Vergunning voor verkenningsonderzoek in delen van blok L13, Ministerie van Economische Zaken

20 maart 2014

DGETM/EM/14043570

Procesverloop:

  • bij brief van 27 januari 2014 is door Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna: NAM) een aanvraag ingediend, ingevolge artikel 49, eerste lid, onder d van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 19, eerste lid, van het Mijnbouwbesluit, voor het verrichten van verkenningsonderzoek in of boven de delen van oppervlaktewater die worden gebruikt als oefen- en schietgebied. Deze gebieden zijn beschreven in bijlage 5 van de Mijnbouwregeling;

  • de Minister van Economische Zaken (hierna: Minister van EZ) kan, in overeenstemming met de Minister van Defensie, op grond van artikel 19, eerste lid, van het Mijnbouwbesluit een vergunning verlenen voor het verrichten van verkenningsonderzoek in of boven delen van oppervlakte water die worden gebruikt als oefen- en schietgebied;

  • de Minister van Defensie heeft bij brief van 14 februari 2014 advies uitgebracht;

  • de Kustwacht heeft op 5 februari 2014 2013 advies uitgebracht;

  • Rijkswaterstaat Zee en Delta heeft op 30 januari 2014 advies uitgebracht;

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EZ op 11 maart 2013 advies uitgebracht.

Gelet op:

Artikel 49, van de Mijnbouwwet, de artikelen 9 tot en met 20, van het Mijnbouwbesluit en de artikelen 1.5.1 en 2.1.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. wordt een vergunning verleend voor het verrichten van verkenningsonderzoek in of boven de delen van oppervlaktewater die worden gebruikt als oefen- en schietgebied.

Artikel 2

De vergunning voor het verrichten van verkenningsonderzoek in of boven de delen van oppervlaktewater die worden gebruikt als oefen- en schietgebied, geldt voor een tijdvak van 15 juni 2014 tot en met 15 augustus 2014.

Artikel 3

De vergunning geldt voor een deel van blok L13, welk blok is aangegeven op de als bijlage 5 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart.

Artikel 4

Het onderzoeksvaartuig moet tijdens het onderzoek gebruik maken van tenminste twee gecertificeerde Noordzee-loodsen.

Artikel 5

Het onderzoeksvaartuig moet voorzien zijn van dubbele VHF sets en twee radarsystemen waarvan er tenminste één is ingericht als ARPA.

Artikel 6

Het onderzoeksvaartuig moet worden begeleid door tenminste twee wachtschepen.

Artikel 7

De vergunning komt te vervallen met ingang van de dag volgend op die waarop het verkenningsonderzoek met gebruikmaking van een onderzoeksvaartuig is beëindigd, doch uiterlijk 15 augustus 2014.

Artikel 8

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, namens deze: J.H. Brouwer MT-lid, directie Energiemarkt

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag, waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven