Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden eerste wijziging
Logo Zuid-Holland
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
 
gelet op
artikel 51 en 53 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
artikel 30 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden en
gelezen
het voorstel van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Haaglanden van 15 mei 2014;
gezien
de vereiste eensluidende besluiten van
Gedeputeerde Staten op 3 februari 2015 (PZH-2014-500558715);
burgemeester en wethouders van Den Haag op 27 januari 2015 (RIS Den Haag, 2015, nr. 280456)
burgemeester en wethouders van Westland op 2 september 2014 (14-0421336);
burgemeester en wethouders van Delft op 8 juli 2014 (1661851);
burgemeester en wethouders van Midden-Delfland op 24 juni 2014 (2014-18891);
burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg op 22 juli 2014 (gemeenteblad 2014, 49930);
burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp op 17 juni 2014 (14INTO5362);
burgemeester en wethouders van Rijswijk op 22 juli 2014 (14.072685);
burgemeester en wethouders van Wassenaar op 2 september 2014 (WS\10993\1);
burgemeester en wethouders van Zoetermeer op 13 januari 2015 (gemeenteblad 2015, 9215);
op basis van de door hen verkregen toestemming van provinciale staten en van de onderscheidenlijke raden;
 
constateren
dat daarmee op 4 maart 2015 met de vereiste eenstemmigheid is besloten de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden als volgt te wijzigen:
Artikel I
  • A.
    Na artikel 26 zesde lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidend:
     
    • 7.
      Indien aan het algemeen bestuur blijkt dat een deelnemende gemeente weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeentewet.
     
  • B.
    Artikel 30 vijfde lid komt te luiden:
     
    • 5.
      De deelnemende partijen verbinden zich in geval van opheffing van het openbaar lichaam een liquidatieplan op te stellen dat voorziet in de verdeling van de rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemende partijen op een in dat plan te bepalen wijze.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit wordt geplaatst.
Artikel III
Dit besluit wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden eerste wijziging.
 
Den Haag, 8 april 2015
 
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
 
Secretaris, drs. J.H. de Baas
voorzitter, drs. J. Smit
Naar boven