Bekendmaking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 8 april 2015, nr. IENM/BSK-2015/69761, met betrekking tot de uitgestelde toepassing van diverse bepalingen van Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011, tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 311), met betrekking tot de recreatieve luchtvaart.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 1, derde lid, onderdelen b en c, en 3, tweede en derde lid, van Verordening (EU) 2015/445 van de Europese Commissie van 17 maart 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1178/2011 voor wat technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen betreft;

Maakt bekend:

Krachtens de artikelen 1, derde lid, onderdelen b en c, en 3, tweede en derde lid, van Verordening (EU) 2015/445 van de Europese Commissie van 17 maart 2015, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1178/2011 voor wat technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen betreft, mogen de lidstaten beslissen de in die artikelen genoemde bepalingen van Verordening (EU) nr. 1178/2011 op een later tijdstip van toepassing te laten zijn.

Nederland heeft de Europese Commissie en het Europees Agentschap voor de Veiligheid van de Luchtvaart per brief medegedeeld dat zij besloten heeft de toepasselijkheid van de in het onderstaande schema opgenomen bepalingen op te schorten tot de daarbij aangegeven tijdstippen.

Uitgestelde bepalingen van Verordening (EU) nr. 1178/2011

Periode van uitstel

Bijlage I:

a) de bepalingen betreffende bewijzen van bevoegdheid voor zweefvliegtuigen en luchtballonnen;

b) de bepalingen van subdeel B;

c) de bepalingen van de punten FCL.800, FCL.805, FCL.815;

d) de bepalingen van sectie 10 van subdeel J.

Tot uiterlijk 8 april 2018

De toepasselijkheid van bepalingen van deze verordening op piloten die houder zijn van een bewijs van bevoegdheid en bijbehorend medisch certificaat dat is afgegeven door een derde land dat betrokken is bij de niet-commerciële exploitatie van de in artikel 4, eerste lid 1, onderdelen b of c, van Verordening (EG) nr. 216/2008 vermelde luchtvaartuigen.

Tot uiterlijk 8 april 2016

Bijlage I:

de wijzigingen in de bepalingen van de artikelen FCL.315.A, FCL.410.A en FCL.725.A

Tot uiterlijk 8 april 2018

Bijlagen VI en VII:

de bepalingen voor opleidingsorganisaties die alleen opleidingen verzorgen voor het verkrijgen van een nationale vergunning die overeenkomstig artikel 4, derde lid, van Verordening (EU) nr. 1178/2011 kan worden omgezet in een bewijs van bevoegdheid als recreatief vlieger (LAPL), een bewijs van bevoegdheid als zweefvlieger (SPL) of een bewijs van bevoegdheid voor luchtballonnen (BPL) overeenkomstig deel-FCL.

Tot uiterlijk 8 april 2018

Deze bekendmaking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven