Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 3 april 2014, nr. WJZ / 14043030, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2014 in verband met openstelling van subsidiemogelijkheden voor de duurzame ontwikkeling van visserijgebieden

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op:

  • verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PbEU 2006, L223), en

  • artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

In hoofdstuk 2 wordt ‘§ 3a. Investeringen in technieken ter vermindering van de uitstoot van fijn stof’ vervangen door ‘§ 3b. Investeringen in technieken ter vermindering van de uitstoot van fijn stof’ en worden de in die paragraaf opgenomen artikelen 8a tot en met 8g vernummerd tot 8c tot en met 8i.

B

In de artikelen 8d, eerste lid (nieuw), en 8g, derde lid (nieuw), wordt ‘artikel 8a, eerste lid’ vervangen door: artikel 8c, eerste lid.

C

In artikel 8f (nieuw) wordt ‘31 augustus 2013’ vervangen door: 31 augustus 2017.

D

In hoofdstuk 2 wordt na paragraaf 3b een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3c. Duurzame ontwikkeling visserijgebieden

Artikel 8j
  • 1. Aanvragen tot verlening van subsidie als bedoeld in artikel 4:33c, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies, kunnen voor de visserijgebieden opgenomen in bijlage 5, onderdeel A, van de Regeling LNV-subsidies worden ingediend in de periode van 1 mei 2014 tot en met 28 mei 2014.

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt voor het visserijgebied opgenomen in:

    • a. bijlage 5, onderdeel A, onder 3, van de Regeling LNV-subsidies: € 185.000;

    • b. bijlage 5, onderdeel A, onder 4, van de Regeling LNV-subsidies: € 546.000.

  • 3. Geen subsidie wordt verstrekt voor activiteiten waarvan de subsidiabele kosten in totaal minder bedragen dan € 100.000.

Artikel 8k

Artikel 1:2, tweede lid, van de Regeling LNV-subsidies is niet van toepassing op aanvragen als bedoeld in artikel 8j met dien verstande dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend niet zijn begonnen voor 1 januari 2007.

Artikel 8l

Een aanvraag tot voorschotverlening gaat vergezeld van een liquiditeitsoverzicht of een overzicht van de gemaakte en betaalde kosten.

Artikel 8m

In afwijking van artikel 4:33f, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies, voert de subsidieontvanger het project waarvoor subsidie is verleend uit voor 1 januari 2016.

Artikel 8n

In aanvulling op artikel 1:15, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies, komen kosten die betaald zijn na 31 december 2015 niet voor subsidie in aanmerking.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 3 april 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

Duurzame ontwikkeling visserijgebieden

Op grond van artikel 43 van verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PbEU 2006, L223) (hierna: EVF) kan het EVF in aanvulling op de overige communautaire instrumenten, bijstand verlenen voor duurzame ontwikkeling en verbetering van de levenskwaliteit in visserijgebieden die daarvoor in aanmerking komen in het kader van een algemene strategie ter ondersteuning van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid, met name rekening houdend met de sociaal-economische gevolgen. Door artikel 3:33a van de Regeling LNV-subsidies worden als visserijgebieden als bedoeld in artikel 43 van het EVF, aangewezen de gebieden zoals opgenomen in bijlage 5, onderdeel A, van de Regeling LNV-subsidies.

Tussen 2010 en 2013 is de subsidiemodule voor projecten gericht op een duurzame ontwikkeling van visserijgebieden diverse keren opengesteld. Hierbij is voor elk van de zes visserijgebieden een budget ter beschikking gesteld uit het Operationeel Programma van Nederland. De budgetten voor de zes visserijgebieden waren gebaseerd op de financiële kaders die het Operationeel Programma hiervoor biedt, te weten € 9.987.125 bestaande uit € 4.987.125 vanuit het EVF en € 5.000.000 in totaal voor de zes gebieden. De cofinanciering van het Europese budget door nationaal budgetten is volledig door de provincies, waarin de zes visserijgebieden liggen, opgebracht. De budgetten voor Zeeland en Noord Holland zijn nog niet volledig uitgeput. Daarom wordt de module nogmaals in 2014 opengesteld voor deze twee visserijgebieden. Per visserijgebied wordt een afzonderlijk subsidieplafond vastgesteld. De aanvraagperiode loopt voor deze gebieden gelijk en wel gedurende de periode van 1 mei tot en met 28 mei 2014. De te subsidiëren projecten dienen te passen binnen de ontwikkelstrategieën van deze visserijgebieden. Deze provinciale ontwikkelstrategieën liggen ter inzage bij de desbetreffende provincies en zijn via internet in te zien op de site van het Klantportaal (mijn.rvo.nl/home).

Staatssteun

Beide subsidies zijn opgenomen in het operationeel programma van Nederland voor het EVF en worden ook uit het fonds betaald. Op grond van artikel 7, tweede lid, van het EVF zijn de staatssteunregels hier niet op van toepassing.

Regeldruk

De totale administratieve lasten per aanvrager bedragen € 7.277,–. Dit bedrag is tot stand gekomen op basis van een tarief van € 37 per uur en de volgende handelingen: aanvragen subsidieverlening, mogelijkheden voor het indienen van bezwaar- en beroepschriften, aanvragen van betalingsverzoeken (een keer een voorschot en een keer een vaststelling) en het indienen van een verzoek tot wijziging. Naar verwachting zullen er 5 aanvragen worden ingediend. De relatieve administratieve last is 3,6% (totaal van € 31.996,– aan administratieve lasten bij subsidieplafond van in totaal € 731.000).

II. ARTIKELSGEWIJS

Artikel I, onderdelen A, B en C

In deze onderdelen worden twee fouten hersteld in de Tijdelijke regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2014. Deze fouten zijn ontstaan met de invoeging van een paragraaf met betrekking tot investeringen in technieken ter vermindering van de uitstoot van fijn stof. Deze paragraaf is abusievelijk als paragraaf 3a aan de regeling toegevoegd, waar reeds een paragraaf 3a bestond voor investeringen in perspectief garnalenvisserij. De paragraaf wordt daarom vernummerd tot paragraaf 3b en de in de paragraaf opgenomen artikelen worden doorgenummerd na de in de paragaaf over de garnalenvisserij reeds opgenomen artikelen 8a en 8b waarbij ook de in die artikelen opgenomen verwijzingen dienovereenkomstig worden aangepast. Verder was in artikel 8d (thans vernummerd tot artikel 8f) abusievelijk opgenomen dat aanvragen tot subsidievaststelling kunnen worden ingediend tot en met 31 augustus 2013. Dit moet 31 augustus 2017 zijn. Deze fout wordt nu hersteld.

Artikel I, onderdeel D

Artikelen 8k, 8m en 8n

Vanwege het feit dat deze subsidie wordt verstrekt uit het EVF moeten de projecten uitgevoerd worden binnen de operationele termijnen van het fonds. Nu de programmeringsperiode van het EVF van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2015 loopt, dienen de projecten derhalve in deze periode uitgevoerd te worden. Om ervoor te zorgen dat de openstelling van artikel 4:33c van de Regeling LNV-subsidies inzake de duurzame ontwikkeling van visserijgebieden conform het EVF geschiedt, wordt daarom afgeweken van artikel 1:2, tweede lid, artikel 4:33f, eerste lid, en artikel 1:15, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies, door middel van het opnemen van de artikelen 8k, 8m en 8n in de Tijdelijke regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2014.

Artikel 8l

Door in artikel 8l te eisen dat een aanvraag tot voorschotverlening vergezeld gaat van een liquiditeitsoverzicht of een overzicht van de gemaakte en betaalde kosten, wordt het op grond van artikel 4:1b, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling LNV-subsidies mogelijk een voorschot te verlenen tot een maximum van 50% van het ten hoogste te verstrekken subsidiebedrag voor kosten die nog niet door de subsidieontvanger zijn gemaakt.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op de dag volgend op de datum waarop de regeling in de Staatscourant wordt geplaatst. Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven