Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) | Staatscourant 2015, 14541 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) | Staatscourant 2015, 14541 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;
Besluit:
De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Paragraaf C7/23 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:
Ten aanzien van Somalië geldt een besluit in de zin van artikel 43, aanhef en onder a, Vw, voor vreemdelingen afkomstig uit die gebieden in Centraal- en Zuid-Somalië die onder controle staan van Al-Shabaab.
De IND beschouwt Somalië niet als land waarin sprake is van groepsvervolging.
De IND heeft met betrekking tot Somalië uitsluitend de volgende risicogroepen aangewezen:
• Overheidsfunctionarissen;
• Leden van het gerechtelijk apparaat;
• Leden van AMISOM;
• Personen werkzaam voor internationale organisaties of internationale delegaties;
• Personen die er door Al-Shabaab van worden verdacht te spioneren voor de overheid;
• Journalisten.
Vreemdelingen die behoren tot een risicogroep kunnen, behoudens contra-indicaties op basis van geringe indicaties in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a. Dit beleid geldt voor geheel Zuid- en Centraal Somalië, inclusief Mogadishu.
Een vreemdeling die zich erop beroept dat hij er door Al-Shabaab van wordt verdacht te spioneren voor de overheid en afkomstig is uit gebieden die niet onder controle staan van Al-Shabaab (inclusief Mogadishu), zal aannemelijk moeten maken dat juist hij zal worden geconfronteerd met Al-Shabaab. De enkele terugkeer uit het Westen is daartoe onvoldoende.
In Somalië (inclusief Mogadishu) is geen sprake van een uitzonderlijke situatie als bedoeld in artikel 3 EVRM.
De IND herbeoordeelt vooralsnog niet de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd die aan Somaliërs verleend zijn op grond van de uitzonderlijke situatie zoals bedoeld in artikel 15c van de richtlijn 2011/95/EU die heeft gegolden ten aanzien van personen afkomstig uit Mogadishu. De IND zal niet eerder overgaan tot intrekking, tot is gebleken van een wijziging van omstandigheden die een voldoende ingrijpend en niet-voorbijgaand karakter heeft (zie artikel 3.37e VV).
De IND wijst om diezelfde reden niet aanvragen tot verlenging van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd of een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd af van vreemdelingen die op grond van de uitzonderlijke situatie zoals bedoeld in artikel 15c van de richtlijn 2011/95/EU in het bezit zijn van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
In Somalië is geen sprake van systematische blootstelling van een specifieke groep aan een behandeling in strijd met artikel 3 EVRM.
De IND herbeoordeelt vooralsnog niet de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd die aan Somaliërs verleend zijn op grond van het behoren tot de Benadiri/Reer Hamar. De IND zal niet eerder overgaan tot intrekking, tot is gebleken van een wijziging van omstandigheden die een voldoende ingrijpend en niet-voorbijgaand karakter heeft (zie artikel 3.37e VV).
De IND wijst om diezelfde reden niet aanvragen tot verlenging van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd of een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd af van vreemdelingen die op grond het behoren tot de Benadiri/Reer Hamar in het bezit zijn van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
Een alleenstaande vrouw kan in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw, indien als zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij een gegronde vrees heeft voor een onmenselijke behandeling bij terugkeer naar Somalië.
De IND beschouwt een vrouw in ieder geval als alleenstaand, indien als:
• de huwelijksband met de echtgenoot is verbroken;
• zij ongehuwd is en de gezinsband waartoe zij ten tijde van haar vertrek uit Somalië behoorde is verbroken.
De IND heeft met betrekking tot Somalië geen kwetsbare minderheidsgroepen aangewezen.
De IND verleent, behoudens contra-indicaties, in ieder geval een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw aan een vreemdeling afkomstig uit Centraal- en Zuid-Somalië, indien als de vreemdeling voldoet aan alle volgende voorwaarden:
a. de vreemdeling is afkomstig uit een gebied dat onder controle staat van Al-Shabaab of dit gebied uitsluitend kan bereiken via een gebied dat onder de controle staat van Al-Shabaab;
b. de vreemdeling heeft aannemelijk gemaakt dat hij zich niet kan handhaven onder de regels van Al-Shabaab.
Deze opsomming is cumulatief.
Ad b.
De IND betrekt bij de beoordeling van de vraag of de vreemdeling zich kan handhaven onder de regels van Al-Shabaab in ieder geval de volgende aspecten:
• de ervaringen van de vreemdeling met het leven onder de regels van Al-Shabaab;
• de omstandigheid dat de vreemdeling al dan niet recentelijk is vertrokken;
• de mate waarin de vreemdeling vanwege verwestersing de negatieve aandacht van Al-Shabaab kan wekken, voor zover de vreemdeling ervaring heeft met het leven onder de regels van Al-Shabaab.
Doordat Mogadishu niet onder controle staat van Al-Shabaab, is het voor de terugkeer naar Mogadishu niet noodzakelijk dat de vreemdeling ervaring heeft met het leven onder Al-Shabaab.
Bij de beoordeling of het verblijf in Nederland bij een individuele Somalische vreemdeling heeft geleid tot een verwestersing waarbij een of meer specifieke kenmerken bij terugkeer feitelijk niet meer verborgen kunnen worden gehouden, spelen in ieder geval de volgende elementen een rol:
• de duur van het verblijf van de vreemdeling in Nederland; hierbij geldt als uitgangspunt dat bij vreemdelingen die meerderjarig waren toen zij Nederland inreisden en die minder dan tien jaar in Nederland hebben verbleven, in beginsel niet wordt aangenomen dat er sprake is van verwestersing;
• de leeftijd bij aankomst in Nederland; zo zal van een vreemdeling die minderjarig was bij inreis, in Nederland onderwijs genoten heeft en meerdere van zijn vormende jaren (de leerplichtige periode) in Nederland heeft doorgebracht eerder kunnen worden aangenomen dat er sprake is van verwestersing. Hierbij wordt tevens het aantal vormende jaren betrokken dat de vreemdeling in Somalië heeft doorgebracht;
• de mate waarin de vreemdeling de Nederlandse taal beheerst;
• de mate waarin de vreemdeling deelneemt aan de Nederlandse samenleving.
De IND verlangt van vreemdelingen afkomstig uit Centraal- en Zuid-Somalië niet dat zij zich tot de (lokale) autoriteiten hebben gewend voor bescherming.
De IND acht het voor de volgende categorieën vreemdelingen in ieder geval niet aannemelijk dat het voor de vreemdeling in Somalië (inclusief Noord-Somalië) mogelijk is de bescherming te verkrijgen van de autoriteiten of internationale organisaties:
• vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor (seksuele) geweldpleging;
• vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor besnijdenis.
In Somalië is in zijn algemeenheid geen sprake van een binnenlands vlucht- en of/vestigingsalternatief, tenzij de vreemdeling onder naar plaatselijke maatstaven gemeten redelijke omstandigheden tenminste zes maanden voorafgaand aan zijn vertrek heeft verbleven in:
• Puntland (met uitzondering van Noord-Galkayo), in de periode vanaf 1991;
• Somaliland, in de periode vanaf 1997;
• Sool; of
• Sanaag.
Van de vreemdeling wordt verwacht dat hij zich in het desbetreffende gebied kan handhaven.
Uitzonderingen voor wie geen vestigingsalternatief geldt in Somalië (inclusief Noord-Somalië) zijn in ieder geval:
• vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor (seksuele) geweldpleging;
• vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor besnijdenis.
Voorts kan een vlucht- of vestigingsalternatief worden aangenomen als er sprake is van concrete aanknopingspunten op basis waarvan in individuele gevallen geconcludeerd kan worden dat de persoon zich buiten het gebied van herkomst kan vestigen. Hierbij betrekt de IND, naast de in artikel 3.37d VV genoemde voorwaarden die in het algemeen gelden voor het tegenwerpen van een vestigingsalternatief, in de individuele zaak van de vreemdeling, in ieder geval de volgende aanknopingspunten:
• eerder verblijf in dat gebied;
• de aanwezigheid van naaste familie.
Ook een vlucht- of vestigingsalternatief in Mogadishu wordt niet op voorhand uitgesloten. In individuele gevallen waarbij er concrete aanknopingspunten zijn in het asielrelaas dat een vreemdeling zich in Mogadishu kan vestigen, kan dit aan de vreemdeling worden tegengeworpen.
Aan de hand van paragraaf B8/6 Vc wordt beoordeeld of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.
Daarbij geldt voor Somalië in ieder geval dat:
• algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn;
• de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.
Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 11 mei 2015
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de directeur-generaal Vreemdelingenzaken, J.C. Goet
Naar aanleiding van het Algemeen Ambtsbericht Somalië van december 2014 zijn in de brief aan de Tweede Kamer van 20 april 2015 de beleidsgevolgen beschreven en toegelicht.
Op grond van de informatie in het ambtsbericht is onvoldoende duidelijk welke risico’s Somalische vreemdelingen lopen bij terugkeer naar gebieden die onder controle staan van Al-Shabaab. Om die reden wordt er een besluit- en vertrekmoratorium ingesteld, voor de duur van zes maanden, voor vreemdelingen afkomstig uit gebieden in Zuid- en Centraal Somalië die onder controle staan van Al-Shabaab.
Gelet op de onverminderd slechte situatie in Zuid- en Centraal Somalië en Mogadishu en de omstandigheid dat Al-Shabaab met name gerichte aanslagen pleegt op specifieke groepen, bestaat nog steeds aanleiding om speciaal beleid te voeren ten aanzien van een aantal groepen. De in het bestaande beleid genoemde aandachtsgroepen worden voortaan aangemerkt als risicogroepen. Journalisten zijn als risicogroep toegevoegd. Het beleid voor deze specifieke groepen geldt voor geheel Zuid- en Centraal Somalië, inclusief Mogadishu, nu Al-Shabaab in geheel Zuid- en Centraal Somalië gerichte aanslagen pleegt op genoemde groepen.
Hoewel in zijn algemeenheid geldt dat geen sprake is van een binnenlands vlucht- en/of vestigingsalternatief wordt wel gekeken naar omstandigheden of de vreemdeling zich buiten het gebied van herkomst kan vestigen.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de directeur-generaal Vreemdelingenzaken, J.C. Goet
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-14541.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.