijk gelijk met het aandeel aan de rechthebbende wordt uitgekeerd. De mogelijkheid tot periodieke uitkering is niet uitgesloten, mits de rechthebbende en deurwaarder dat nadrukkelijk en schriftelijk zijn overeengekomen.

Artikel 2

Gezien de verschillen tussen de door de kredietinstellingen gehanteerde rentepercentages en de fluctuaties in de rentestand, wordt geen vast rentepercentage genoemd. Daarnaast is het in de deurwaarderspraktijk niet realiseerbaar om daadwerkelijk aan ieder van de kleine aandelen op de bijzondere rekening toegevoegde rente (op dagbasis) te berekenen. Het begrip ‘rentepercentage dat in het normale economisch verkeer in Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba [...] gebruikelijk is’ staat toe dat rekening kan worden gehouden met de individuele omstandigheden van een deurwaarder. De deurwaarder kan met de kredietinstelling(en) afspraken maken die bij de specifieke situatie passen, waarbij onder meer de gemiddelde hoogte van het saldo op één of meer bijzondere rekening(en) betrokken kunnen worden. Daarbij past het de deurwaarder als professioneel opdrachtgever een marktconforme rente te bedingen.

Artikel 3

Voor de renteberekening wordt uitgegaan van het totale aandeel van de individuele rechthebbende, en niet van de individuele opdracht. Dat aandeel wordt maandelijks vastgesteld. In het algemeen zal de deurwaarder de rente bepalen aan de hand van de saldi per rechthebbende bij aanvang van de eerste dag van iedere maand. Indien het aandeel van de rechthebbende op de eerste dag van twee opeenvolgende maanden meer bedraagt dan USD 500, over de tussenliggende maand de rente berekend. Omdat de saldi van iedere rechthebbende in die periode kunnen fluctueren, wordt de rente berekend over het gemiddelde saldo bij aanvang iedere eerste dag van de twee opeenvolgende maanden. Opwaartse en neerwaartse mutaties in de hoogte van het aandeel in die maand hebben geen invloed op de berekeningswijze.

Het tweede lid bepaalt dat het aandeel van de rechthebbende in bedragen, dat aan de rechthebbende is uitgekeerd binnen vijf dagen nadat het bedrag op de bijzondere rekening is ontvangen, buiten beschouwing blijft bij de berekening van het aandeel van de rechthebbende. Ter voorkoming van het ongewenste gevolg dat bij (zeer) grote bedragen, die in korte tijd een aanzienlijke rente genereren, geen rente wordt berekend indien de grote bedragen niet met de nodige spoed worden uitgekeerd, maar ook niet op de eerste dag van twee achtereenvolgende maanden op de bijzondere rekening staan, voorziet het vierde lid voor dergelijke gevallen in een afzonderlijke regeling, waarbij de rente wordt berekend aan de hand van de periode waarin het daadwerkelijk op de bijzondere rekening heeft gestaan.

Artikel 4

Dit artikel voorkomt dat resterende rentegelden die niet worden uitgekeerd, voorgoed op de bijzondere rekening achterblijven en maakt het mogelijk dat de deurwaarder gerechtigde wordt. In het belang van de rechthebbende, is het vereist dat de hoogte van die gelden vast staat en bijvoorbeeld uit de jaarrekening, de balans, de staat van baten en lasten en de toelichting daarop blijkt.

Onderdeel b ziet met name op de situatie waarin de deurwaarder zelf tot de rechthebbenden behoort. Het is gebruikelijk dat deurwaarders incasseren met inbegrip van alle op de vordering drukkende kosten, die de opdrachtgever in rekening brengt bij de debiteur. Ter zake van het incasseren ontstaat naast een verplichting op de geïncasseerde gelden af te dragen een vordering op de opdrachtgever. Debiteuren van de opdrachtgever zullen hun betalingen, inclusief het schuldenaarstarief ter gehele of gedeeltelijke afdekking van de kosten van de opdrachtgever, naar de bijzondere rekening moeten overmaken. De deurwaarder, die incasseert met inbegrip van de door de opdrachtgever te vergoeden kosten en honoraria, kan met de opdrachtgever overeenkomen dat hij de kosten na ontvangst van betalingen mag uitsplitsen, zodat deze tot zijn aandeel gaan behoren, niet rentegevend zijn en naar de kantoorrekening kunnen worden overgeboekt.

’s-Gravenhage, 28 mei 2015

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven