Beschikking, houdende ontheffing voor het beroepsmatig uitvoeren van vluchten met onbemand luchtvaartuigsysteem in gebruik bij NLR zonder BVL, geluidscertificaat en BVB door het NLR (bedrijfsontheffing UAS NLR)

Datum: 20 december 2013

Nummer: ILT-2013/48699

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelezen het verzoek van het NLR, ontvangen op 29 oktober 2013, contactpersoon de heer J. Vreeken, tel.: 031 88 511 3129, e-mail: joost.vreeken@nlr.nl;

Gezien het gegeven dat:

  • lichte onbemande luchtvaartuigen (UAS) volgens artikel 20 van het Luchtverkeersreglement voorrang moeten verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een observant te verplichten;

  • uitvoerende regelgeving in ontwikkeling is en internationaal overeenstemming bestaat over de uitgangspunten voor beroepsmatig gebruik van UAS op veilige afstand van mensenmenigten en gebouwen;

  • het NLR voldoende kennis en ervaring heeft om op verantwoorde wijze een vlucht uit te voeren met haar UAS;

  • de piloten van het NLR beschikken over een door het NLR afgegeven grondschoolcertificaat;

  • het NLR beschikt over een goedgekeurd operationeel handboek waarin de verantwoordelijkheden en procedures zijn vastgelegd;

  • het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een licht onbemand luchtvaartuig, tenzij hiervoor ontheffing is verleend;

Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

Artikel 1

  • 1. Aan het NLR wordt ontheffing verleend van de verbodsbepalingen van artikel 3.8, eerste lid, en 3.19a, eerste lid, van de Wet luchtvaart en van de verbodsbepaling van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling modelvliegen om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met de volgende lichte onbemande luchtvaartuigen:

    • a. Bergen Industrial Turbine B-ITJC.001, met nationaliteits- en inschrijvingskenmerk PH-1AB;

    • b. Align T-Rex 700E met nationaliteits- en inschrijvingskenmerk PH-1AC;

    • c. Ascending Technologies Pelican, met nationaliteits- en inschrijvingskenmerk PH-1AD;

    • d. Mikrokopter MK Okto XL2 met nationaliteits- en inschrijvingskenmerk PH-1AE;

    • e. Mikrokopter MK L4, met nationaliteits- en inschrijvingskenmerk PH-1AF;

    • f. Parrot AR Drone 2.0, met nationaliteits- en inschrijvingskenmerk PH-1AG;

    • g. Reely Phoenix XL, met nationaliteits- en inschrijvingskenmerk PH-1AH en

    • h. experimentele RPAS, met nationaliteits- en inschrijvingskenmerk PH-X1A, PH-X1B, PH-X1C, PH-X1D of PH-X1E zonder dat de luchtvaartuigen zijn voorzien van een geldig bewijs van luchtwaardigheid en geluidscertificaat.

  • 2. Aan de navolgende medewerkers van het NLR wordt ontheffing verleend van het verbod, genoemd in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart, voor het beroepsmatig maken van (test)vluchten met de in het eerste lid genoemde lichte onbemande luchtvaartuigen, zonder in het bezit te zijn van een geldig bewijs van bevoegdheid:

    • a. de heer C.F. Muller, geboren 30 januari 1976 te Amstelveen;

    • b. de heer D. Kraettli;

    • c. de heer M. Roelofsz, geboren 4 januari 1979 te Hoorn;

    • d. de heer H. van Gilst, geboren 12 augustus 1961 te Amsterdam.

  • 3. De in het eerste lid genoemde piloten van het NLR mogen de onbemande luchtvaartuigen bedienen in de volgende modaliteiten:

    Vlieger

    Toestel

    Manual mode

    Assisted mode

    Automatic mode

    Muller, C.

    PH-1AB

    Yes

    PH-1AC

    Yes

    PH-1AD

    Yes

    Yes

    Yes

    PH-1AE

    Yes

    Yes

    Yes

    PH-1AF

    Yes

    Yes

    Yes

    PH-1AG

    Yes

    Yes

    Yes

    PH-1AH

    Yes

    Experimental Rotorcraft

    Yes

    Experimental Fixed wing

    Yes

    Roelofsz, M.

    PH-1AH

    Yes

    Experimental Fixed wing

    Yes

    Gilst, H. van

    PH-1AH

    Yes

    Experimental Fixed wing

    Yes

    Kraettli, D. (non-NLR)

    PH-1AB

    Yes

    PH-1AC

    Yes

  • 4. Het NLR fungeert bij de voorbereiding en uitvoering van de vluchten als exploitant van de in het eerste lid genoemde lichte onbemande luchtvaartuigen.

Artikel 2

Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

  • a. het NLR mag vluchten op de locaties in Nederland uitvoeren, tot een maximale hoogte van 120 meter (400 voet) boven de grond;

  • b. vanwege de beperkingen van het grondstation van de in het eerste lid, onderdelen a en b, genoemde lichte onbemande luchtvaartuigen en het experimentele karakter van het lichte onbemande luchtvaartuig, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn de vluchten met deze toestellen beperkt tot de volgende locaties:

    • 1°. NLR helikopterluchthaven in Flevoland;

    • 2°. ZCNOP zweefvliegveld in Flevoland (na verkregen toestemming van de gebruiker);

    • 3°. ASK ’t Harde (EHR3) (na verkregen toestemming van de beheerder);

    • 4°. militaire vliegbases (na verkregen toestemming van de MLA en de commandant van de desbetreffende vliegbasis);

  • c. de vluchten vinden plaats binnen de geldigheidsperiode van deze beschikking;

  • d. de vluchten worden uitgevoerd in:

    • 1°. klasse G luchtruim bij een vliegzicht van ten minste 1,5 kilometer en vrij van bewolking;

    • 2°. klasse C luchtruim bij een vliegzicht van ten minste 5 kilometer en ten minste 300 meter verticale afstand van bewolking;

    • 3°. klasse D luchtruim bij een vliegzicht van ten minste 8 kilometer en ten minste 300 meter verticale afstand van bewolking;

  • e. de vluchten worden uitsluitend uitgevoerd tijdens de daglichtperiode zoals gepubliceerd in de luchtvaartgids onder GEN 2.7;

  • f. de vluchten mogen niet plaatsvinden boven mensenmenigten, constructies, bewoonde gebouwen, vaartuigen of voertuigen;

  • g. de horizontale afstand tussen het onbemande luchtvaartuig en mensenmenigten, constructies, gebouwen, vaartuigen en voertuigen die niet onder zeggenschap vallen van het NLR bedraagt ten minste 150 meter;

  • h. het lichte onbemande luchtvaartuig blijft binnen het gezichtsveld/Visual Line of Sight (hierna te noemen: VLOS) van de piloot;

    VLOS wil in ieder geval zeggen dat de afstand van het luchtvaartuig tot de piloot, die het externe besturingsstation bedient, of de gekwalificeerde waarnemer maximaal 500 meter en de vlieghoogte maximaal 120 meter boven het aardoppervlak (400 ft AGL) bedraagt;

  • i. het NLR voert de vluchten uit volgens een goedgekeurd operationeel handboek;

  • j. het NLR maakt voor iedere vlucht:

    • 1°. een operationeel plan;

    • 2°. een risicoanalyse;

  • k. het NLR coördineert de vluchten in:

    • 1°. civiel beheerde CTR’s conform de door LVNL via de operationele helpdesk gepubliceerde procedures;

    • 2°. militair beheerde CTR’s vooraf met de luchtverkeersleidingsdienst van de desbetreffende militaire luchthaven;

    voert een vlucht in een CTR pas uit na verkregen toestemming van de desbetreffende luchtverkeersleidingsdienst;

  • l. het NLR coördineert vluchten in militaire laagvlieggebieden of in de buurt van militaire laagvliegroutes met:

    • 1°. het Operatie- en Coördinatiecentrum (OCC) van het Defensie Helikopter Commando voor laagvlieggebieden met de aanduiding ‘GLV’ (e-mail: p56503@mindef.nl, tel.: 0161-296770);

    • 2°. de Koninklijke Militaire School Luchtmacht van de vliegbasis Woensdrecht voor de militaire laagvliegroute VO (e-mail: kmsl.ops.emvo@mindef.nl);

  • m. het NLR zorgt ervoor dat de piloot altijd direct de koers en hoogte van het luchtvaartuig kan wijzigen, ook als bij normale vluchtuitvoering geen sprake is van manuele besturing van het onbemande luchtvaartuig;

  • n. het NLR wijst voor de desbetreffende vlucht een gezagvoerder aan onder wiens verantwoordelijkheid de vlucht wordt uitgevoerd; vóór de vlucht neemt de gezagvoerder kennis van alle gegevens en inlichtingen die voor de uitvoering van de vlucht van belang kunnen zijn;1

  • o. het NLR wijst naast de gezagvoerder en/of piloot2 voor de desbetreffende vlucht een observant aan; het is de taak van de observant om de gezagvoerder te voorzien van informatie over de omgeving en de daarmee samenhangende botsingsrisico’s en zo nodig daaromtrent instructies te geven;

  • p. verzekering

    • 1°. het NLR is verzekerd voor aansprakelijkheid bij ongevallen al dan niet resulterend in schade of letsel ten aanzien van derden;

    • 2°. het NLR voldoet ten minste aan de verzekeringseisen zoals deze zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 785/2004, betreffende de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en exploitanten van luchtvaartuigen;

  • q. het NLR stelt voor iedere vlucht ten minste één veilige positie voor het onbemande luchtvaartuig vast voor die gevallen waarbij de communicatie tussen het onbemande luchtvaartuig en het externe besturingsstation wordt verbroken;

  • r. het NLR stelt vóór iedere vlucht een plan vast waaruit in ieder geval volgt dat de risico’s worden gemitigeerd van een mogelijke botsing met overig luchtverkeer dan wel mensenmenigten en gebouwen op de grond;

  • s. voorvalmeldingen

    • 1°. het NLR meldt voorvallen en ernstige incidenten binnen 72 uur aan het Analyse Bureau Luchtvaartvoorvallen van de Inspectie Leefomgeving en Transport ingevolge de Regeling melding voorvallen in de burgerluchtvaart; zie www.ilent.nl onder ‘luchtvaartvoorval melden’ en www.ais-netherlands.nl voor AIC-B 02/10;

    • 2°. ongevallen (= met gewonde(n) of dode(n)) moeten (na de hulpverleningsoproep) direct worden gemeld aan:

      • a) de OVV via 0800 MELDOVV of 0800 6353 688; en

      • b) de crisiscoördinator van ILT: 070 456 3434;

    • 3°. incidenten worden binnen het NLR geadministreerd en beoordeeld en het management bekijkt of deze moeten leiden tot verbeteringen van de bedrijfsvoering, in ieder geval wanneer de incidenten betrekking hebben op de vluchtuitvoering;

  • t. het NLR draagt ervoor zorg dat iedere geplande vluchtuitvoering op een terrein aangewezen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik wordt gemeld bij de Inspectie via een e-mail aan meldingtug@ilent.nl; ingevolge artikel 35, derde lid, van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen meldt de houder van de ontheffing ten minste 24 uur vóór de dag waarop het terrein zal worden gebruikt, dit voornemen schriftelijk of per e-mail aan de minister en de burgemeester van de gemeente waarin het desbetreffende terrein ligt; de melding aan de minister kan worden gedaan middels de melding aan de inspectie;

  • u. het NLR draagt ervoor zorg dat iedere vlucht die onder deze beschikking valt ten minste 24 uur van tevoren per e-mail wordt gemeld aan aviation-approvals@ilent.nl o.v.v. ‘Evaluatie beschikking het NLR ILT-2013/48699 en locatie van de vlucht’;

  • v. het is de verantwoordelijkheid van het NLR dat voldoende voor de vluchtuitvoering met dit luchtvaartuig opgeleid, gekwalificeerd en vakkundig personeel wordt ingezet bij de lichte UAS-vluchtuitvoering;

  • w. personeel dat gemoeid is met de vluchtvoorbereiding of -uitvoering van het lichte UAS werkt niet met het systeem indien er sprake is van een omstandigheid waarbij vermoeidheid of een gevoel van niet fit zijn een gevaar voor de luchtwaardigheid of de vlucht zou kunnen opleveren;

  • x. het NLR initieert uiterlijk 5 dagen vóór de vlucht plaatsvindt de publicatie van een NOTAM waarin de UAS-activiteit bekend wordt gemaakt, voor

    • 1°. vluchten die plaatsvinden onder of in civiel gecontroleerd luchtruim bij de Operationele Helpdesk LVNL, per telefoon 020 406 2201;

    • 2°. vluchten die plaatsvinden onder of in militair gecontroleerd luchtruim bij het AOCS NM, per telefoon 0577 45 8327;

  • y. het NLR zorgt ervoor dat de bestuurder(s) beschikken over voldoende recente ervaring; in de voorgaande 90 dagen ten minste 3 starts, naderingen en landingen; minder recente ervaring wordt ondervangen met een opfriscursus en een proeve van bekwaamheid;

  • z. om in aanmerking te komen voor verlenging van de geldigheidsduur van de ontheffing:

    • 1°. moeten de onbemande luchtvaartuigen worden gebruikt en onderhouden volgens de aanwijzingen van de fabrikant(en);

    • 2°. moet iedere vlieger ten minste twee uur als gezagvoerder van het onbemande luchtvaartuig hebben gefunctioneerd, waarbij ten minste 12 vluchten zijn uitgevoerd;

    • 3°. moet het NLR een adequaat trainingsprogramma voor een opfriscursus en proeve van bekwaamheid hebben en gebruiken voor bestuurders van lichte onbemande luchtvaartuigen die niet aan de ervaringseis meer voldoen;

    • 4°. moet zijn gewerkt in overeenstemming met deze beschikking en de van toepassing zijnde regels uit of gebaseerd op de Wet luchtvaart;

    • 5°. moet een audit hebben plaatsgevonden waarbij minimaal de volgende onderwerpen positief getoetst zijn;

      • a) werken conform het operationele handboek (inclusief de werking van het veiligheidsmanagementsysteem);

      • b) de logboeken;

      • c) de luchtwaardigheid van de gebruikte luchtvaartuigen.

Artikel 3

Het handelen in strijd met deze beschikking is een strafbaar feit.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 1 januari 2015.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, DE SENIOR INSPECTEUR ILT/VERGUNNINGEN, A. Schurink-v.d. Klugt

Bezwaarclausule

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Team Juridische Zaken

Postbus 16191

2500 BD Den Haag


X Noot
1

Zoals weersomstandigheden en -verwachtingen, ter plaatse geldende luchtverkeersregels (o.a. zichtbaar via de VFR-luchtvaartkaart Nederland en de luchtvaartgids www.ais-netherlands.nl ) en eventuele bijzondere omstandigheden, bekendgemaakt in berichten aan luchtvarenden (NOTAMS).

X Noot
2

De gezagvoerder is degene die eindverantwoordelijk is voor de vluchtuitvoering.

Naar boven