Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 april 2015, nr. VO/756251, houdende wijziging van de Regeling examenprogramma's voortgezet onderwijs in verband met het aanpassen van het examenprogramma Engelse taal vmbo

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit VO;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING EXAMENPROGRAMMA'S VOORTGEZET ONDERWIJS

Bijlage 2 bij de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs wordt gewijzigd als volgt:

Het examenprogramma Engelse taal, zoals opgenomen in paragraaf 2.4, komt te luiden overeenkomstig de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

BIJLAGE

2.4 Engelse taal

   

BB

KB

GL/TL

MVT/K/1

Oriëntatie op leren en werken

1.

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van de Moderne Vreemde Talen in de maatschappij.

X

X

X

MVT/K/2

Basisvaardigheden

2.

De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren

X

X

X

MVT/K/3

Leervaardigheden in de Moderne Vreemde Talen

CE

CE

CE

 

De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:

X

X

X

3.

− het bereiken van verschillende lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en spreek-en gespreksdoelen

     
 

− de bevordering van het eigen taalleerproces

     
 

− het compenseren van eigen tekortschietende taalkennis of communicatieve kennis.

     
 

− kennis van land en samenleving toepassen bij het herkennen van cultuuruitingen

     

MVT/K/4

Leesvaardigheid

CE

CE

CE

 

De kandidaat kan:

X

X

X

4.

− aangeven welke relevante informatie een tekst bevat, gegeven een bepaalde informatiebehoefte

     
 

− de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven

     
 

− de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven

     
 

− gegevens uit één of meer teksten met elkaar vergelijken en daaruit conclusies trekken

     
 

− verbanden tussen delen van een tekst aangeven.

     

MVT/K/5

Luister- en kijkvaardigheid [1]

CE

CE

CE

 

De kandidaat kan:

X

X

X

5.

− aangeven welke relevante informatie een tekst bevat, gegeven een bepaalde informatiebehoefte

     
 

− de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven

     
 

− de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven

     
 

− anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek.

     

MVT/K/6

Gespreksvaardigheid

 

De kandidaat kan:

X

X

X

6.

− adequaat reageren in veel voorkomende sociale contacten, zoals begroeten

     
 

− informatie geven en vragen

     
 

− naar een mening/oordeel vragen en een mening/oordeel geven

     
 

− uitdrukking geven aan en vragen naar (persoonlijke) gevoelens

     
 

− een persoon, object of gebeurtenis, ook uit het verleden en in de toekomst, beschrijven.

     

MVT/K/7

Schrijfvaardigheid [2]

BB

KB

GL/TL

CE

CE

CE

 

De kandidaat kan:

X

X

X

7.

− (persoonlijke) gegevens verstrekken

     
 

− een kort bedankje, groet of goede wensen schriftelijk overbrengen

     
 

− een briefje schrijven om informatie te vragen of te geven, om verzoeken of voorstellen te doen of daarop te reageren, om gevoelens te uiten en ernaar te vragen

     
 

− op eenvoudig niveau briefconventies gebruiken.

     

MVT/V/1

Leesvaardigheid

   

CE

8.

De kandidaat kan:

   

X

 

− het gebruik van speciale stijlmiddelen herkennen

     
 

− conclusies trekken met betrekking tot het schrijfdoel, de opvattingen, de gevoelens van de auteur en tot het beoogde publiek.

     

MVT/V/2

Kennis van land en samenleving

   

CE

9.

De kandidaat kan kennis van land en samenleving rond bepaalde onderwerpen toepassen bij het herkennen en interpreteren van cultuuruitingen die specifiek zijn voor het taalgebied of daarmee in directe relatie staan.

   

X

MVT/V/4

Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

     

10.

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

   

X

MVT/V/5

Vaardigheden in samenhang

   

CE

11.

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

   

X

[1] Het CvTE kan bepalen dat het centraal examen geen betrekking heeft op MVT/K/5; deze bepaling kan per leerweg verschillen.

[2] Het CvTE kan bepalen dat het centraal examen geen betrekking heeft op MVT/K/5; deze bepaling kan per leerweg verschillen.

TOELICHTING

In de bijlage bij deze regeling is het nieuwe examenprogramma Engelse taal vmbo opgenomen. Er zijn twee wijzigingen aangebracht. De totale omvang van de examenstof blijft gelijk.

Ten eerste is de eindterm schrijfvaardigheid in de gemengde en theoretische leerweg geen verplicht onderdeel meer van het centrale examen. Dit examenonderdeel zal voor alle leerwegen onderdeel gaan uitmaken van het schoolexamen.

Ten tweede is het examenonderdeel ‘Kennis van land en samenleving’ ook bij de Engelse taal een onderdeel geworden van het centrale examen in de gemengde en theoretische leerweg vmbo.

Het vernieuwde examenprogramma gaat ook gelden voor Caribisch Nederland. Deze gebruiken namelijk de Nederlandse examens.

De aanpassing zal gelden voor de leerlingen die in het schooljaar 2016–2017 het eindexamen Engels vmbo afleggen. Leerlingen die in 2016 zakken voor hun eindexamen, zullen in 2017 het nieuwe eindexamen Engels vmbo af moeten leggen.

Uitvoeringsconsequenties en administratieve lasten

Deze regeling leidt niet tot een aanvullende informatieplicht voor scholen. Er is daarom geen sprake van een toename van administratieve lasten.

De Staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven