Besluit van de Minister van Financiën van 6 maart 2015, nr. BJZ/2015/33 M, houdende aanwijzing van toezichthouders op de naleving van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector op het terrein van Financiën (Aanwijzing toezichthouders WNT Ministerie van Financiën)

De Minister van Financiën, in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 5.1 en 5.3 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, alsmede titel 5.2 en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. WNT:

de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector;

b. Eenheid toezicht WNT:

de als zodanig aangeduide eenheid, bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c, van het Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT.

Artikel 2. Gebundeld toezicht op de naleving van de WNT

  • 1. De ambtenaren werkzaam bij de Eenheid toezicht WNT worden aangewezen als ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de WNT ten aanzien van rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen waarvoor de Minister van Financiën in de WNT is aangewezen als de Minister wie het aangaat.

  • 2. De programmamanager die leiding geeft aan de Eenheid toezicht WNT wordt gemachtigd opgaven en inlichtingen te vorderen op grond van artikel 5.3 van de WNT ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 4. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzing toezichthouders WNT Ministerie van Financiën

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën J.R.V.A. Dijsselbloem

Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Financiën, t.a.v. de directeur Bestuurlijke en Juridische Zaken, Korte Voorhout 7, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift wordt ondertekend door de indiener en bevat: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het bestreden besluit, bijvoorbeeld door vermelding van het nummer en datum of door bijvoeging van een kopie van het besluit alsmede de gronden van het bezwaar.

TOELICHTING

1. Algemeen

Op grond van artikel 5.1. van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (hierna: WNT) is iedere Minister voor zijn beleidsterrein verantwoordelijk voor en bevoegd tot het aanwijzen van een toezichthouder WNT.

De ambtenaren van de Eenheid toezicht WNT van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK) worden in dit besluit aangewezen voor de uitvoering van het toezicht op de naleving van de WNT op het terrein van Financiën. De ambtenaren van deze eenheid zullen aldus op het terrein van Financiën controleren of rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen die onder de WNT vallen zich daadwerkelijk houden aan de verplichtingen in deze wet. De conclusies van hun onderzoek dragen zij vervolgens over aan Financiën. De bevoegdheden in het kader van de handhaving blijven berusten bij de verantwoordelijke Minister, Financiën.

Met ingang van 1 januari 2014 is bij het Ministerie van BZK een toezichteenheid opgericht (zie het Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT). Deze Eenheid toezicht WNT geeft informatie over de WNT en zal op het beleidsterrein van BZK overwegend verantwoordelijk zijn voor het WNT-toezicht. De Eenheid toezicht WNT zal primair werkzaam zijn op het terrein waarvoor de Minister van BZK verantwoordelijk is voor het toezicht op de naleving en de handhaving van de WNT, doch deze eenheid kan ook door andere ministers op grond van artikel 5.1 WNT worden aangewezen voor het toezicht op hun deelterrein (zie de toelichting op het besluit van 20 juni 2014, Staatscourant nr. 17835).

Gezien het geringe aantal rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen die op het terrein van Financiën te maken hebben met de WNT is een goede uitvoering en naleving van de WNT, alsmede deugdelijk toezicht op de naleving van de WNT erbij gebaat om gebruik te maken van de expertise die bij het Ministerie van BZK, in het bijzonder de Eenheid toezicht WNT beschikbaar is.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft er mee ingestemd dat zijn ambtenaren tevens belast zijn met het toezicht op de naleving van de WNT ten aanzien van rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen op het beleidsterrein van Financiën. Hiertoe is een zogenoemd uitvoeringsconvenant gesloten dat ter inzage ligt bij de directie Bestuurlijke en Juridische Zaken van het Ministerie van Financiën. Naast Financiën zal de Eenheid toezicht WNT ook het toezicht in de zin van de artikelen 5:15 tot en met 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) uitvoeren op het terrein van de Ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie, Economische Zaken, Infrastructuur en Milieu, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Veiligheid en Justitie.

2. Bevoegdheden

De aangewezen toezichthoudende ambtenaren van de Eenheid toezicht WNT zijn bevoegd om op eigen initiatief of naar aanleiding van een melding onderzoek te doen naar de naleving van de WNT. De toezichthouder kan onderzoek doen door op eigen titel stukken van de betrokken instelling en topfunctionaris op te vragen en in te zien. De toezichthouder komt hierbij de bevoegdheden toe van titel 5.2 van de Awb. Voorts is de programmamanager die leiding geeft aan de Eenheid toezicht WNT bevoegd om namens de Minister van Financiën informatie te vorderen van de Belastingdienst, pensioeninstanties en verzekeraars (artikel 5.3 WNT). Omdat dit een feitelijke handeling betreft, is voormelde programmamanager daarvoor machtiging (en geen mandaat) verleend.

Bij geconstateerde overtredingen zal de Eenheid toezicht WNT een dossier opstellen waarin onder meer de bewijsvoering van de geconstateerde overtredingen zal zijn opgenomen. Vervolgens zal de de Minister van Financiën handhavend kunnen optreden, zo nodig door het opleggen van een last onder dwangsom (artikel 5.4 WNT), het opeisen van betalingen boven de norm (artikel 5.5 WNT) en het op kosten van de instelling publiceren van ten onrechte niet openbaar gemaakte gegevens (artikel 5.6 WNT).

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven