Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 20 april 2015, nr. IENM/BSK-2015/73218, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken in verband met de inwerkingtreding van de Huisvestingswet 2014 en van de Wet van 4 juni 2014 tot wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavings-instrumentarium (Stb. 249)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 8 van het Uitvoeringsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De tabel in paragraaf 2.3 Entiteit 04 Type publiekrechtelijke beperking van Bijlage I: Catalogus Wkpb, behorend bij de Uitvoeringsregeling Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rij beginnend met ‘HS’ komt te luiden:

HS

Huisvestingswet 2014

Huisvestingsverordening, splitsingsvergunningstelsel, Huisvestingswet 2014

 

4, 22

2. De rij beginnend met ‘WG’ komt te luiden:

WG

Woningwet

Plicht tot gebruik of beheer door derden, Woningwet

 

13b, 14 (oud)

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit houdende wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met de inwerkingtreding van de Huisvestingswet 2014 en van de Wet van 4 juni 2014 tot wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium (Stb. 249) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

Artikel 2 van de Uitvoeringsregeling Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken bepaalt dat de ingevolge artikel 6 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) in de gemeentelijke beperkingenregistratie op te nemen soorten gegevens zijn vervat in bijlage I:Catalogus Wkpb bij de genoemde regeling. Die bijlage bevat de catalogus ofwel het gegevenswoordenboek ten behoeve van de Wkpb (de soorten gegevens die ingevolge artikel 6 van de Wkpb in de gemeentelijke beperkingenregistratie moeten worden opgenomen).

Bijlage I: Catalogus Wkpb wordt ingevolge deze regeling gewijzigd in verband met de inwerkingtreding van twee wetten met ingang van 1 januari 2015. Dit betreft ten eerste de Huisvestingswet 2014 en ten tweede de Wet van 4 juni 2014 tot wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium (Stb. 249).

Bij eerstgenoemde wet is de Huisvestingswet ingetrokken. In verband hiermee is ook het Aanwijzingsbesluit Wkpb gewijzigd. In het Aanwijzingsbesluit Wkpb waren aangewezen als beperkingenbesluit, besluiten krachtens de artikelen 2, 33 en 34 van de Huisvestingswet (huisvestingsverordening met splitsingsstelsel) en artikel 40 van de Huisvestingswet (vorderingsbesluiten). De huisvestingsverordening met splitsingsvergunningstelsel is teruggekomen in de artikelen 4 en 22 van de Huisvestingswet 2014. Het vorderingsbesluit is vervallen. Deze wijzigingen hebben tot gevolg dat de Catalogus van Bijlage I bij de Uitvoeringsregeling Wkpb moet worden aangepast (artikel I, onderdeel 1).

Ook dient de Catalogus te worden aangepast in verband met de genoemde wijziging van de Woningwet. Bij die wijziging is het instrument van beheerovername van gebouwen (plicht tot gebruik of beheer door derden) verplaatst van artikel 14 naar artikel 13b van die wet. Dit leidt tot wijzigingen in de artikelverwijzing van de code WG in de Catalogus (artikel I, onderdeel 2).

Bovenstaande wijzigingen zijn beperkt van aard en vereisen slechts een feitelijke aanpassing van de Wkpb-software bij gemeenten en ook een aanpassing van de Landelijke Voorziening voor de uitvoering van de Wkpb. Er is voor gekozen om de bestaande code HS te handhaven en niet in een nieuwe code te voorzien, aangezien huisvestingsverordeningen op basis van de ‘oude’ Huisvestingswet op grond van het overgangsrecht bij de Huisvestingswet 2014 uiterlijk per 1 juli 2015 vervallen. De beperkingenbesluiten op grond van de ‘oude’ Huisvestingswet blijven daarbij aangewezen als beperkingenbesluit op grond van artikel 2, derde lid, van de Wkpb. Daarin wordt bepaald dat tot de aangewezen categorieën van beperkingenbesluiten mede die beperkingenbesluiten behoren die dezelfde publiekrechtelijke beperkingen hebben doen ontstaan als de tot de aangewezen categorieën behorende beperkingenbesluiten en als wettelijke grondslag hebben een inmiddels gewijzigde of vervallen wet, waarvan de werking ten aanzien van de op die wet gebaseerde beperkingenbesluiten ingevolge een latere wet is geëerbiedigd.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lastendruk van burgers of bedrijven, het zijn immers alleen overheden tot wie de regeling is gericht. Van de systematiek van de vaste verandermomenten wordt afgeweken (zowel vaste verandermoment als invoeringstermijn) vanwege de publieke nadelen die zouden ontstaan door latere invoering. De structurele uitvoeringslasten voor gemeenten blijven ongewijzigd. Er wordt van uitgegaan dat de eenmalige kosten voor de gemeenten in verband met de feitelijke aanpassing van de Wkpb-software zeer beperkt zullen zijn.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven