Regeling van de Minister van Economische Zaken van 18 mei 2015, nr. WJZ/15065932, houdende wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies in verband met enkele technische verbeteringen

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 5 van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZ-subsidies wordt gewijzigd als volgt:

A

Het opschrift van artikel 3.4.9 komt te luiden:

Artikel 3.4.9. Waarde MIT-kennisvoucher.

B

In artikel 3.4.14 wordt ‘40 procent’ vervangen door: 50 procent.

C

Artikel 3.4.22, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. Het subsidiebedrag bedraagt ten minste € 25.000 en ten hoogste € 100.000 per deelnemer aan het MIT-R&D-samenwerkingsverband.

D

Artikel 3.4.29, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Subsidie die krachtens paragraaf 3.4.3 wordt verleend, en subsidie voor een MIT-innovatie-adviesproject dat niet onder artikel 28 van de algemene groepsvrijstellingsverordening valt, bevatten staatssteun en worden gerechtvaardigd door de de-minimis verordening.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 mei 2015

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

1. Inleiding

Door de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 15 april 2015, nr. WJZ/15047601, tot wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies en de Regeling openstelling EZ-subsidies 2015 in verband met het verstrekken van subsidies in 2015 voor MKB innovatiestimulering topsectoren (Stcrt. 2015, 10567) is de Regeling nationale EZ-subsidies gewijzigd ten behoeve van de subsidiëring van projecten voor MKB innovatiestimulering topsectoren.

De aanvragen voor subsidies voor MIT-innovatie-adviesprojecten, MIT-haalbaarheidsprojecten, MIT-R&D-samenwerkingsprojecten, MIT-kennisvouchers, TKI-netwerkactiviteiten en TKI-innovatiemakelaars kunnen landelijk in het kader van de MIT-subsidieverlening in 2015 met ingang van 19 mei 2015 worden ingediend. Bij de voorbereiding van de openstelling is gebleken dat enige verbeteringen nodig zijn.

2. Artikel 3.4.9

Een MIT-kennisvoucher vertegenwoordigt een waarde voor de MKB-ondernemer die de voucher aanvraagt en voor de kennisinstelling die de voucher verzilvert. Artikel 3.4.9 bevat de bepaling van de maximale waarde en het percentage van de te subsidiëren kosten van het subsidie-instrument MIT-kennisvoucher. Het opschrift van het artikel gaf dat onderwerp niet juist weer en is zodanig gewijzigd dat het met het onderwerp in overeenstemming is.

3. Artikel 3.4.14

Bij de in de inleiding genoemde regeling is het subsidiepercentage voor MIT-kennisvouchers gewijzigd, van 40% naar 50%. Dat wil zeggen dat de MKB-ondernemer die een MIT-kennisvoucher aanvraagt voor de uitvoering van een kennisoverdrachtsproject door een kennisinstelling de helft van de kosten van dat project moet dragen, en dat de kennisinstelling na inlevering van de voucher een subsidie ter grootte van de andere helft ontvangt.

De waarde die de voucher heeft voor de aanvrager moet dezelfde zijn als de waarde die de voucher heeft voor de kennisinstelling. Daarom moet het percentage van 50% ook in artikel 3.4.14 worden genoemd.

4. Artikel 3.4.22

In aanvulling op het derde lid van artikel 3.4.22 is het gewenst dat elke deelnemer ten minste € 25.000 van de subsidiabele kosten voor zijn rekening neemt, om verschillen te voorkomen in de uitvoering van de subsidieverlening tussen deelnemers die een relatief klein deel van de projectkosten dragen en de deelnemers die een groot deel van de kosten dragen, die in het kader van de daarvoor opgenomen categorie-indeling in de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking kunnen ontstaan.

5. Artikel 3.4.29

Bij de in de inleiding genoemde regeling is paragraaf 3.4.3a ingevoegd, waardoor de verlening van subsidie voor MIT-innovatie-adviesprojecten mogelijk is. Door de omschrijving van MIT-innovatie-adviesprojecten is het mogelijk dat een project waarvoor subsidie wordt aangevraagd wel valt onder die omschrijving, maar strikt genomen niet valt onder de begripsomschrijving van innovatieadviesdiensten en innovatieondersteuningsdiensten als bedoeld in artikel 2, nummers 94 en 95, van de algemene groepsvrijstellingsverordening. In die gevallen wordt de subsidie gerechtvaardigd door de de-minimisverordening. In verband hiermee is deze grondslag in artikel 3.4.29, tweede lid, toegevoegd.

6. Regeldruk

De in deze regeling opgenomen wijzigingen zijn juridisch-technisch van aard en hebben geen gevolgen voor de regeldruk.

7. Notificatie

Deze regeling bevat wijzigingen van juridisch-technische aard, die niet als technische voorschriften kunnen worden aangemerkt.

8. Inwerkingtreding

Het tijdstip van inwerkingtreding wijkt af van het beleid inzake de vaste verandermomenten, maar ligt noodzakelijkerwijs voor de openstellingsdatum van 19 mei 2015, om een goede afhandeling van de ingediende subsidieaanvragen te waarborgen. De regeling heeft het karakter van reparatieregelgeving, bedoeld in aanwijzing 174, vierde lid, onderdeel c, van de Aanwijzingen voor de regelgeving, hetgeen een grond is voor afwijking van het systeem van vaste verandermomenten.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven