Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 14 maart 2014, kenmerk 493819, houdende aanwijzing van de Hoofdofficier van Justitie van het Landelijk Parket als hulpverleningsdienst in de zin van de Regeling optische en geluidssignalen 2009.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 1, tweede lid, onder d, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009;

Besluit:

Artikel 1

Als hulpverleningsdienst als bedoeld in artikel 29, eerste lid van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 wordt aangewezen: de Hoofdofficier van Justitie van het Landelijk Parket.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 maart 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

TOELICHTING

In artikel 29, eerste lid van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 wordt het voeren van optische en geluidssignalen toegestaan aan politie, brandweer, diensten voor spoedeisende medische hulpverlening en andere door de minister van Infrastructuur en Milieu aangewezen hulpverleningsdiensten. Een nadere regeling hieromtrent is te vinden in de Regeling optische en geluidssignalen 2009. De Regeling optische en geluidssignalen 2009 bevat regels ten aanzien van het gebruik van optische en geluidssignalen (voorrangssignalen) en daaraan te stellen voorwaarden.

De regeling bevat in artikel 2 een opsomming van de diensten die als hulpverleningsdienst gelden en die bij een dringende taak optische en geluidssignalen mogen voeren. Deze lijst is echter niet limitatief. Bij het opstellen van de regeling is gekozen voor de constructie dat de betrokken minister zelf de onder zijn verantwoordelijkheid vallende dienst ten behoeve van crisisbeheersing en rampenbestrijding aanwijst. Artikel 1, tweede lid onderdeel d biedt hiertoe de mogelijkheid.

Aan de Hoofdofficier van Justitie van het Landelijk Parket is de taak van terreurbestrijding opgedragen. In dit kader kan het noodzakelijk zijn dat de Hoofdofficier van Justitie met spoed naar een bepaalde locatie wordt vervoerd. Dit maakt het noodzakelijk dat door de aan de hoofofficier van justitie ter beschikking staande auto zo nodig optische en geluidssignalen kunnen worden gevoerd om kenbaar te maken dat een dringende taak wordt vervuld. Het onderhavige aanwijzingsbesluit strekt hiertoe.

’s-Gravenhage, 14 maart 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven