Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 19 maart 2014, nr. MinBuZa.2014.119597, houdende beperkende maatregelen in verband met acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening 269/2014 van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Pb 2014, L78);

Gelet op Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Pb 2014, L78);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, artikel 8, eerste lid, en artikel 9 van Verordening 269/2014 van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Pb 2014, L78).

  • 2. Het verbod te handelen in strijd met artikel 2 van Verordening 269/2014, geldt niet in gevallen waarin artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, of artikel 7 van Verordening 269/2014 van toepassing is.

Artikel 2

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, artikel 7, eerste lid, en artikel 8, eerste lid, van Verordening 269/2014 is de Minister van Financiën voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden of informatie van financiële aard.

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, en artikel 8, eerste lid, van Verordening 269/2014 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen of informatie anders dan van financiële aard.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans.

TOELICHTING

De recente gebeurtenissen in de betrekkingen tussen Oekraïne en de Russische Federatie hebben ertoe geleid dat de Raad van de Europese Unie op 17 maart 2014 Besluit 2014/145/GBVB1 en Verordening 269/20142 heeft vastgesteld. In het besluit is onder andere voorzien in reisbeperkingen voor bepaalde personen die verantwoordelijk worden gehouden voor acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen en die in strijd zijn met de Oekraïense grondwet.

In Verordening 269/2014 zijn bevriezingsmaatregelen opgenomen inzake tegoeden en economische middelen van vorenbedoelde personen. Deze personen zijn vermeld in de bijlage bij het besluit en bijlage I bij de verordening.

Van de bevriezingsmaatregel kan de Minister van Financiën of, voor zover het betreft economische middelen de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, ontheffing verlenen teneinde te voorzien in de primaire levensbehoeften of voor het doen van buitengewone uitgaven. Voorts voorziet artikel 6 van de verordening in de mogelijkheid om bevroren tegoeden of economische middelen vrij te geven voor uitgaven die verband houden met verplichtingen die betrokkene is aangegaan voordat de bevriezingsmaatregel op diens tegoeden en middelen van toepassing werd.

De onderhavige regeling is beperkt tot implementatie van vorenbedoelde bevriezingsmaatregelen.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website

www.rijksoverheid.nl/sancties .

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans.


X Noot
1

Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Pb 2014, L78)

X Noot
2

Verordening 269/2014 van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Pb 2014, L78)

Naar boven