Memorandum van overeenstemming tussen de bevoegde autoriteiten van Nederland en de Republiek Ghana inzake automatische inlichtingenuitwisseling voor belastingdoeleinden

PREAMBULE

Teneinde de bepalingen ten uitvoer te kunnen brengen van het Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken, gesloten in Straatsburg op 25 januari 1988, zoals gewijzigd door het Protocol van 2010, en artikel 27 van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Ghana tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend in Accra op 10 maart 2008,

en met inachtneming van hun wens de wederzijdse bijstand te versterken door automatische inlichtingenuitwisseling,

zijn de bevoegde autoriteiten van Nederland en de Republiek Ghana (hierna: de ‘Deelnemers’) het volgende overeengekomen:

ALGEMEEN

Artikel 1

Overeenkomstig de bepalingen van de verdragen die zijn vermeld in de Preambule en in overeenstemming met dit Memorandum wisselen de bevoegde autoriteiten van Nederland en Ghana automatisch de inlichtingen uit als bedoeld in artikel 3.

Artikel 2

  • 1. Voor de toepassing van dit Memorandum zijn de bevoegde autoriteiten:

    in Ghana:

    in Nederland:

    het Hoofd van de Central Liaison Office van de Nederlandse Belastingdienst of zijn bevoegde vertegenwoordigers.

  • 2. De Deelnemers informeren elkaar schriftelijk over de namen en adressen van de betrokken bevoegde vertegenwoordigers en over latere wijzigingen met betrekking tot deze vertegenwoordigers.

UITWISSELING VAN INLICHTINGEN

Artikel 3

  • 1. De bevoegde autoriteiten verstrekken elkaar automatisch inlichtingen over:

    • a. onroerende zaken (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) code 6);

      voor Nederland: eigendom en waarde van onroerende zaken;

      voor Ghana: inkomsten uit onroerende zaken.

    • b. dividend (OESO code 10);

    • c. interest (OESO code 11) en bankrekeningen (naam van de rekeninghouder, naam van de bank, rekeningnummer en banksaldo aan het einde van het relevante kalenderjaar));

    • d. inkomsten uit zelfstandige arbeid (OESO code 14);

    • e. salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen (OESO code 15);

    • f. directeursbeloningen (OESO code 16);

    • g. inkomsten verkregen door artiesten en sportbeoefenaars (OESO code 17);

    • h. pensioenen, inclusief overheidspensioenen, en lijfrenten (OESO code 18);

    • i. inkomsten uit overheidsfuncties (OESO code 19);

    • j. overige inkomsten (OESO code 21).

  • 2. De informatie als bedoeld in het eerste lid wordt periodiek en tenminste eenmaal per kalenderjaar verstrekt. Informatie met betrekking tot een bepaald kalenderjaar wordt – voor zover mogelijk – onmiddellijk toegezonden en in ieder geval binnen zes maanden na afloop van het desbetreffende kalenderjaar.

  • 3. Indien de verstrekte informatie niet juist of onvolledig is, nemen de bevoegde autoriteiten hierover met elkaar zo spoedig mogelijk contact op.

DIVERSE BEPALINGEN

Artikel 4

  • 1. Indien noodzakelijk plegen de bevoegde autoriteiten overleg over de wijze waarop de verplichtingen voortvloeiende uit dit Memorandum worden uitgevoerd.

  • 2. De informatie als bedoeld in artikel 3 van dit Memorandum wordt – voor zover mogelijk – elektronisch verstrekt in het standaard OESO format (meest recente versie) of op papier.

  • 3. De uit te wisselen informatie bevat, voor zover beschikbaar, de belasting identificatie nummers en/of informatie voor persoonlijke identificatie (BSN nummer). Dit heeft betrekking op de informatie van beide Staten.

Artikel 5

  • 1. Dit Memorandum is gesloten voor onbepaalde tijd en treedt in werking op de datum van de laatste handtekening.

  • 2. Dit Memorandum is voor de eerste keer van toepassing op informatie betrekking hebbende op het kalenderjaar 2014.

  • 3. Het Memorandum kan elk moment worden opgezegd door middel van een schriftelijk bericht van een Deelnemer en blijft van kracht tot zes maanden na ontvangst van het bericht van die Deelnemer.

Artikel 6

Dit Memorandum kan worden aangehaald als ‘Memorandum van Overeenstemming tussen Ghana en Nederland inzake automatische inlichtingenuitwisseling voor belastingdoeleinden.’

Artikel 7

Dit Memorandum wordt vijf jaar na afloop van de inwerkingtreding geëvalueerd. Desondanks kunnen vragen met betrekking tot dit Memorandum elk moment op verzoek van een van de bevoegde autoriteiten worden opgepakt.

Gedaan in tweevoud, in de Engelse en Nederlandse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. Ingeval van enig verschil in interpretatie van dit Memorandum, is de Engelse tekst beslissend.

Accra, 24 maart 2014

Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden, H. Docter, Ambassadeur

Den Haag, 3 april 2015

De bevoegde autoriteit van Nederland, P. Veld, Directeur-generaal van de Nederlandse Belastingdienst

Accra, 24 maart 2015

De bevoegde autoriteit van de Republiek Ghana, G. Blankson, Directeur-generaal van de Belasting Autoriteit Ghana

Naar boven