Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu en de Staatssecretaris van Financiën van 11 maart 2014, nr. IENM/BSK-2014/36822, houdende wijziging van de regels inzake internationale vrijstellingen van waterschapsbelastingen

De Minister van Infrastructuur en Milieu en de Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 133 van de Waterschapswet;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Regeling diplomatieke en internationale vrijstellingen waterschapsbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen o tot en met ab worden geletterd tot p tot en met ac.

2. De onderdelen s tot en met ac (nieuw) worden geletterd t tot en met ad.

3. Na onderdeel n wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • o. het Gemeenschappelijk Onderzoekscentrum van de Europese Commissie, Instituut voor Energie en Transport, bedoeld in het besluit van 4 december 2013, kenmerk IFZ/2013/798, betreffende de eenzijdige toekenning van fiscale privileges aan het Gemeenschappelijk Onderzoekscentrum van de Europese Commissie;

4. Na onderdeel r (nieuw) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • s. de Internationale Organisatie voor Ontwikkelingsrecht, bedoeld in het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Internationale Organisatie voor Ontwikkelingsrecht (Trb. 2014, 7);

5. Aan het slot van onderdeel ac (nieuw) vervalt na de puntkomma ‘en’.

6. Onder vervanging van een punt aan het slot van onderdeel ad (nieuw) door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • ae. de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie, bedoeld in het besluit van 4 december 2013, kenmerk IFZ/2013/799, betreffende de eenzijdige toekenning van fiscale privileges aan de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie;

  • af. het Voorlichtingsbureau van het Europees Parlement, bedoeld in het besluit van 4 december 2013, kenmerk IFZ/2013/800, betreffende de eenzijdige toekenning van fiscale privileges aan het Voorlichtingsbureau van het Europees Parlement.

B

Onder vernummering van de artikelen 6 en 7 tot 5 en 6 vervalt artikel 5.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

TOELICHTING

Deze regeling heeft met name tot doel om de eenzijdige toekenning van fiscale privileges te regelen voor:

  • de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie te Den Haag,

  • het Voorlichtingsbureau van het Europees Parlement te Den Haag, en

  • het Instituut voor Energie en Transport van het Gemeenschappelijk Onderzoekscentrum van de Europese Commissie te Petten,

ten behoeve van de vrijstelling van de precariobelasting, de watersysteemheffing en de wegenheffing van de waterschappen. Daarnaast ontvangt het personeel van de Internationale Organisatie voor Ontwikkelingsrecht ook deze vrijstellingen. Deze organisatie heeft op 19 december 2013 een zetelovereenkomst met Nederland gesloten waarin deze rechten worden toegekend (Trb. 2014, 7). Het gaat om dezelfde fiscale privileges die gelden voor diplomatieke vertegenwoordigingen en hun personeel op grond van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 1961. Hierbij wordt het hoogste personeel gelijkgesteld met diplomatiek personeel van een ambassade met gelijke rang. Het overige personeel wordt gelijkgesteld met het administratief en technisch personeel van een ambassade. Ten slotte wordt artikel 5 uit de regeling, ten aanzien van het Internationale Hof van Justitie, geschrapt. Deze bepaling had geen werking.

De fiscale privileges gaan in met ingang van het kalenderjaar 2014. Echter, de besluiten tot toekenning van de vrijstellingen en de zetelovereenkomst zijn pas eind 2013 tot stand gekomen waardoor de benodigde wijzigingsbepalingen niet tijdig vastgesteld konden worden. Om deze reden werkt deze regeling terug tot 1 januari 2014. Op deze manier gelden de vrijstellingen over heel het kalenderjaar. Dit besluit heeft geen administratieve lasten of nalevingskosten tot gevolg voor burgers of bedrijven.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven