Wijziging Organisatiebesluit BZK

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in overeenstemming met de Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011 en artikel 19 van het Organisatiebesluit BZK 2012;

Besluit

ARTIKEL I

Het Organisatiebesluit BZK 2012 als volgt te wijzigen:

Artikel 6, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel k vervalt: , de Vertegenwoordigingen, de Rijksdienst Caribisch Nederland.

2. Onderdeel l wordt geletterd tot onderdeel m.

3. Een nieuw onderdeel l wordt toegevoegd, luidende:

  • l. het beheersmatig en inhoudelijk aansturen van de Rijksdienst Caribisch Nederland;

ARTIKEL II

A

Onder vernummering van het zevende lid tot het achtste lid wordt aan artikel 3 een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. De directeur Personeel en Organisatie voert het secretariaat van de bespreking van het departementale personeelsbeleid.

B

Artikel 15, derde lid, komt te luiden:

  • 3. De dienst bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. het bureau Dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering (bDCB);

    • b. het bureau Regie Bedrijfsvoering BZK (bRB);

    • c. de directie Bestuursondersteuning (BO);

    • d. de directie Financieel-economische Zaken (FEZ);

    • e. de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving (CZW);

    • f. de directie Communicatie (C);

    • g. de directie Personeel en Organisatie (PO);

    • h. het gemeenschappelijk secretariaat van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) en de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv).

C

In artikel 17, derde lid, wordt ‘dienst- en organisatieonderdelen een capaciteitsplan vast’ vervangen door: dienst- en organisatieonderdelen periodiek een capaciteitsplan vast.

ARTIKEL III

Aan artikel 7, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. het voeren van het centraal opdrachtgeverschap aan de baten-lastendienst P-Direkt voor de uitvoering van de standaard dienstverlening en het beheren van het budget dat in het kader van de centrale bekostiging is overgedragen.

ARTIKEL IV

A

In artikel 8, derde lid, onderdeel h, wordt ‘de baten-lastendienst Basisregistratie, Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BRP)’ vervangen door: de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG).

B

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h. het uitvoeren van HRM-dienstverlening voor de bewindspersonen.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Het Bureau ABD bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. de directie Management Development Rijk;

    • b. de directie Beleid en Bestuursondersteuning;

    • c. ABD Topconsult.

ARTIKEL V

Aan artikel 8, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. het nemen van besluiten en verrichten van handelingen ter uitvoering van de Wet raadgevend referendum.

ARTIKEL VI

  • 1. Dit besluit treedt, met uitzondering van artikel V, in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat:

    • a. artikel I terugwerkt tot en met 1 september 2013;

    • b. artikel II terugwerkt tot en met 1 maart 2014;

    • c. artikel III terugwerkt tot en met 1 januari 2015;

    • d. artikel IV terugwerkt tot en met 1 maart 2015;

  • 2. Artikel V treedt in werking met ingang van 1 juli 2015.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

Artikelsgewijs

Artikel I

Per 1 september 2013 is de secretaris-generaal belast met de inhoudelijke en beheersmatige aansturing van de Rijksdienst Caribisch Nederland.

Artikel II

In artikel 3 wordt de werkwijze van de Bestuursraad geregeld. In de Bestuursraad wordt ook het departementale personeelsbeleid behandeld. Daarnaast wordt overlegd over de vacatures die door de ABD voor haar doelgroep worden behandeld. De definitie van de ABD-doelgroep is als volgt:

  • alle medewerkers in schaal 17 en hoger;

  • alle managers in schaal 15 en 16 en met eindverantwoordelijkheid.

De directeur Personeel en Organisatie voert hierbij het secretariaat.

Per 1 maart 2014 voert de directeur Financieel-economische Zaken de rol van departementale coördinerend directeur Inkoop (CDI) uit. De bijbehorende werkzaamheden zijn overgeheveld vanuit bureau Regie naar FEZ. De directeur Bestuursondersteuning is belast met de rol van Chief Information Officer (CIO). De werkzaamheden zijn vanuit bureau DCB overgeheveld naar BO. Deze rollen waren eerder belegd bij de hoofddirecteur Dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering.

Artikel III

De aansturing van de bedrijfsvoering van het Rijk wordt heringericht. Eén aspect hiervan is de invoering van het centraal opdrachtgeverschap voor de generieke dienstverlening door een Shared Service Organisaties (SSO). Het centraal opdrachtgeverschap houdt onder ander in:

  • het opdracht verlenen aan de SSO, mede namens de andere afnemers;

  • het vertegenwoordigen van de afnemers met betrekking tot de generieke dienstverlening in het bestuurlijk overleg;

  • het toezicht houden op de kwaliteit en de kosten van de door de SSO geleverde dienstverlening.

Het centraal opdrachtgeverschap voor P-Direkt is per 1 januari 2015 belegd bij de directeur Organisatie Personeelsbeleid Rijk (OPR). Er is sprake van centrale bekostiging, dat wil zeggen dat de deelnemende ministeries hun budget hebben overgeheveld naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De centraal opdrachtgever is beheerder van dit budget en is als budgethouder verantwoordelijk voor alle bijbehorende werkzaamheden, zoals begrotingsvoorbereiding en toezicht op budgetuitputting.

Basis voor de rol van centraal opdrachtgever tevens budgethouder van P-Direkt is de ‘Startnotitie nieuwe aansturing EC O&P en P-Direkt op basis van kader SGO 5’ van 17 september 2014, definitief vastgesteld op 29 september 2014.

Artikel IV

Per 1 juli 2015 treedt de Wet raadgevend referendum in werking. Op grond van deze wet moet de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties binnen een week na bekrachtiging van een wet besluiten of de wet referendabel is en hiervan mededeling doen in de Staatscourant. Deze werkzaamheden worden belegd bij DGBK.

Het Bureau Algemene Bestuursdienst heeft een scheiding aangebracht tussen beleid en uitvoering. Deze scheiding moet bijdragen aan de verhoging van de kwaliteit van het topmanagement en een intelligentere mobiliteit. De gewijzigde organisatiestructuur is een bestendiging van de ontwikkelingen die op dit vlak reeds in gang zijn gezet.

Artikel V

Na het van kracht worden van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP) per 6 januari 2014 is, om verwarring te voorkomen met de afkorting van het Agentschap Basisadministratie, Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR), gekozen voor het wijzigen van de naam van het agentschap in Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven