Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3); Wijziging van het besluit van 3 september 2013, nr. BLKB2013/662M

8 mei 2015

nr. BLKB2015/409M

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het besluit over het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) van 3 september 2013, nr. BLKB 2013/662M, Staatscourant 2013, 25274. De wijziging betreft een goedkeuring voor de defiscalisering van vruchtgebruik en bloot eigendom. Met deze goedkeuring wordt uitvoering gegeven aan de toezegging die in oktober 2012 aan de Kamer is gedaan (Kamerstukken II 2011/12, 33 004, nr. 5, blz. 4).

Het besluit van 3 september 2013, nr. BLKB 2013/662M wordt gewijzigd als volgt.

ARTIKEL I

A

In de cursief weergegeven aanhef wordt aan het einde van de alinea de volgende regel toegevoegd:

In dit besluit is ook een goedkeuring opgenomen voor de defiscalisering van vruchtgebruik en bloot eigendom.

B

In ‘1. Inleiding’ wordt in de tweede alinea na het derde gedachtestreepje van de opsomming een nieuw gedachtestreepje ingevoegd, luidende:

  • Onderdeel 3.2 bevat een goedkeuring voor de defiscalisering van vruchtgebruik en bloot eigendom.

C

Na onderdeel 3.1 wordt onderdeel 3.2 ingevoegd, luidende:

3.2 Defiscalisering vruchtgebruik en bloot eigendom

In bepaalde vruchtgebruiksituaties wordt bij de langstlevende ouder de volledige waarde van de goederen in aanmerking genomen (artikel 5.4, derde en vierde lid, van de Wet IB 2001). De bloot eigendom van het kind wordt niet tot de bezittingen in box 3 gerekend. Een voorwaarde voor deze defiscalisering is dat het vruchtgebruik juridisch moet zijn gevestigd.

In de praktijk is gebleken dat de nabestaanden na het openvallen van de nalatenschap te weinig tijd hebben om het vruchtgebruik in juridisch opzicht te laten vestigen. Dit houdt in dat de defiscalisering niet vanaf de eerste peildatum voor box 3 na het openvallen van de nalatenschap van toepassing is. Als het vruchtgebruik formeel wordt gevestigd, is de defiscalisering pas vanaf dat moment van toepassing. In de praktijk leidt dit tot misverstanden.

Goedkeuring

Daarom keur ik met toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (de hardheidsclausule) goed dat de defiscalisering met terugwerkende kracht geldt vanaf de eerste peildatum voor box 3 na het openvallen van de nalatenschap. Ik stel hierbij de voorwaarde dat het recht van vruchtgebruik wordt gevestigd binnen twee jaren na het overlijden van de erflater.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2012. Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 8 mei 2015,

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze J. de Blieck Lid van het managementteam Belastingdienst

Naar boven