Besluit van de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, van 18 december 2014, nr. IENM/ILT-2014/70070, houdende inrichting van de organisatie en verlening van mandaat, volmacht en machtiging Inspectie Leefomgeving en Transport 2015 (Organisatie- en mandaatbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport 2015)

DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT,

Gelet op artikel 23, tweede lid, onder a en b, van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012, artikel 1, vierde lid, van het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport en de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen organisatie Inspectie Leefomgeving en Transport

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. inspecteur-generaal:

inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport;

b. directeur:

directeur, bedoeld in artikel 2, tweede lid;

c. afdelingshoofd:

afdelingshoofd, bedoeld in artikel 2, derde lid;

d. aan de inspecteur-generaal gemandateerde bevoegdheden:

aan de inspecteur-generaal krachtens artikel 23, eerste lid, van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012 gemandateerde bevoegdheden;

e. inspecteur ILT:

inspecteur van de Inspectie Leefomgeving en Transport.

Artikel 2 Hoofdstructuur Inspectie Leefomgeving en Transport

  • 1. De Inspectie Leefomgeving en Transport, zoals weergegeven in de bij dit besluit behorende bijlage, bestaat uit:

    • a. de inspecteur-generaal;

    • b. domeinen onderverdeeld in afdelingen;

    • c. directies onderverdeeld in afdelingen; en

    • d. het team Juridische Zaken, rechtstreeks ressorterend onder de inspecteur-generaal.

  • 2. De directies en domeinen staan elk onder leiding van een directeur.

  • 3. De afdelingen staan elk onder leiding van een afdelingshoofd.

  • 4. De inspecteur-generaal en de directeuren vormen het directieteam van de Inspectie Leefomgeving en Transport.

  • 5. De directeur en de afdelingshoofden van een directie of domein vormen het managementteam van die directie of dat domein.

Artikel 3 Plaatsvervanging

  • 1. Bij afwezigheid of verhindering van de inspecteur-generaal is de directeur ILT/Handhavingsbeleid bevoegd om als diens plaatsvervanger op te treden.

  • 2. Bij afwezigheid of verhindering van een directeur zijn de overige directeuren en de afdelingshoofden binnen een domein of directie bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 3. Bij afwezigheid of verhindering van een afdelingshoofd zijn de overige afdelingshoofden binnen een domein of directie bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 4. Plaatsvervanging geschiedt voor het overige overeenkomstig daartoe strekkende instructies van de inspecteur-generaal en de functionaris die bij afwezigheid of verhindering wordt vervangen.

Paragraaf 2. Mandaat

Artikel 4 Mandaat van aan de inspecteur-generaal gemandateerde bevoegdheden

  • 1. Aan de directeuren en afdelingshoofden worden de aan de inspecteur-generaal gemandateerde bevoegdheden, die behoren bij de uitoefening van hun taken, in mandaat verleend.

  • 2. Aan de volgende functionarissen worden de aan de inspecteur-generaal gemandateerde bevoegdheden, die behoren bij de uitoefening van hun taken, eveneens in mandaat verleend:

    • a. de inspecteurs ILT;

    • b. de daartoe door inspecteur-generaal aangewezen functionarissen van het team Juridische Zaken;

    • c. de adviseur/specialistisch medewerker belast met de inschrijving van luchtvaartuigen in het burger luchtvaartuigregister, tevens Head Aircraft Registry; en

    • d. de senior adviseur/specialist, tevens Hoofd van de National Supervisory Authority – The Netherlands.

Artikel 5 Mandaat van aan de inspecteur-generaal geattribueerde bevoegdheden

  • 1. Aan de volgende functionarissen worden de aan de inspecteur-generaal bij of krachtens de Wet luchtvaart geattribueerde bevoegdheden, die behoren bij hun taken, in mandaat verleend:

    • a. de directeur en afdelingshoofden van het domein ILT/Luchtvaart;

    • b. de inspecteurs ILT van het domein ILT/Luchtvaart;

    • c. de daartoe door de inspecteur-generaal aangewezen functionarissen van het team Juridische Zaken.

  • 2. De aan de inspecteur-generaal op grond van artikel 4.2 van het Besluit OM-afdoening toegekende strafbeschikkingsbevoegdheid wordt in mandaat verleend aan:

    • a. het hoofd van de afdeling Vergunningen, Binnenvaart en Bestuurlijke Boete;

    • b. de inspecteur ILT belast met de coördinatie van de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport;

    • c. de inspecteur ILT belast met de coördinatie van de algemeen opsporingsambtenaren van de ILT/Inlichtingen- en Opsporingsdienst.

Artikel 6 Mandaat personele aangelegenheden

In afwijking van de artikelen 4 en 5 wordt mandaat van personele aangelegenheden slechts verleend aan de directeuren en de afdelingshoofden.

Artikel 7 Volmacht en machtiging

Voor toepassing van dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt met de verlening van mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a. volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen; en

  • b. machtiging om in naam van een bewindspersoon of, in geval van toepassing van artikel 5, in naam van de inspecteur-generaal handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke handeling zijn.

Artikel 8 Volmacht financiële verplichtingen

  • 1. Volmacht tot het aangaan van financiële verplichtingen wordt verleend aan de directeuren.

  • 2. Volmacht tot het aangaan van financiële verplichtingen met een waarde van ten hoogste € 15.000 excl. BTW wordt verleend aan de afdelingshoofden.

  • 3. De in dit artikel bedoelde functionarissen maken van de aan hen verleende volmacht slechts gebruik voor zover het aangelegenheden betreft die tot hun werkterrein behoren.

Artikel 9 Wijze van ondertekening

  • 1. Het in een document vastleggen van een besluit, een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling, geschiedt op briefpapier van het ministerie met het hoofd:

    INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRANSPORT

    MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU.

  • 2. In geval van mandaat op grond van artikel 4 luidt de ondertekening als volgt:

    DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

    namens deze,

    gevolgd door de aanduiding van de gemandateerde functionaris.

  • 3. In geval van mandaat op grond van artikel 5 luidt de ondertekening als volgt:

    DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT,

    namens deze,

    gevolgd door de aanduiding van de gemandateerde functionaris.

  • 4. In geval van volmacht luidt de ondertekening als volgt:

    NAMENS DE STAAT DER NEDERLANDEN

    DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

    namens deze,

    gevolgd door de aanduiding van de gevolmachtigde functionaris.

  • 5. In geval van mandaat of volmacht voor een aangelegenheid die behoort tot de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris, wordt de in het tweede, derde en vierde lid voorgeschreven vermelding van de minister vervangen door:

    DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

  • 6. In geval van plaatsvervanging overeenkomstig dit besluit bevat de ondertekening zowel een aanduiding van de plaatsvervanger als de functionaris die bij afwezigheid of verhindering wordt vervangen.

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 10 Intrekking

Het Organisatie- en mandaatbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatie- en mandaatbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport 2015.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT, J. Thunnissen

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt, onder vermelding van datum en nummer of kenmerk; en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

BIJLAGE, BEDOELD IN ARTIKEL 2, EERSTE LID

Algemene leiding

  • inspecteur-generaal

Domeinen met daaronder ressorterende afdelingen zijn:

  • 1. ILT/Afval, Industrie en Bedrijven:

    • afdeling Analyse en Ontwikkeling;

    • afdeling Handhaving Risicovolle Bedrijven;

    • afdeling Handhaving Industrie en Ruimte;

    • afdeling Handhaving Afval

    • afdeling Vergunningverlening Afval, Industrie en Bedrijven;

    • ILT/Inlichtingen- en Opsporingsdienst.

  • 2. ILT/Rail- en Wegvervoer:

    • afdeling Analyse en Ontwikkeling;

    • afdeling Handhaving Rail;

    • afdeling Handhaving Gevaarlijke Stoffen;

    • afdeling Handhaving Personenvervoer;

    • afdeling Handhaving Goederenvervoer Weg;

    • afdeling Handhaving Goederenvervoer Algemeen;

    • afdeling Vergunningverlening.

  • 3. ILT/Scheepvaart:

    • afdeling Analyse en Ontwikkeling en Ongevallenonderzoek;

    • afdeling Handhaving Gevaarlijke Stoffen en Erkende Instellingen;

    • afdeling Handhaving Binnenvaart;

    • afdeling Handhaving Zeevaart;

    • afdeling Vergunningen Binnenvaart en Bestuurlijke Boete;

    • afdeling Vergunningen Zeevaart.

  • 4. ILT/Luchtvaart:

    • afdeling Analyse en Ontwikkeling;

    • afdeling Handhaving Specifiek;

    • afdeling Handhaving Service-providers;

    • afdeling Handhaving Luchtvaartbedrijven;

    • afdeling Vergunningen.

  • 5. ILT/Wonen, Water en Producten:

    • afdeling Handhaving Risicovolle Stoffen;

    • afdeling Handhaving Producten;

    • afdeling Handhaving Explosiegevaarlijke Stoffen;

    • afdeling Handhaving Wonen;

    • afdeling Handhaving Drinkwater en Legionella;

    • afdeling Handhaving Water en Bodem;

    • afdeling Vergunningverlening, Analyse en Ontwikkeling.

Directies met daaronder ressorterende afdelingen zijn:

  • 1. ILT/Bedrijfsvoering:

    • afdeling Planning en Control;

    • afdeling HRM en Organisatieadvies;

    • afdeling Informatiemanagement;

    • afdeling Documentmanagement;

    • afdeling Middelen en Faciliteiten.

  • 2. ILT/Handhavingsbeleid:

    • afdeling Beleidsadvies;

    • afdeling Communicatie;

    • afdeling Procesontwerp en Vernieuwing;

    • afdeling Meld- en Informatiecentrum.

Rechtstreeks ressorterend onder inspecteur-generaal

  • team Juridische Zaken.

Naar boven