Regeling van de Minister van Economische Zaken van 21 april 2015, nr. WJZ / 15038035, houdende wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies en de Regeling openstelling EZ-subsidies 2015 in verband met wijzigingen van de subsidiemodules Garantstelling landbouw en Topsector energieprojecten, aanpassing van sluitingsdata en enkele technische aanpassingen

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikelen 2, tweede lid, 4, 5, 16, 19, derde lid, en 25, van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.5.3, tweede lid, onderdeel d, aanhef, wordt ‘glastuinbouwbedrijf’ vervangen door: landbouwbedrijf.

B

In artikel 2.5.11, onderdeel h, wordt ‘artikel 2.5.10, onderdeel b’ vervangen door: punt 144, onderdeel b, van het Landbouwsteunkader.

C

In artikel 4.2.17, derde en vierde lid, en artikel 4.2.59, derde en vierde lid, wordt ‘onderdelen a en b’ telkens vervangen door: onderdelen a, b en d.

D

Bijlage 1.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift ‘Controleprotocol controleverklaring Regeling nationale EZ-subsidies’ wordt vervangen door: Controleprotocol Regeling nationale EZ-subsidies.

2. De voorbeeldtekst van de controleverklaring in bijlage 1.3 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden: Voorbeeldtekst controleprotocol Regeling nationale EZ-subsidies (met goedkeurende strekking).

b. Het woord ‘dataum’ wordt vervangen door: datum.

c. De tekst onder het opschrift ‘Verantwoordelijkheid van de accountant’ komt te luiden: Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over het verzoek om subsidievaststelling op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, en het Controleprotocol Regeling nationale EZ-subsidies. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het verzoek om subsidievaststelling geen afwijkingen van materieel belang bevat.

ARTIKEL II

De tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZ-subsidies 2015 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder de rij van titel 2.5 wordt een rij ingevoegd, luidende:

Titel 2.6: Garantstelling landbouwondernemingen werkkapitaal

2.6.2

   

18-12-2014 t/m 31-12-2015

75.000.000

2. In de rij van artikel 3.16.7 wordt ‘2.800.000’ vervangen door ‘5.100.000’.

3. In de rij van artikel 4.2.23 wordt 18-07-2015 vervangen door: 21-07-2015.

ARTIKEL III

  • 1. Artikel I, onderdeel C, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2015.

  • 2. De artikelen I, onderdelen A en B, en II treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 januari 2015.

  • 3. Artikel I, onderdeel D, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 20 augustus 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 21 april 2015

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

I. Algemeen

I.1 Doelomschrijving

Deze regeling brengt een aantal wijzigingen aan in de Regeling nationale EZ-subsidies en de Regeling openstelling EZ-subsidies. Met deze regeling wordt beoogd een aantal fouten die in de Regeling nationale EZ-subsidies en de Regeling openstelling EZ-subsidies terecht zijn gekomen te corrigeren en zaken die abusievelijk niet in de voormelde regeling terecht zijn gekomen alsnog toe te voegen. De wijzigingen zien op de subsidiemodules Garantstelling landbouw (titel 2.5) en Vroege fase financiering (Titel 3.16), alsook twee subsidiemodules voor de Topsector energieprojecten (titel 4.2).

I.2 Staatssteun

De subsidie uit de subsidiemodule Garantstelling landbouw, bedoeld in artikel 2.5.2 van de Regeling nationale EZ-subsidies, bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd door Steunmaatregel SA.37251 (2013/N) en paragraaf 1.1.1.1 van het landbouwsteunkader. In de subsidiemodule Garantstelling landbouw wordt slechts een aantal verbeteringen van verwijzingen doorgevoerd. Deze wijzigingen hebben geen invloed op de steunintensiteiten en zijn slechts een aanscherping en verbetering van de weergave van de voorwaarden die betrekking hebben op de staatssteunaspecten.

Voor de wijziging in artikel I, onderdeel C, van de artikelen 4.2.17 en 4.2.59 wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid die de artikelen 38 en 41 van de algemene groepsvrijstellingsverordening bieden om kleine- en middelgrote ondernemingen een hoger subsidiebedrag te verstrekken. Met deze wijziging wordt volledig binnen de grenzen van het desbetreffende steunkader gebleven.

Ook is er een aantal correcties in de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZ-subsidies 2015 aangebracht. Het betreft hier uitsluitend wijzigingen van het subsidieplafond of de openstellingsperiode. Deze wijzigingen hebben geen invloed op de staatssteunaspecten, omdat het de steunbedragen en steunintensiteiten voor individuele gevallen niet heeft veranderd.

I.3 Regeldruk

De wijziging van de subsidiemodule Garantstelling landbouw heeft geen effect op de regeldruk. De inhoud en werkwijze van deze subsidiemodule blijft ongewijzigd. De wijzigingen zien uitsluitend op enkele verschrijvingen of onjuiste verwijzingen waarvan ook duidelijk had moeten of kunnen zijn dat deze abusievelijk in de tekst van deze subsidiemodule terecht waren gekomen. Noch voor de aanvrager noch voor de uitvoering zal deze wijziging tot additionele acties leiden.

De wijzigingen in de subsidiemodules inzake Topsector energieprojecten zien uitsluitend op het toevoegen van percentages die betrekking hebben op de te hanteren steunintensiteiten. Ook deze wijziging is niet van invloed op de regeldruk, omdat er bij de eerdere berekening van de regeldruk al van uit was gegaan dat de desbetreffende percentages gehanteerd zouden gaan worden. Met de toevoeging van de percentages die bij de vorige wijziging abusievelijk niet ingevoegd waren, was dan ook al rekening gehouden bij de berekening van de regeldruk die met de openstelling van deze subsidiemodules gepaard gaan.

Ook hebben de wijzigingen van het subsidieplafond en openstellingsdata in de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZ-subsidies 2015 geen effect op de regeldruk, omdat deze noch voor de aanvrager noch voor de uitvoering tot additionele acties zullen leiden.

II. Artikelgewijs

I.1 Artikel I

Onderdelen A en B (artikel 2.5.3 en 2.5.11)

In de subsidiemodule Garantstelling landbouw, die is opgenomen in titel 2.5. van de Regeling nationale EZ-subsidies, zijn enkele onjuistheden gecorrigeerd. In artikel 2.5.3, tweede lid, onderdeel d, waar een van de afwijzingsgronden voor deze subsidiemodule zich bevindt, werd per abuis het begrip glastuinbouwbedrijf gebruikt in plaats van landbouwbedrijf. Dat is nu gecorrigeerd. De voormelde afwijzingsgrond en het daarin gehanteerde begrip landbouwbedrijf zijn rechtstreeks ontleend aan het landbouwsteunkader (Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 nr. 2014/C 204/01 (PbEU 2014, C 204)). Omdat via deze afwijzingsgrond beoogd wordt aan het landbouwsteunkader te voldoen, alsook het van belang is dat alle gevallen in gelijke mate volgens dit steunkader behandeld worden, is dit onderdeel dan ook met terugwerkende kracht aangepast op een wijze dat deze volledig overeenstemt met het landbouwsteunkader.

Ook is een onjuiste verwijzing in artikel 2.5.11, onderdeel h, gecorrigeerd. In dit onderdeel stond vermeld dat voor de garantstelling niet in aanmerking zouden komen andere kosten dan de in artikel 2.5.10, onderdeel b, genoemde kosten in verband met een huurkoopcontract, waaronder belastingen, marge voor de verhuurder, kosten voor de herfinanciering van rente, overheadkosten en verzekeringspremies. Dit onderdeel verwijst naar een van de kostencategorieën die voor de laatste wijziging van deze subsidiemodule nog in artikel 2.5.10, eerste lid, onderdeel b, opgenomen waren. Maar omdat de genoemde kostensoorten rechtstreeks uit het zogenaamde landbouwsteunkader voortvloeien, is er bij de laatste wijziging van deze subsidiemodule voor gekozen voor de subsidiabele kosten rechtstreekst naar het landbouwsteunkader te verwijzen. Als gevolg hiervan zijn ook de diverse onderdelen uit artikel 2.5.10 komen te vervallen. Met onderhavige wijziging wordt dan ook beoogd de onjuiste verwijzing te herstellen. Er wordt thans dan ook verwezen naar de kosten die zich bevinden in punt 144, onderdeel b, van het landbouwsteunkader, te weten de kosten voor de koop of huurkoop van machines en uitrusting, tot maximaal de marktwaarde van de activa.

Omdat voormelde wijziging louter de aanpassing van een incorrecte verwijzing behelst waarvan duidelijk was dat deze abusievelijk in de Regeling nationale EZ-subsidies was opgenomen, is deze bepaling ook met terugwerkende kracht aangepast.

Onderdeel C (artikel 4.2.17 en 4.2.59)

Op 16 februari 2015 is een regeling tot wijziging van titel 4.2. van de Regeling nationale EZ-subsidies gepubliceerd, die met ingang van 1 april 2015 in werking treedt (Regeling van de Minister van Economische Zaken van 13 februari 2015, houdende wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies, de Regeling openstelling EZ-subsidies 2014 en de Regeling openstelling EZ-subsidies 2015 in verband met wijzigingen van de subsidiemodule Topsector energieprojecten, verschuivingen van subsidieplafonds en enkele technische aanpassingen (Stcrt. 2015, 3781)). Deze titel ziet op Topsector energieprojecten. Er is bij die wijziging een aantal zaken gewijzigd en er zijn subsidiemodules toegevoegd. Per abuis is in twee van de in deze titel opgenomen subsidiemodules bij energiedemonstratieprojecten geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid die artikel 38 en 41 van de algemene groepsvrijstellingsverordening bieden om voor kleine en middelgrote ondernemingen een hogere steunintensiteit te hanteren dan voor overige ondernemingen het geval zou zijn. Bij de voormelde wijziging is slechts gebruik gemaakt van de mogelijkheid dat artikel 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening geeft om de steunintensiteit voor kleine en middelgrote ondernemingen te verhogen voor zover de subsidiabele activiteiten bestaan uit industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling. Met deze wijziging wordt beoogd deze onvolkomenheid te corrigeren. Daarbij zorgt deze wijziging voor eenduidigheid en komt het tegemoet aan de vereenvoudiging van titel 4.2 van de Regeling nationale EZ-subsidies die met de vorige wijziging beoogd was.

Onderdeel D (bijlage 1.3)

Het eerste en tweede onderdeel, subonderdelen a en b, bevatten het herstel van twee verschrijvingen.

Onder het opschrift ‘Verantwoordelijkheid van de accountant’ stond abusievelijk dezelfde tekst als onder het opschrift ‘Verantwoordelijkheid van het bestuur’. Dit wordt hersteld met het tweede onderdeel, subonderdeel c. De nieuwe passage beschrijft wel de verantwoordelijkheid van de accountant.

II.2 Artikel II

In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZ-subsidies 2015 is aangegeven in welke periode de diverse subsidiemodules zijn opengesteld en wat het subsidieplafond bedraagt.

Van de gelegenheid wordt gebruikgemaakt om de openstellingsperiode van titel 2.6 (Garantstelling landbouwondernemingen werkkapitaal) in de Regeling openstelling EZ-subsidies 2015 te vermelden. Deze openstellingsperiode is reeds opgenomen in de Regeling openstelling EZ-subsidies 2014, die nog van kracht is. Omdat de periode over de jaargrens 2014/2015 heen loopt, is het beter de openstellingsperiode tevens in de Regeling openstelling EZ-subsidies 2015 te vermelden.

Daarnaast wordt in de subsidiemodule van innovatieve starters, bedoeld in artikel 3.16.7 van de Regeling nationale EZ-subsidies, het subsidieplafond verhoogd van € 2.800.000 naar € 5.100.000. Met de wijziging wordt beoogd ervoor te zorgen dat meer aanvragers in deze openstellingsperiode van deze subsidiemodule gebruik kunnen maken.

Ook wordt in de rij van artikel 4.2.23 de sluitingsdatum van de STEM-tender aangepast. De sluitingsdatum was abusievelijk op zaterdag 18 juli 2015 geplaatst. Omdat op een zaterdag geen subsidieaanvragen ingediend kunnen worden, is de sluitingsdatum zo aangepast dat deze nu op de daaropvolgende dinsdag valt, te weten dinsdag 21 juli 2015.

II.3 Artikel III

Deze regeling treedt gedifferentieerd in werking:

  • 1. De wijzigingen met betrekking tot de Topsector energieprojecten treden in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van de regeling en zij werken terug tot en met 1 april 2015, zijnde de datum waarop de eerdergenoemde wijziging van die titel ook in werking treedt. Tegen deze terugwerkende kracht bestaat geen bezwaar, nu de wijzigingen de regeling alleen aantrekkelijker maken voor MKB-ondernemers en overigens sprake is van het herstel van een kennelijke fout.

  • 2. De wijzigingen met betrekking tot de Garantstelling landbouw en de Regeling openstelling EZ-subsidies 2015 treden in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van de regeling en werken terug tot en met 1 januari 2015, zijnde de datum waarop de te wijzigen bepalingen in werking traden. Ook hierbij bestaat geen bezwaar tegen terugwerkende kracht omdat de wijzigingen een verruiming van de regeling betekenen, dan wel kennelijke fouten herstellen.

  • 3. De wijzigingen met betrekking tot het protocol treden in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van de regeling en werken terug tot en met 20 augustus 2014, zijnde de datum waarop de Regeling nationale EZ-subsidies in werking trad. Ook hiertegen bestaat geen bezwaar, omdat sprake is van het herstel van een kennelijke fout.

Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat het reparatieregelgeving betreft, dan wel wijzigingen bevat die ten voordele zijn van het bedrijfsleven.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven