Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 24 maart 2014, nr. IENM/BSK-2014/71431 , houdende vaststelling van het Subsidieprogramma innovaties duurzame binnenvaart (Subsidieprogramma innovaties duurzame binnenvaart)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

Als subsidieprogramma als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat, wordt vastgesteld het Subsidieprogramma innovaties duurzame binnenvaart, dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 juli 2015, met dien verstande dat op een subsidie die is verleend voor 1 juli 2015 dit besluit met het daarbij vastgestelde subsidieprogramma, zoals dat luidde op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan 1 juli 2015, van toepassing blijft.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Subsidieprogramma innovaties duurzame binnenvaart.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

BIJLAGE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 VAN HET BESLUIT HOUDENDE VASTSTELLING VAN HET SUBSIDIEPROGRAMMA INNOVATIES DUURZAME BINNENVAART

Subsidieprogramma innovaties duurzame binnenvaart

Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen

In dit subsidieprogramma wordt verstaan onder:

experimenteel ontwikkelingsproject:

experimenteel ontwikkelingsproject als bedoeld in artikel 5, onderdeel e, van de kaderregeling;

haalbaarheidsproject gericht op experimentele ontwikkeling:

haalbaarheidsproject gericht op experimentele ontwikkeling als bedoeld in artikel 5, onderdeel d, van de kaderregeling;

haalbaarheidsproject gericht op industrieel onderzoek:

haalbaarheidsproject gericht op industrieel onderzoek als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de kaderregeling;

industrieel onderzoeksproject:

industrieel onderzoeksproject als bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de kaderregeling;

innovatiecluster-exploitatieproject:

innovatiecluster-exploitatieproject als bedoeld in artikel 5, onderdeel l, van de kaderregeling;

innovatiecluster-investeringsproject:

innovatiecluster-investeringsproject als bedoeld in artikel 5, onderdeel k, van de kaderregeling;

Innovatieraad Binnenvaart:

door het bedrijfsleven ingesteld college van deskundigen uit de binnenvaartsector ten behoeve van het stimuleren van de innovatie in de binnenvaart, dat tevens een adviserende rol heeft als bedoeld in paragraaf 3, eerste lid;

kaderregeling:

Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat;

minister:

Minister van Infrastructuur en Milieu;

project:

haalbaarheidsproject gericht op industrieel onderzoek, industrieel onderzoeksproject, haalbaarheidsproject gericht op experimentele ontwikkeling, experimenteel ontwikkelingsproject, innovatiecluster-investeringsproject of innovatiecluster-exploitatieproject gericht op het gebruik van alternatieve brandstoffen, alternatief motorgebruik, voor- of nabehandelingstechnieken of motormanagement, inrichting en gebruik van het schip ten behoeve van CO2-, PM- en NOx-reductie bij de voortstuwing van binnenschepen.

Paragraaf 2 Doel van het subsidieprogramma

Het verstrekken van financiële bijdragen aan de binnenvaartsector ten behoeve van projecten die bijdragen aan de verdere duurzaamheid van de sector.

Paragraaf 3 subsidiabele projecten en verdeelsleutel

  • 1. De minister kan tot uiterlijk 1 juli 2015, overeenkomstig artikel 33 van de kaderregeling, subsidie verlenen voor projecten op basis van een door de Innovatieraad Binnenvaart opgestelde rangschikking naar:

    • a. de mate waarin de innovatie generiek toepasbaar is voor binnenvaartschepen van een vergelijkbaar scheepstype of vaarprofiel;

    • b. de mate waarin de innovatie de uitstoot van CO2, NOx en PM reduceert, en;

    • c. de mate waarin de innovatie een terugverdieneffect heeft voor degene die haar toepast.

  • 2. Voor elk van de in het eerste lid genoemde criteria is per project een maximum van 10 punten te behalen.

  • 3. Indien twee of meer projecten na de rangschikking op dezelfde plaats in de rangschikking terechtkomen wordt door middel van loting de definitieve plaats in de rangschikking bepaald.

Paragraaf 4 Subsidieplafond

Voor de subsidie is ten hoogste beschikbaar:

  • a. € 110.000,00 in 2014;

  • b. € 200.000,00 in 2015.

Paragraaf 5 Subsidiemaxima en subsidiabele kosten

De subsidie bedraagt tot ten hoogste € 125.000,00:

  • a. 65% van de studiekosten voor haalbaarheidsprojecten gericht op industrieel onderzoek en haalbaarheidsprojecten gericht op experimentele ontwikkeling;

  • b. 50% van de in artikel 12 van de kaderregeling genoemde kosten voor industriële onderzoeksprojecten en experimentele ontwikkelingsprojecten;

  • c. 15% van de investeringskosten bedoeld in artikel 21 van de kaderregeling voor innovatiecluster-investeringsprojecten;

  • d. 50% van de loon en administratiekosten bedoeld in artikel 22 van de kaderregeling voor innovatiecluster-exploitatieproject.

Paragraaf 6 Uitvoeringsinstantie

Als uitvoeringsinstantie als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel l, van de kaderregeling wordt aangewezen het Expertise- en Innovatiecentrum Binnenvaart van de Stichting projecten binnenvaart te Rotterdam.

Paragraaf 7 Indiening aanvraag

Een aanvraag wordt gericht aan de minister en uiterlijk 1 mei 2014, 1 oktober 2014 of 1 mei 2015 ingediend bij de uitvoeringsinstantie met gebruikmaking van een volledig ingevuld aanvraagformulier als bedoeld in appendix A van dit subsidieprogramma.

Paragraaf 8 Subsidieverlening en -vaststelling van subsidies lager dan € 25.000,00

  • 1. Het verstrekken van subsidies lager dan € 25.000,00 vindt plaats in de vorm van een vast bedrag dat wordt bepaald op basis van gegevens die worden ingediend bij de aanvraag.

  • 2. Bij het verstrekken van subsidies lager dan € 25.000,00 wordt direct een beschikking tot subsidievaststelling gegeven.

  • 3. De subsidieontvanger is verplicht om:

    • a. onverwijld een schriftelijke melding te doen zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; en

    • b. desgevraagd, op door de subsidieverstrekker van tevoren in de beschikking aangegeven wijze, aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Paragraaf 9 Subsidieverlening en -vaststelling van subsidies van € 25.000,00 tot € 125.000,00

  • 1. Het verstrekken van subsidies van € 25.000,00 tot € 125.000,00 vindt plaats in de vorm van een vast bedrag, dat wordt bepaald op basis van gegevens die worden ingediend bij de aanvraag.

  • 2. De subsidieontvanger is verplicht om:

    • a. onverwijld een melding te doen zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; en

    • b. aan te tonen aan de hand van een activiteitenverslag dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 3. De vaststelling van subsidies van € 25.000,00 tot € 125.000,00 geschiedt overeenkomstig de artikelen 45 en 46 van de kaderregeling, met dien verstande dat geen verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten als bedoeld in artikel 45, derde lid, aanhef, van de kaderregeling is vereist.

Paragraaf 10 Voorschotten

Voorschotten worden verstrekt overeenkomstig artikel 44 van de kaderregeling.

APPENDIX A ALS BEDOELD IN PARAGRAAF 7 VAN HET SUBSIDIEPROGRAMMA INNOVATIES DUURZAAMHEID BINNENVAART

Bijlage 1

Bijlage 2

Bijlage 3

Bijlage 4

TOELICHTING

Algemeen

De Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat (hierna: kaderregeling) is op dit programma van toepassing. De kaderregeling is gebaseerd op de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat.

Beleidsoverwegingen

De binnenvaart zal schoner moeten gaan operen om ook in de toekomst een duurzaam antwoord te kunnen geven op de logistieke behoeften op mondiale, Europese en nationale schaal. Het antwoord hierop kan worden gevonden in innovaties. Bedrijven en kennisinstellingen zullen moeten investeren in onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten om hun concurrentiepositie te behouden en te versterken. Daarnaast zijn innovaties noodzakelijk om tegemoet te kunnen komen aan de strengere regelgeving die op internationaal niveau voor maatschappelijke waarden als duurzaamheid worden afgesproken. Het is de ambitie van het kabinet om een goed innovatieklimaat te scheppen voor de binnenvaart, waarin kennisontwikkeling en onderwijs belangrijke pijlers zijn. Het kabinet geeft hiervoor financiële steun aan projecten die in de markt kansrijk zijn en beantwoorden aan beleidsmatige doelstellingen. Het Subsidieprogramma Innovaties Duurzame Binnenvaart van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is hiervoor bedoeld. Het tot stand brengen van innovaties is in beginsel de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven zelf.

Doelstelling

Het programma is gericht op duurzame innovatieve toepassingen die betrekking hebben op de machinekamer, de inrichting en het gebruik van het schip. Dit programma zal worden uitgevoerd door het Expertise- en Innovatie Centrum Binnenvaart (EICB). Het EICB, onderdeel van de Stichting projecten binnenvaart, is opgericht met als taak expertise op het terrein van binnenvaart op te bouwen en toegankelijk te maken en om innovatie in de binnenvaart structureel te verankeren. Het EICB is een brede vertegenwoordiging van de belangenorganisaties van binnenvaart.

Administratieve lasten voor het bedrijfsleven

De administratieve lasten voor de aanvragende bedrijven kunnen als volgt worden becijferd. Voor de aanvragers zullen de administratieve lasten naar schatting per aanvraag 20 uur * € 50 bedragen. Uitgaande van naar verwachting 2 tot zes aanvragen zullen de totale geschatte administratieve lasten voor het bedrijfsleven derhalve € 2000,– tot € 6000,– bedragen. Voor burgers zijn er geen administratieve lasten.

Risicoanalyse

Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft een risicoanalyse uitgevoerd teneinde een verantwoorde en juiste besteding van de gelden te waarborgen. Hieruit bleken geen bezwaren tegen de invulling van deze regeling.

Vaste verandermomenten

Conform het beleid met betrekking tot vaste verandermomenten treedt dit programma in werking met ingang van 1 april 2014. Evenwel wordt een kortere invoeringstermijn dan twee maanden aangehouden op grond van de uitzonderingsmogelijkheid dat uitstel van dit programma tot grote financiële nadelen voor de ontvangers van de bijdrage zou leiden.

Paragraafgewijs (bijlage)

Paragraaf 3

De verdeling van de subsidiegelden vindt plaats via een rankingsysteem waarbij de Innovatieraad Binnenvaart, een door het gezamenlijke bedrijfsleven van de binnenvaart aangesteld college van innovatiedeskundigen, de aangemelde projecten rangschikt in de volgorde naar de mate waarin deze projecten voldoen aan de drie genoemde criteria: generieke toepasbaarheid, uitstootreductie en terugverdienend vermogen. Indien twee of meer projecten gelijk eindigen in de rangschikking wordt de onderlinge volgorde nader bepaald door loting.

Paragraaf 5

In de onderdelen a tot en met d zijn per type project de subsidiabele kosten vermeld met de daarvoor maximaal te verkrijgen subsidie. Voor wat onder de verschillende soorten kosten wordt verstaan verwijzen de onderdelen naar de desbetreffende artikelen in de kaderregeling. Onder het begrip studiekosten, dat genoemd wordt in onderdeel a en niet verder is uitgewerkt in de kaderregeling, worden in dit programma begrepen: loonkosten van direct bij het onderzoek betrokken personeel; kosten van aanschaf van verbruikte materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op historische aanschafprijzen; afschrijvingskosten van machines en apparatuur op basis van de technische levensduur naar rato van het gebruik voor het project gedurende de projectperiode, uitgaande van de historische aanschafwaarde verminderd met de restwaarde; huurkosten van machines en apparatuur naar rato van het gebruik voor het project gedurende de projectperiode; aan derden verschuldigde kosten ter zake van studies en onderzoeksactiviteiten en ter zake van de aanschaf van kennis en intellectuele eigendomsrechten alsmede ter zake van bescherming van die rechten.

Paragrafen 6 en 7

De organisatorische en administratieve uitvoering van het subsidieprogramma geschiedt door het EICB. Het aanvragen van de subsidie is mogelijk met het aanvraagformulier dat als appendix A bij het subsidieprogramma is opgenomen, dat verkrijgbaar is bij het EICB te Rotterdam. Het EICB registreert de ingediende formulieren en organiseert de bijeenkomsten van de Innovatieraad Binnenvaart waarop de rangschikking van de projecten plaatsvindt. Het EICB is belast met:

  • de uitvoering van dit programma;

  • de voorbereiding van het instellen van de innovatieraad;

  • de promotie van het programma op internet en in de gedrukte media;

  • het instellen van een (digitaal)loket waar aanvragen voor subsidies en aanvragen voor de vaststelling daarvan gestandaardiseerd kunnen worden ingediend;

  • het management, de secretariële en de boekhoudkundige ondersteuning van dit programma;

  • het beoordelen van projectvoorstellen en begeleiden van goedgekeurde voorstellen.

Paragraaf 8

Kenmerkend voor subsidies van minder dan € 25.000,00 is dat een vast bedrag (lump sum) wordt verstrekt en dat de subsidieontvanger in beginsel niet eigener beweging verantwoording hoeft af te leggen aan de subsidieverstrekker. Controle na de vaststelling is wel mogelijk en kan in situaties zoals beschreven in art 4:49 Awb tot terugvordering leiden.

Een subsidie kan worden verstrekt voorafgaand aan of na afloop van de subsidiabele activiteiten. Indien de activiteiten nog niet hebben plaatsgevonden, kan meteen subsidievaststelling plaatsvinden. De toepassing is dan onder meer afhankelijk van een risicoafweging vooraf door de subsidieverstrekker, omdat na de vaststelling geen verantwoording meer mag worden gevraagd. Dit kan bijvoorbeeld worden toegepast wanneer het risico laag wordt ingeschat. Indien subsidie na afloop van de activiteiten wordt verstrekt worden de bewijsstukken van de activiteiten direct met de aanvraag meegestuurd. In dit geval kan ook gevraagd worden om opgave van het totaal van de kosten. Dit kan van belang zijn voor subsidies waarvoor maximaal toegestane EU-steunpercentages gelden die niet overschreden mogen worden.

Paragraaf 9

Kenmerkend voor subsidies van € 25.000,00 tot € 125.000,00 is dat een vast bedrag (lump sum) of een vast bedrag per prestatie-eenheid wordt verstrekt. Daarbij moet de subsidieontvanger standaard aantonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn uitgevoerd. De verantwoording geschiedt over de uitgevoerde activiteiten door middel van een activiteitenverslag. Op basis van een risicoanalyse kan de subsidieverstrekker besluiten om een controle ter plekke uit te voeren.

Er wordt geen bijkomende financiële verantwoording en geen door een accountant opgesteld stuk gevraagd. Wanneer niet kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten voldoende zijn uitgevoerd of dat voldoende aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan, zal de subsidie op een lager bedrag of op nihil worden vastgesteld.

In gevallen waarin duidelijk wordt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel, niet tijdig dan wel niet (geheel) volgens de aan de subsidie verbonden verplichtingen uitgevoerd zullen worden, is, net als bij subsidies tot € 25.000,00, voorzien in een meldingsplicht van de subsidieontvanger.

Voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt gebruik gemaakt van een bij het EICB verkrijgbaar formulier, waarin is te lezen welke bescheiden met de aanvraag moeten worden meegestuurd

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven