Regeling Landelijke selectiecommissie rechters (LSR)

De Raad voor de rechtspraak,

Gelet op artikel 91, eerste lid, onder f, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

Gezien de instemming van de Centrale Ondernemingsraad Rechtspraak (COR) op 17 februari 2014;

Besluit:

Paragraaf I Instelling en samenstelling LSR

Artikel 1 Instelling LSR en ondersteuning LSR

  • 1. Er is een Landelijke selectiecommissie rechters, verder aan te duiden als de LSR.

  • 2. De LSR wordt ondersteund door het secretariaat LSR. Het secretariaat is ondergebracht bij het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR).

Artikel 2 Samenstelling en omvang LSR

  • 1. De LSR bestaat uit het Presidium, twaalf leden en zes plaatsvervangers.

  • 2. Het Presidium (het dagelijks bestuur) van de LSR bestaat uit vier functionarissen:

    • a. de voorzitter van de LSR, zijnde een president van een appelcollege;

    • b. de plaatsvervangend voorzitter van de LSR, zijnde een president van een rechtbank, of, indien een president niet beschikbaar is, een rechterlijk bestuurslid van één van de rechtbanken;

    • c. twee lid-secretarissen van de LSR, zijnde rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast;

  • 3. De twaalf leden zijn:

    • a. zes leden, zijnde rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast;

    • b. zes leden afkomstig van buiten de rechtspraak:

      • i) minimaal een rechterlijk ambtenaar afkomstig uit het openbaar ministerie;

      • ii) minimaal een advocaat;

      • iii) maximaal vier externe leden, werkzaam in een organisatie buiten de justitiële keten.

  • 4. De zes plaatsvervangers zijn:

    • a. drie plaatsvervangers, zijnde rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast;

    • b. drie plaatsvervangers afkomstig van buiten de Rechtspraak zijnde:

      • i) een rechterlijk ambtenaar afkomstig uit het openbaar ministerie;

      • ii) een advocaat;

      • iii) een externe plaatsvervanger, werkzaam in een organisatie buiten de justitiële keten.

  • 5. Daarnaast treden de vier functionarissen van het Presidium incidenteel op als plaatsvervangend selecteur.

Paragraaf II Aanzoeking, selectie, benoeming en ontheffing uit functie

Artikel 3 Aanzoeking, functieprofielen en openstelling vacatures

  • 1. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de LSR worden aangezocht door de Raad voor de rechtspraak (verder aan te duiden als: de Raad) in overleg met het dagelijks bestuur van de presidentenvergadering.

  • 2. De Raad stelt een functieprofiel vast voor de functies:

    • a. lid-secretaris;

    • b. lid en plaatsvervanger.

  • 3. Indien mogelijk worden de plaatsvervangers aangezocht door de Raad uit de leden wier (her)benoemingstermijn is afgelopen. Indien onvoldoende aftredende of afgetreden leden beschikbaar zijn, wordt de functie van plaatsvervanger opengesteld.

  • 4. De Raad stelt vacatures open voor de functie van lid-secretaris, lid LSR en, indien nodig, voor de functie van plaatsvervanger.

  • 5. De kandidaten voor een functie als bedoeld in het vierde lid richten hun sollicitatiebrief aan de voorzitter van de Raad.

Artikel 4 Selectie van de selecteurs

  • 1. De Raad stelt een selectiecommissie samen voor vacatures, genoemd in artikel 3, lid 4. De selectiecommissie bestaat uit:

    • a. een voorzitter, zijnde het lid van de Raad met de portefeuille HRM, of diens vervanger;

    • b. een lid, zijnde de voorzitter van de LSR;

    • c. een lid en een plaatsvervangend lid afkomstig van buiten de Rechtspraak, aangezocht door de Raad in overleg met de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter de LSR.

  • 2. De selectiecommissie voert een gesprek met de kandidaat.

    De selectiecommissie kan, na toestemming van de kandidaat, referenties opvragen. De referenties zijn uitsluitend gericht op het verkrijgen van informatie die direct verband houdt met de te vervullen vacature.

  • 3. De selectiecommissie beveelt de kandidaten voor een functie bij de LSR aan bij de Raad.

Artikel 5 Benoeming en herbenoeming

  • 1. De Raad benoemt de functionarissen van het Presidium voor een periode van vier jaar. De Raad kan een functionaris herbenoemen voor een periode van vier jaar, gehoord het Presidium minus betrokkene.

  • 2. De Raad benoemt de leden en de plaatsvervangers voor een periode van drie jaar. In uitzonderlijke omstandigheden kan de Raad een lid of een plaatsvervanger eenmaal herbenoemen voor de duur van één jaar, gehoord het Presidium.

  • 3. Alvorens een kandidaat die niet werkzaam is in de rechterlijke organisatie te benoemen, verzoekt de Raad de kandidaat een verklaring omtrent het gedrag over te leggen.

Artikel 6 Voortgangsgesprek en herbenoemingsgesprek

  • 1. Het Presidium besteedt ieder jaar aandacht aan de wijze waarop een lid en een plaatsvervangend lid van de LSR zijn taak vervult, door middel van het houden van een voortgangsgesprek of indien aan de orde, een herbenoemingsgesprek.

  • 2. Het lid van de Raad met de portefeuille HRM of diens vervanger voert het voortgangsgesprek en het herbenoemingsgesprek met de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter van het Presidium voert het gesprek met de lid-secretarissen.

Artikel 7 Ontheffing van de functie

  • 1. De functionarissen van het Presidium, de leden en de plaatsvervangers worden op eigen verzoek door de Raad tussentijds van hun functie ontheven.

  • 2. De Raad kan een functionaris van het Presidium, een lid of een plaatsvervanger van hun functie ontheffen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden. Voorafgaand aan de ontheffing hoort de Raad zowel het Presidium als de betrokkene. Indien het gaat om de ontheffing van een lid van het Presidium hoort de Raad voorafgaand aan de ontheffing zowel het Presidium minus de betrokkene als de betrokkene.

  • 3. De Raad ontheft een functionaris van het Presidium, een lid of een plaatsvervanger van zijn functie indien hij niet langer de functie uitoefent op grond waarvan hij was benoemd. Voor een extern lid of een externe plaatsvervanger kan een uitzondering worden gemaakt.

Paragraaf III Taken en verantwoording

Artikel 8 Taken

  • 1. De LSR heeft als taak, namens de Raad en met inachtneming van het door de Raad vastgestelde selectiebeleid, het selecteren van kandidaten voor:

    • a. de functies van rechter (in opleiding) en raadsheer (in opleiding);

    • b. de functies van rechter-plaatsvervanger en raadsheer-plaatsvervanger.

  • 2. Het Presidium:

    • a. is verantwoordelijk voor en draagt zorg voor het organiseren van de dagcommissies ten behoeve van de briefselectie, de voorselectie en de eindselectie;

    • b. is belast met de functionele aansturing van de medewerkers van het secretariaat LSR;

    • c. besluit of een kandidaat in aanmerking komt om de gerede kandidaat-procedure te doorlopen;

    • d. is belast met het behandelen van vragen en klachten van kandidaten of gerechtsbesturen;

    • e. adviseert de Raad over het selectiebeleid van rechters(-plaatsvervangers) en raadsheren(-plaatsvervangers);

    • f. kan overige besluiten nemen binnen de kaders van het door de Raad vastgestelde selectiebeleid.

Artikel 9 Verantwoording en evaluatie

  • 1. Het Presidium is voorts belast met:

    • a. het afleggen van verantwoording aan de Raad via de planning- en verantwoordingcyclus van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR);

    • b. het periodiek verstrekken van gegevens aan de Raad over de selectieactiviteiten, -resultaten en -ervaringen.

  • 2. In opdracht van de Raad en in overleg met het presidium wordt de selectieprocedure en het functioneren van het LSR periodiek geëvalueerd door een externe deskundige.

Paragraaf IV Dagcommissies

Artikel 10 Dagcommissie Briefselectie

  • 1. Indien nodig stelt het Presidium een Dagcommissie Briefselectie in.

  • 2. Een Dagcommissie Briefselectie bestaat uit:

    • a. minimaal één lid-secretaris;

    • b. een bestuurslid of een rechterlijk ambtenaar van het gerecht waar de vacature is, aangewezen door het bestuur van dat gerecht;

    • c. een medewerker van het secretariaat LSR, met een adviserende rol.

  • 3. Een Dagcommissie Briefselectie heeft als taak het, op grond van sollicitatiebescheiden, selecteren van kandidaten die worden toegelaten tot de voorselectie.

Artikel 11 Dagcommissie Voorselectie

  • 1. Indien nodig stelt het Presidium een Dagcommissie Voorselectie in.

  • 2. De Dagcommissie Voorselectie bestaat uit:

    • a. een lid of een plaatsvervanger uit LSR, zijnde een rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast, aangewezen door het Presidium;

    • b. een bestuurslid of een rechterlijk ambtenaar van het gerecht waar de vacature is, aangewezen door het bestuur van dat gerecht.

    • c. een HRM-adviseur of, indien deze niet aanwezig is, een medewerker van een daartoe gecontracteerd extern selectiebureau.

  • 3. De Dagcommissie Voorselectie heeft als taak het selecteren van kandidaten die in aanmerking komen om de eindselectieprocedure te doorlopen.

Artikel 12 Dagcommissie Eindselectie

  • 1. Voor elke vacature stelt het Presidium een Dagcommissie Eindselectie samen uit de LSR. De Dagcommissie bestaat uit zes leden. Uitsluitend indien zich een geval van overmacht voordoet, is het toegestaan dat de dagcommissie de selectiewerkzaamheden uitvoert met vijf leden.

  • 2. In de Dagcommissie Eindselectie heeft in ieder geval zitting hetzij een lid of plaatsvervanger zijnde een rechterlijk ambtenaar afkomstig uit het openbaar ministerie, hetzij een advocaat.

  • 3. De Dagcommissie Eindselectie heeft als taak het beoordelen of een kandidaat geschikt is voor één van de functies, genoemd in artikel 8, eerste lid.

  • 4. Bij de beraadslagingen van de Dagcommissie Eindselectie zijn in de hoedanigheid van adviseur aanwezig:

    • a. een HRM-adviseur of, indien deze niet aanwezig is, een medewerker van een daartoe gecontracteerd extern selectiebureau;

    • b. een lid-secretaris.

Paragraaf V Slotartikelen

Artikel 13 Bescherming persoonsgegevens

  • 1. De betrokkenen bij de procedure hebben een geheimhoudingsplicht, tenzij krachtens deze procedure mededelingen zijn voorgeschreven of toegelaten.

  • 2. Raadpleging van websites met het doel gegevens of informatie over de kandidaat te vergaren, is mogelijk en wordt gemeld aan de kandidaat.

  • 3. De Raad archiveert uitsluitend die persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in deze regeling genoemde bevoegdheden en taken van de Raad. De Raad en een, door de Raad daartoe aangewezen, beperkt aantal personen zijn bevoegd deze gegevens daartoe te gebruiken. De Raad vernietigt de persoonsgegevens uiterlijk drie maanden nadat de (her)benoemingstermijn van betrokkene is verstreken.

  • 4. Het secretariaat LSR archiveert de NAW-gegevens en de curricula vitae van voormalig leden en plaatsvervangers van de LSR teneinde oud-leden te kunnen uitnodigen voor bijzondere gelegenheden.

  • 5. De persoonsgegevens die niet worden gearchiveerd op grond van het derde en vierde lid worden door alle betrokkenen vernietigd binnen een maand na de afronding van de procedure.

Artikel 14 Financiering en vergoedingen

  • 1. De Raad compenseert de door het bestuur van het gerecht vrijgestelde rechterlijk ambtenaren aan het bestuur van het gerecht op basis van door de Raad, in overleg met de presidenten, vastgestelde kaders.

  • 2. De Raad maakt afspraken met het College van procureurs-generaal of de desbetreffende hoofdofficier van justitie over de compensatie van kosten voor de vrijstelling van de rechterlijke ambtenaren ten behoeve van de selectiewerkzaamheden.

  • 3. De volgende personen ontvangen per vergadering een vergoeding op basis van 7,5% van het maximumniveau van salarisklasse 18 van Bijlage B bij het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren:

    • a. leden, genoemd in artikel 2, derde lid, onder b, onder ii en iii;

    • b. de plaatsvervangers, genoemd in artikel 2, vierde lid onder b, onder ii en onder iii;

    • c. het lid of het plaatsvervangend lid, genoemd in artikel 4, eerste lid onder c.

    Vergaderingen die op één dag worden gehouden, worden samen als één vergadering beschouwd.

Artikel 15 Reis- en verblijfkosten, kosten aanvraag verklaring omtrent het gedrag

  • 1. De functionarissen van het Presidium, de leden en de plaatsvervangers, en de leden van de selectiecommissie, genoemd in artikel 4, eerste lid, ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten op de voet van het Reisbesluit binnenland, voor zover zij niet reeds op een vergoeding van reis- en verblijfkosten aanspraak kunnen maken op andere wijze of op grond van een andere regeling.

  • 2. De kandidaat, bedoeld in artikel 5, derde lid, ontvangt een volledige vergoeding voor de kosten voor de aanvraag van de verklaring omtrent het gedrag.

Artikel 16 Declaratie

  • 1. Declaraties voor de reis- en verblijfkosten, voor de vergoeding en voor de aanvraag van de verklaring omtrent het gedrag worden door middel van een door het secretariaat LSR te verstrekken formulier in tweevoud ingediend bij het secretariaat LSR.

  • 2. De declaraties worden geverifieerd en vastgesteld door het secretariaat LSR, onder verantwoordelijkheid van de directeur van het LDCR, en betaalbaar gesteld door of namens de directeur LDCR.

Artikel 17 Intrekking

1. Het Reglement Selectiecommissie rechterlijke macht (SRM), vastgesteld door de Raad op 19 september 2007, wordt ingetrokken.

2. Het Instellingsbesluit Adviescollege leden selectiecommissie rechterlijke macht, vastgesteld door de Raad op 30 maart 2005, wordt ingetrokken.

3. De Regeling Vacatiegelden Selectiecommissie rechterlijke macht en Adviescollege leden selectiecommissie rechterlijke macht, vastgesteld door de Raad op 16 december 2008, wordt ingetrokken.

Artikel 18 Inwerkingtreding en publicatie

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na plaatsing in de Staatscourant.

  • 2. Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant, op INTRO en op www.rechtspraak.nl . geplaatst.

Den Haag, 7 maart 2014.

De Raad voor de rechtspraak, F.C. Bakker

TOELICHTING

Inleiding

De Raad is belast met landelijke activiteiten op het gebied van werving en selectie (artikel 91, eerste lid, onder f, van de Wet op de rechterlijke organisatie). De Regeling Landelijke selectiecommissie rechters (LSR) is (mede) gebaseerd op het Adviesrapport van de projectgroep ‘vernieuwing selectie van rechters’ van 1 februari 2013 (verder te noemen: Advies). De opdrachtgever voor het advies was drs. Simone M. Roos, lid Raad voor de rechtspraak. De opdrachtnemer en projectleider waren mr. L. Verheij, voorzitter van het bestuur van het hof Den Haag, tevens voorzitter van de LSR. Het Adviesrapport is behandeld in de Raad van 14 november 2012 en door de Raad overgenomen op 19 februari 2013. De Regeling LSR is opgesteld ter uitvoering van het rapport. Met de regeling en de publicatie daarvan op www.rechtspraak.nl wordt beoogd openheid van zaken te geven over de wijze van samenstelling en het aantrekken van zowel de interne als externe leden van de LSR.

Met ingang van 1 januari 2014 is de nieuwe initiële opleiding voor rechters gestart. Deze opleiding vervangt de oude opleiding voor rechterlijk ambtenaren in opleiding en rechters in opleiding. Aan de nieuwe opleiding is een vernieuwde selectieprocedure voor aankomend rechters gekoppeld. Voorheen werd de uitvoering van die selectieprocedure verzorgd door de SRM. In de nieuwe situatie zal dat de Landelijke selectiecommissie rechters (LSR) zijn. Omdat de vernieuwde selectiecommissie geen officieren van Justitie meer selecteert, is de naam aangepast naar Landelijke selectiecommissie rechters (waaronder ook raadsheren zijn begrepen). Het Reglement Selectiecommissie rechterlijke macht (SRM) wordt ingetrokken en vervangen door de onderhavige regeling.

De kern van deze regeling wordt gevormd door:

  • de organisatie, de taken en de bevoegdheden van de Landelijke selectiecommissie rechters (LSR), voorheen de Selectiecommissie rechterlijke macht (SRM);

  • de wijze waarop de leden, tevens selecteurs van LSR worden geselecteerd en benoemd.

In het onderstaande wordt een toelichting gegeven op de tekst van de Regeling.

LSR en secretariaat LSR (artikel 1 en 2)

De Landelijke selectiecommissie rechters (LSR) telt 22 personen:

  • het Presidium (het dagelijks bestuur), bestaande uit vier functionarissen: de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de lid-secretarissen;

  • twaalf leden;

  • en zes plaatsvervangers. Daarnaast treden de vier functionarissen van het Presidium incidenteel op als plaatsvervangend selecteur, zodat zij feeling houden met de selectiepraktijk.

De Raad heeft in navolging van het Advies gekozen voor een kleine groep selecteurs, omdat de leden van een kleine selectiecommissie frequent selecteren en aldus voldoende kennis, ervaring en routine opdoen en behouden.

Bij de samenstelling van de groep selecteurs (leden en plaatsvervangers) heeft de Raad in navolging van het Advies gekozen voor een diverse samenstelling van de LSR; naast rechters en raadsheren, worden ook ketenpartners (OM en advocatuur) ingezet, alsook personen werkzaam in het bedrijfsleven, in een wetenschappelijke instelling, of in een andere organisatie buiten de buiten de justitiële keten.

De LSR wordt ondersteund door het secretariaat LSR. Het secretariaat LSR is ondergebracht bij het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak. De directeur van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) is het bevoegd gezag van de medewerkers van het secretariaat LSR (Instelling- en mandaatbesluit Landelijk Dienstencentrum Rechtspraak, besluit van de Raad voor de rechtspraak van 31 januari 2012). De ambtenaren werkzaam bij het secretariaat LSR worden functioneel aangestuurd door de voorzitter van het Presidium, voor zover zij werkzaamheden voor de LSR verrichten. De directeur, of het hoofd HRM/LDCR namens de directeur, voert periodiek overleg met de voorzitter van het Presidium over de uitvoering van de werkzaamheden door het secretariaat LSR en over de benodigde inzet van de medewerkers van het secretariaat.

In artikel 11, tweede lid, onder c, respectievelijk in artikel 12, vierde lid, onder a wordt een HRM-adviseur genoemd, als lid van de Dagcommissie Voorselectie, respectievelijk als adviseur van de Dagcommissie Eindselectie. Deze HRM-adviseur is werkzaam bij het secretariaat LSR.

Selectie van de selecteurs (artikelen 3 en 4)

De lid-secretarissen respectievelijk de leden van de LSR zullen via een sollicitatieprocedure op grond van een vacature worden aangetrokken op basis van het functieprofiel lid-secretaris respectievelijk selecteur. In het functieprofiel zal tot uiting worden gebracht dat zowel de interne als de externe leden ervaring of affiniteit moeten hebben met selecteren of opleiden en dat de selecteurs de competenties bezitten die hen in staat stellen juiste selectiebeslissingen te nemen.

Indien een vacature openvalt voor de functie van plaatsvervanger zal de Raad in eerste instantie afgetreden of aftredende leden van LSR aanzoeken voor de functie van plaatsvervanger (uiteraard binnen de kaders van artikel 2, lid 4). Daarmee wordt beoogd de opgebouwde opleidingsinvestering, kennis en praktijkervaring voor langere tijd te behouden. Indien niet de juiste aftredende of afgetreden leden aanwezig zijn of bereid zijn om plaatsvervanger te worden, zal de functie van plaatsvervanger worden opengesteld.

De werving, door middel van het openstellen van de vacatures, zal via de meest toepasselijke kanalen plaatsvinden, b.v. via INTRO Landelijk voor rechters en raadsheren en via een (digitaal) tijdschrift of een (digitale) krant voor (hoofd)officieren van justitie, advocaten en externen.

De voorzitter respectievelijk de plaatsvervangend voorzitter worden niet geselecteerd, maar aangezocht door de Raad in overleg met het dagelijks bestuur van de presidentenvergadering.

Voor de selectie van de selecteurs van LSR wordt bij voorkeur een vaste selectiecommissie samengesteld. Naast het lid van de Raad met de portefeuille HRM, of indien deze afwezig is, diens vervanger, en de voorzitter of, indien deze afwezig is, de plaatsvervangend voorzitter van LSR, is het van belang dat een extern lid deel uitmaakt van de commissie, dit laatste ten behoeve van de inbreng vanuit de samenleving. Voor elke vacature wordt een commissie ingesteld.

Verklaring omtrent het gedrag (VOG) voor externen (artikel 5)

Integriteit is een van de kernwaarden van de Rechtspraak. Een concrete maatregel die daaruit voortvloeit, is dat aan de kandidaat die niet werkzaam is bij de rechterlijke organisatie (dus een advocaat of een extern lid, werkzaam in het bedrijfsleven, etc.) zal worden gevraagd om een VOG te overleggen. Vanzelfsprekend kan de kandidaat niet worden verplicht een verklaring aan te vragen, maar bij het ontbreken van een verklaring zal de betrokkene niet kunnen worden benoemd.

In de aanvraag zullen worden benoemd het doel van en de risico’s in de functie waarvoor de verklaring wordt gevraagd. Dat is van belang voor de doelgerelateerde toetsing door het COVOG / de Minister van Veiligheid en Justitie. Daartoe zal gebruik worden gemaakt van het Standaardformulier ‘VOG 25 Rechtspraak’.

Benoemings- en herbenoemingstermijn (art. 5)

De benoemingstermijn bedraagt drie jaar. Een lid of plaatsvervanger kan in uitzonderlijke omstandigheden eenmaal worden herbenoemd voor een termijn van één jaar. Van uitzonderlijke omstandigheden kan bijvoorbeeld sprake zijn na één of meer jaren met weinig vacatures, dus met weinig selectieactiviteiten.

Ontheffing uit de functie (artikel 7)

Een van de gronden voor ontheffing is dat de Raad een functionaris van het Presidium, een lid of een plaatsvervanger uit de functie ontheft indien hij niet langer de functie uitoefent op grond waarvan hij was benoemd (hoofdregel). Dat is het logisch gevolg van het feit dat rechters, raadsheren, officieren van justitie en advocaten qualitate qua lid zijn van de LSR. Een extern lid of een externe plaatsvervanger daarentegen zal naar alle waarschijnlijkheid na wisseling van hoofdbetrekking nog steeds de waardevolle inbreng vanuit de samenleving in de LSR kunnen leveren. Voor een extern lid of een externe plaatsvervanger kan dus een uitzondering worden gemaakt op de hoofdregel.

Taken LSR en Presidium en het afleggen van verantwoording (artikelen 8 en 9)

Taken LSR. De selectie van kandidaten door de LSR mondt uit in een (deel)beslissing van de LSR, namens de Raad. Het mandaat van de Raad aan de LSR is gegrondvest op artikel 91 Wet op de rechterlijke organisatie. Uit dit artikel blijkt dat de Raad onder meer is belast met landelijke activiteiten op het gebied van selectie. De (deel)beslissing van de LSR wordt in de wandeling ook wel ‘groen licht’ genoemd. De LSR informeert de gerechtsbesturen welke kandidaat of kandidaten ‘groen licht’ hebben gekregen. Het gerecht beoordeelt vervolgens op de kandidaat aansluit bij de specifieke behoeften van het gerecht. Voor de voorwaarden waaronder de kandidaat kan solliciteren bij de gerechten, en voor de tekst van de sollicitatieprocedures bij het gerecht wordt verwezen naar www.rechtspraak.nl , onder ‘Werken bij / Rechter worden’. De linken zijn:

Opvragen justitiële en strafvorderlijke gegevens. Voor de volledigheid wordt, in aanvulling op de taken genoemd in artikel 8, genoemd dat de voorzitter van de LSR justitiële gegevens kan opvragen ten behoeve van het onderzoek naar de betrouwbaarheid en geschiktheid van personen die in aanmerking willen komen voor een functie bij de rechtspraak (artikel 29 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens). Het opvragen van justitiële en strafvorderlijke gegevens is niet in deze regeling opgenomen, omdat deze mogelijkheid in het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens is neergelegd.

Op grond van artikel 43, Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens kan de voorzitter van de LSR onder hem ressorterend personeel machtigen tot het doen van een verzoek om justitiële gegevens. In het verzoek om inlichtingen wordt de machtiging vermeld. In de praktijk worden de justitiële en strafvorderlijke gegevens met een machtiging van de voorzitter opgevraagd door een medewerker van het secretariaat LSR. Op standaardgevallen kan de desbetreffende medewerker van het secretariaat zelf besluiten. Complexe of gevoelige gevallen worden ter besluitvorming voorgelegd aan het Presidium.

Verantwoording. De LSR wordt gefinancierd via het budget van het LDCR. Het afleggen van verantwoording door het Presidium aan de Raad loopt daarom via de planning- en verantwoordingcyclus van het Landelijk Dienstencentrum Rechtspraak.

De Raad en het Presidium zullen afspraken maken over het periodiek verstrekken van gegevens aan de Raad over de selectieactiviteiten en -resultaten.

Dagcommissies (artikelen 10 – 12)

Bepalingen over dagcommissies zijn in deze regeling opgenomen, omdat:

  • 1. de Raad, op basis van het Advies, heeft besloten over de samenstelling van de dagcommissies;

  • 2. bij de Dagcommissie Briefselectie en bij de Dagcommissie Voorselectie de samenstelling breder is dan uitsluitend de leden van de LSR;

  • 3. in de Dagcommissie Eindselectie in ieder geval een officier van justitie of een advocaat zitting heeft.

De Dagcommissie Briefselectie heeft als taak het, op grond van sollicitatiebescheiden, selecteren van kandidaten die worden toegelaten tot de voorselectie. Voordien toetst het secretariaat LSR op basis van de brieven of de kandidaten voldoen aan de formele, in de wet genoemde, vereisten en legt daarover verantwoording af aan de Dagcommissie briefselectie.

Het instellen van een Dagcommissie Briefselectie of een Dagcommissie Voorselectie is niet in alle gevallen nodig. Deze commissies worden in ieder geval wel ingesteld indien een groot aantal sollicitanten heeft gereflecteerd. De commissies behoeven bijvoorbeeld niet te worden ingesteld indien besloten is tot een ‘gerede kandidaat procedure’. Meer informatie is te vinden op www.rechtspraak.nl .

Bescherming persoonsgegevens (artikel 13)

De Archiefwet 1995 en de Wet bescherming persoonsgegevens zijn van toepassing.

In dit artikel is geregeld met welk doel persoonsgegevens worden gebruikt en gearchiveerd.

De persoonsgegevens die niet worden gearchiveerd door de Raad (derde lid) moeten door alle betrokkenen worden vernietigd en wel binnen een maand na de afronding van de procedure. De te vernietigen gegevens betreft:

  • sollicitatiebescheiden van kandidaten voor LSR;

  • gegevens van de leden van de commissie die de selecteurs selecteert;

  • inhoudelijke gegevens in verband met voortgangsgesprekken of herbenoemingsgesprekken.

Met betrokkenen bij deze procedure wordt gedoeld op:

  • het lid van de Raad die voortgangsgesprekken of herbenoemingsgesprekken heeft gevoerd;

  • de leden van de commissie die de selecteurs selecteren en die in die hoedanigheid de beschikking hebben gekregen over persoonsgegevens van kandidaten voor een functie bij de LSR;

  • medewerkers die in de uitoefening van hun functie persoonsgegevens hebben verkregen (b.v. in emails), waarbij kan worden gedacht aan secretaresses. Vanzelfsprekend dragen de Raad, het Presidium en de directeur LDCR zorg dat de desbetreffende medewerkers de genoemde gegevens vernietigen.

Het secretariaat bewaart NAW-gegevens en curricula vitae van voormalig leden en plaatsvervangers met het doel de desbetreffende personen voor feestelijke bijeenkomsten te kunnen uitnodigen.

Financiering en vergoedingen (artikel 14)

Rechters en raadsheren respectievelijk de officieren van justitie zullen worden vrijgesteld van hun gebruikelijke werkzaamheden. De Raad zal het gerecht respectievelijk het parket financieel compenseren voor deze vrijstelling. De compensatie van de gerechten wordt geregeld op basis van de door de Raad, in overleg met de presidenten, vastgestelde kaders. Met het College van procureurs-generaal of de desbetreffende hoofdofficier van justitie zal de Raad nadere afspraken maken.

De advocaat en de externe leden ontvangen een vergoeding. Gezien het belang dat aan de Landelijke selectiecommissie rechters moet worden gehecht, is er voor gekozen om aan de advocaat en de overige externe leden en plaatsvervangers daarvan de maximaal mogelijke vergoeding per vergadering toe te kennen. Indien het salaris in salarisklasse 18 wordt verhoogd, gaat de vergoeding van de externe leden uiteraard ook omhoog.

Dezelfde vergoeding wordt verstrekt aan het externe lid van de commissie die de selecteurs selecteert (art. 4, eerste lid, onder 1, sub c).

Het spreekt vanzelf dat geen vergoeding wordt verstrekt aan personen die op grond van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies zijn uitgesloten van een vergoeding. Het gaat dan om ‘personen die een functie vervullen bij instellingen of organisaties als bedoeld in de artikelen 1.2 tot en 1.5 van de Wet normering topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, indien hun benoeming of deelname aan de werkzaamheden die haar oorzaak vindt in de functie die zij vervullen’ en om ‘vertegenwoordigers van organisaties die gelegenheid hebben op te komen voor groepen of individuele personen wier belangen bij de arbeid van de commissie zijn betrokken’.

Kandidaten aan wie wordt gevraagd een VOG te overleggen, krijgen de kosten van de aanvraag van de VOG volledig vergoed (art. 15). Deze kosten komen voor rekening van het budget LSR/LDCR.

Declaratie reis- en verblijfkosten, vergoedingen en kosten aanvraag VOG (artikelen 15 en 16)

Declaraties voor de reis- en verblijfkosten, voor de vergoeding en van de kosten voor de aanvraag van de VOG worden in tweevoud ingediend bij het secretariaat LSR. Het declaratieformulier wordt aan betrokkenen verstrekt door het secretariaat LSR.

Naar boven