Regeling van de Minister van Financiën van 20 april 2015, FM 2015/578 M, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met een aanpassing van de vrijstellingsbepalingen betreffende het aanbieden van effecten

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 5:5, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Vrijstellingsregeling Wft wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 53, eerste lid, aanhef, wordt na “aan het publiek” ingevoegd: in de Europese Economische Ruimte.

B

In artikel 54, eerste lid, vervalt onderdeel a onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot a tot en met c.

C

Na artikel 54a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 54b

Van artikel 5:2 van de wet is vrijgesteld iedere doorverkoop of definitieve plaatsing van effecten aan het publiek via financiële intermediairs, voorzover er een geldig prospectus als bedoeld in artikel 5:22 van de wet algemeen verkrijgbaar is gesteld en de uitgevende instelling of de voor het opstellen van een dergelijk prospectus verantwoordelijke persoon bij schriftelijke overeenkomst instemt met het gebruik hiervan.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

TOELICHTING

Deze wijzigingen houden verband met de implementatie van de herziene richtlijn prospectus1 in de Wet op financieel toezicht (Wft). Deze wijzigingen treden op grond van artikel II op 1 juli 2015 in werking.

Artikel I, onderdeel A, wijzigt artikel 53, eerste lid, aanhef, van de Vrijstellingsregeling Wft. Deze wijziging verduidelijkt dat de vrijstelling van de prospectusplicht van artikel 5:2 van de Wft ziet op aanbiedingen van effecten in de Europese Economische Ruimte.

De wijzigingen in artikel I, onderdelen B en C, houden verband met de implementatie van artikel 1, derde lid, onderdeel a, onder ii, van de herziene richtlijn prospectus. Als gevolg van onderdeel B vervalt artikel 54, eerste lid, onderdeel a, van de Vrijstellingregeling Wft. Aan de in onderdeel a opgenomen vrijstelling was namelijk ten onrechte de beperking verbonden dat er sprake diende te zijn van een eerdere aanbieding als bedoeld in artikel 5:3, eerste lid, van de Wft, terwijl uitgangspunt van de herziene richtlijn prospectus juist is dat er geen prospectusplicht geldt indien er reeds sprake is van een geldig prospectus. Dit onderdeel a zal worden ondergebracht in het nieuwe artikel 54b van de Vrijstellingsregeling Wft, welke is opgenomen in onderdeel C. Het nieuwe artikel 54b verduidelijkt dat iedere aanbieding via een financiële intermediair – dat wil zeggen een ander dan de uitgevende instelling – die effecten doorverkoopt of definitief plaatst bij beleggers vrijgesteld is van de prospectusplicht van artikel 5:2 van de Wft. Deze vrijstelling geldt slechts voorzover van de aangeboden effecten een prospectus algemeen verkrijgbaar is gesteld en de uitgevende instelling of de voor het opstellen van een dergelijk prospectus verantwoordelijke persoon bij schriftelijke overeenkomst instemt met het gebruik hiervan.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Richtlijn 2010/73/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van Richtlijn 2003/71/EG betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en Richtlijn 2004/109/EG betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten (PbEU L 327).

Naar boven