Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 april 2015, 2015-0000101862, tot instellen van de Commissie monitoring VWNW-beleid en benoeming van de leden van de commissie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de Overeenkomst Sociaal Beleid Rijk: van werk naar werk (VWNW) beleid en gehoord het Departementaal Georganiseerd Overleg SZW (DGO SZW),

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

commissie:

Commissie monitoring VWNW-beleid;

DGO SZW:

Departementaal Georganiseerd Overleg bij het ministerie;

de Minister van SZW:

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

ministerie:

het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

deMinister voor WR:

Minister voor Wonen en Rijksdienst;

overeenkomst:

de Overeenkomst Sociaal Beleid Rijk: van werk naar werk (VWNW) beleid;

Besluit:

Besluit van werk naar beleid voor de sector Rijk (2013-2015).

Artikel 2. Instelling

  • 1. Er is een Commissie monitoring VWNW-beleid.

  • 2. De commissie wordt ingesteld voor de werkingsduur bedoeld in Artikel V van het Besluit.

Artikel 3. Taak

  • 1. De commissie heeft tot taak de uitvoering van de overeenkomst en het Besluit voor het departement te monitoren en daarover twee maal per jaar te rapporteren aan de Minister voor WR.

  • 2. De Minister voor WR kan verzoeken om tussentijdse rapportages.

  • 3. De monitoring en de rapportage betreffen:

    • i. het aantal VWNW-kandidaten en hun periode van VWNW-begeleiding;

    • ii. de plaatsing (waar, hoe snel) van VWNW-kandidaten in een nieuwe functie;

    • iii. de mate waarin VWNW-kandidaten kiezen voor verzilvering van hun algemene voorzieningen;

    • iv. de inzet van specifieke voorzieningen;

    • v. bij de commissie gemelde knelpunten.

Artikel 4. Samenstelling commissie

  • 1. Tot leden van de commissie worden benoemd:

    • mevrouw I. Nijboer, plaatsvervangend Secretaris-generaal van het ministerie (tevens voorzitter);

    • de heer J.W. van Dijk, namens de Afdeling Personeel en Organisatie van het ministerie;

    • de heer J.C. de Haas en de heer J. Schep, namens de aan het DGO SZW deelnemende centrales van overheidspersoneel.

  • 2. De secretaris van het DGO SZW is tevens secretaris van de commissie.

  • 3. De leden van de commissie worden op eigen verzoek door de Minister van SZW tussentijds ontslagen.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 april 2013. Deze regeling vervalt per 1 januari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 april 2015

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de Secretaris-generaal A.H. Annink

TOELICHTING

De regeling tot instellen van de Commissie monitoring VWNW-beleid is de uitwerking van punt 17 in de overeenkomst Sociaal Beleid Rijk: van werk naar werk (VWNW) beleid die op 25 maart 2013 werd vastgesteld in het Sectoroverleg Rijk (SOR).

Het VWNW-beleid biedt regelingen en algemene en specifieke voorzieningen aan medewerkers bij begeleiding naar ander werk als de organisatie of een onderdeel ervan gaat veranderen. Met het besluit van 6 december 2013, houdende wijziging van onder meer het Rijksambtenarenreglement en het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, werd het VWNW-beleid voor de sector Rijk opgenomen in de rechtspositieregels voor rijksambtenaren en geldt het tussen 15 april 2013 en 1 januari 2016.

Toetsing van het VWNW-beleid vindt plaats in een interdepartementale commissie. Monitoring van het beleid vormt de taak van de departementale Commissie monitoring VWNW-beleid; het gaat daarbij onder meer om aantallen kandidaten, plaatsingen, gebruikmaking van voorzieningen en van de inzet van specifieke voorzieningen. Daarnaast rapporteert de commissie minstens tweemaal per jaar aan de Minister van Wonen en Rijksdienst ten behoeve van diens rapportage aan het Sectoroverleg Rijk.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de Secretaris-generaal A.H. Annink

Naar boven