Winningsvergunning steenzout zuid-oost Enschede, Ministerie van Economische Zaken

DGETM/EM/13168425

Procesverloop:

  • Salzgewinnungsgesellschaft Westfalen mbH & Co KG (hierna: SGW) heeft per brief van 24 augustus 2011, ontvangen op 7 september 2011, aangevuld op 27 januari 2012, een aanvraag ingediend voor een winningsvergunning voor zout, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied genaamd zuid-oost Enschede ligt in de provincie Overijssel. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 6,47 km². De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vijftig jaar;

  • in de Staatscourant van 22 november 2011 (Staatscourant 2011, nr. 20915) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Hierop zijn geen concurrerende aanvragen ontvangen;

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) en TNO Adviesgroep EZ hebben, op verzoek van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (thans Minister van Economische Zaken) gezamenlijk advies uitgebracht op 16 januari 2012 (kenmerk: 12004068). Dit advies is aangevuld op 5 juni 2012 (kenmerk: 12069544);

  • het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel (hierna: GS) is op grond van artikel 16 Mbw om advies gevraagd. GS heeft op 6 februari 2013 aangegeven geen advies uit te brengen over deze aanvraag;

  • de Mijnraad is op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 21 augustus 2013, advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/13121226).

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 8, 9, 10, 11, eerste tot en met derde lid en vierde lid, eerste volzin, artikel 13, tweede lid, 15, 16, 17, 98 en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.3, van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan Salzgewinnungsgesellschaft Westfalen mbH & Co KG wordt een vergunning voor de winning van zout verleend voor het gebied genaamd zuid-oost Enschede.

Artikel 2

Het aangevraagde gebied ligt in de provincie Overijssel, in de gemeente Enschede en wordt als volgt begrensd:

  • a. De rechte lijn tussen de punten A en B;

  • b. Vervolgens de rechte lijn van het punt B over het punt C tot het punt waar deze lijn de rijksgrens snijdt;

  • c. Vervolgens vanaf het onder b genoemde snijpunt de rijksgrens tot het snijpunt met de rechte lijn van het punt A over het punt D;

  • d. Vervolgens vanaf het onder c genoemde snijpunt de rechte lijn over het punt D tot het punt A.

De coördinaten van de vermelde punten zijn:

Punt

X

Y

A

256906,15

466536,02

B

261500,00

468400,00

C

262177,00

467374,00

D

258010,00

464930,00

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het coördinatiestelsel van de Rijksdriehoekmeting, zoals vermeld in artikel 1.2.2, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwregeling.

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 6,47 km2.

Artikel 3

Nadat met het winnen van zout in het gebied genaamd zuid-oost Enschede is begonnen, is de vergunninghouder jaarlijks aan de Staat een afdracht verschuldigd over het gewonnen zout in dit gebied.

  • 1. De afdracht wordt berekend op basis van de formule: (0,5 + 0,5 × a/130,2) x € 0,48 per 1.000 kilogram gewonnen en aan derden afgezet, dan wel in eigen bedrijf verbruikt steenzout,

    waarin:

    “a” aangeeft het laatstelijk voor het einde van het betrokken kalenderjaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en op zijn website (www.cbs.nl ) gepubliceerde indexcijfer van CAO-lonen per maand inclusief bijzondere beloningen (totaal cas-sectoren) uit de tabel CAO-lonen, contractuele loonkosten en arbeidsduur; indexcijfers (2000=100), en op basis van een indexcijfer voor het jaar 2000 van 100, en waarin 130,2 het indexcijfer per 1 januari 2013 weergeeft.

    Indien het CBS er tussentijds toe over gaat een later basisjaar dan 2000 aan te houden zal voor de toepassing van hetgeen hierboven is gesteld het indexcijfer 100 overeenkomstig en conform de aanbeveling van de Directeur-Generaal van het CBS worden omgerekend.

  • 2. De vergunninghouder is de afdracht als bedoeld in het eerste lid verschuldigd op 1 maart van het jaar, volgend op het jaar waarin het zout is gewonnen.

  • 3. De Minster van Economische Zaken stelt vóór 1 juni van het jaar waarin de afdracht verschuldigd is, de afdracht definitief vast en deelt dit schriftelijk aan de vergunninghouder mee.

Artikel 4

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vijftig jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, namens deze: J.H. Brouwer MT-lid directie Energiemarkt

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag, waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken. Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven