De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 7, eerste lid, van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.-
v.b.o.;
Besluit:
ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING EXAMENPROGRAMMA’S VOORTGEZET ONDERWIJS
1. In bijlage 1 van de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs worden de examenprogramma’s
wiskunde A havo en vwo en wiskunde C vwo vervangen door de bij deze regeling horende
bijlagen.
2. In bijlage 1 van de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs wordt in de examenprogramma’s
wiskunde B havo en vwo en wiskunde D havo en vwo de tekst onder Subdomein A3: wiskundige
vaardigheden, gewijzigd in: 3. De kandidaat beheerst de bij het examenprogramma passende
wiskundige vaardigheden, waaronder modelleren en algebraïseren, ordenen en structureren,
analytisch denken en probleemoplossen, formules manipuleren, abstraheren, en logisch
redeneren en bewijzen - en kan daarbij ICT functioneel gebruiken.
ARTIKEL II. OVERGANGSBEPALINGEN
-
1. De wijziging die deze regeling aanbrengt in bijlage 1 van de Regeling examenprogramma’s
voortgezet onderwijs, is in het schooljaar 2015–2016 niet van toepassing op leerlingen
die op 1 augustus 2015 zijn toegelaten tot het vijfde leerjaar havo dan wel het vijfde
of zesde leerjaar vwo.
-
2. In het schooljaar 2016–2017 wordt voor de eerste maal de gelegenheid geboden tot
het afleggen van een examen wiskunde A havo op basis van het examenprogramma, zoals
beschreven in de bij deze regeling behorende bijlage 1, en wordt voor de laatste maal
de gelegenheid geboden tot het afleggen van een examen wiskunde A havo op basis van
het examenprogramma, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van deze regeling.
-
3. In het schooljaar 2017–2018 wordt voor de eerste maal de gelegenheid geboden tot
het afleggen van een examen wiskunde A vwo op basis van het examenprogramma, zoals
beschreven in de bij deze regeling behorende bijlage 2, en wordt voor de laatste maal
de gelegenheid geboden tot het afleggen van een examen wiskunde A vwo op basis van
het examenprogramma, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van deze regeling.
-
4. In het schooljaar 2016–2017 wordt voor de eerste maal de gelegenheid geboden tot
het afleggen van een examen wiskunde C vwo op basis van het examenprogramma, zoals
beschreven in de bij deze regeling behorende bijlage 3, en wordt voor de laatste maal
de gelegenheid geboden tot het afleggen van een examen wiskunde C vwo op basis van
het examenprogramma, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van deze regeling.
ARTIKEL III. INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2015.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker.
BIJLAGE 1
Examenprogramma wiskunde A havo
Het eindexamen
Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen.
Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen:
Domein A
|
Vaardigheden
|
Domein B
|
Algebra en tellen
|
Domein C
|
Verbanden
|
Domein D
|
Verandering
|
Domein E
|
Statistiek
|
Het centraal examen
Het centraal examen heeft betrekking op domein C en de subdomeinen B1, B2, E1, E2,
E3 en E4 in combinatie met de vaardigheden uit domein A.
Het CvE stelt het aantal en de tijdsduur van de zittingen van het centraal examen
vast.
Het CvE maakt indien nodig een specificatie bekend van de examenstof van het centraal
examen.
Het schoolexamen
Het schoolexamen heeft betrekking op domein A en:
-
– domein D en de subdomeinen B3 en E5;
-
– indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: een of meer domeinen of subdomeinen waarop
het centraal examen betrekking heeft;
-
– indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: andere vakonderdelen, die per kandidaat kunnen
verschillen.
De examenstof
Domein A: Vaardigheden
Subdomein A1: Algemene vaardigheden
Subdomein A2: Profielspecifieke vaardigheden
Subdomein A3: Wiskundige vaardigheden
-
3. De kandidaat beheerst de bij het examenprogramma passende wiskundige vaardigheden,
waaronder modelleren en algebraïseren, ordenen en structureren, analytisch denken
en probleemoplossen, formules manipuleren, abstraheren, en logisch redeneren – en
kan daarbij ICT functioneel gebruiken.
Domein B: Algebra en tellen
Subdomein B1: Rekenen
Subdomein B2: Algebra
Subdomein B3: Telproblemen
Domein C: Verbanden
Subdomein C1: Tabellen
-
7. De kandidaat kan een tabel opstellen op basis van gegevens uit een tekst, een grafiek,
een formule of andere tabellen en tabellen aflezen, interpreteren en in verband brengen
met andere tabellen, grafieken, formules of tekst.
Subdomein C2: Grafieken, vergelijkingen en ongelijkheden
-
8. De kandidaat kan een grafiek tekenen op basis van gegevens uit een tekst, een tabel,
een formule of andere grafieken en gegevens en relevante informatie uit grafieken
aflezen, grafieken interpreteren en in verband brengen met andere grafieken, formules
of tekst.
Subdomein C3: Formules met één of meer variabelen
Subdomein C4: Lineaire verbanden
-
10. De kandidaat kan bij een lineair verband een formule opstellen en een grafiek tekenen,
met lineaire verbanden berekeningen uitvoeren zoals interpolatie en extrapolatie,
lineaire vergelijkingen en ongelijkheden oplossen en uitkomsten toepassen in profielspecifieke
probleemsituaties.
Subdomein C5: Exponentiële verbanden
Domein D: Verandering
12. De kandidaat kan bij een grafiek uitspraken doen over stijgen, dalen, maximum
en minimum en kan veranderingen beschrijven met behulp van differenties, hellingen
en toenamediagrammen.
Domein E: Statistiek
Subdomein E1: Presentaties van data interpreteren en beoordelen
Subdomein E2: Data verwerken
-
14. De kandidaat kan data verwerken, organiseren, bewerken, weergeven in grafieken, tabellen
en diagrammen, en karakteriseren met geschikte centrum- en spreidingsmaten.
Subdomein E3: Data en verdelingen
Subdomein E4: Statistische uitspraken doen
-
16. De kandidaat kan
-
– op basis van steekproefgegevens een uitspraak doen over een populatieproportie of
populatiegemiddelde en de betrouwbaarheid kwantificeren,
-
– het verschil tussen groepen kwantificeren,
-
– het verband tussen twee variabelen beschrijven,
en het resultaat interpreteren in termen van de context.
Subdomein E5: Statistiek met ICT
-
17. De kandidaat beheerst statistisch ICT-gebruik in relatie met de subdomeinen E1, E2,
E3 en E4 om grote datasets te interpreteren en te analyseren, ten minste in het kader
van de empirische cyclus.
BIJLAGE 2
Examenprogramma wiskunde A vwo
Het eindexamen
Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen.
Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen:
Domein A
|
Vaardigheden
|
Domein B
|
Algebra en tellen
|
Domein C
|
Verbanden
|
Domein D
|
Verandering
|
Domein E
|
Statistiek en kansrekening
|
Domein F
|
Keuzeonderwerpen
|
Het centraal examen
Het centraal examen heeft betrekking op domeinen B, C en D in combinatie met de vaardigheden
uit domein A.
Het CvE stelt het aantal en de tijdsduur van de zittingen van het centraal examen
vast.
Het CvE maakt indien nodig een specificatie bekend van de examenstof van het centraal
examen.
Het schoolexamen
Het schoolexamen heeft betrekking op domein A en:
-
– de domeinen E en F;
-
– indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: een of meer domeinen of subdomeinen waarop
het centraal examen betrekking heeft;
-
– indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: andere vakonderdelen, die per kandidaat kunnen
verschillen.
De examenstof
Domein A: Vaardigheden
Subdomein A1: Algemene vaardigheden
Subdomein A2: Profielspecifieke vaardigheden
Subdomein A3: Wiskundige vaardigheden
-
3. De kandidaat beheerst de bij het examenprogramma passende wiskundige vaardigheden,
waaronder modelleren en algebraïseren, ordenen en structureren, analytisch denken
en probleemoplossen, formules manipuleren, abstraheren, en logisch redeneren – en
kan daarbij ICT functioneel gebruiken.
Domein B: Algebra en tellen
Subdomein B1: Algebra
Subdomein B2: Telproblemen
Domein C: Verbanden
Subdomein C1: Standaardfuncties
-
6. De kandidaat kan van eerstegraadsfuncties, tweedegraadsfuncties, machtsfuncties, goniometrische
functies, exponentiële functies en logaritmische functies de kenmerken in grafiek,
tabel en formule herkennen en gebruiken.
Subdomein C2: Functies, grafieken, vergelijkingen en ongelijkheden
-
7. De kandidaat kan formules en functievoorschriften opstellen en bewerken, de bijbehorende
grafieken tekenen, vergelijkingen en ongelijkheden oplossen met algebraïsche methoden
zonder gebruik van ICT, en daar waar nodig met numerieke of grafische methoden met
inzet van ICT, en de uitkomst interpreteren in termen van een context.
Domein D: Verandering
Subdomein D1: Rijen
Subdomein D2: Helling
Subdomein D3: Afgeleide
-
10. De kandidaat kan van eerstegraadsfuncties, tweedegraadsfuncties, machtsfuncties, exponentiële
functies en logaritmische functies de afgeleide bepalen, de rekenregels voor het differentiëren
gebruiken en aan de hand van de afgeleide het veranderingsgedrag van een functie beschrijven.
Domein E: Statistiek en kansrekening
Subdomein E1: Probleemstelling en onderzoeksontwerp
Subdomein E2: Visualisatie van data
Subdomein E3: Kwantificering
Subdomein E4: Kansbegrip
Subdomein E5: Kansverdelingen
Subdomein E6: Verklarende statistiek
Subdomein E7: Statistiek met ICT
-
17. De kandidaat beheerst statistisch ICT-gebruik in relatie met de subdomeinen E1, E2,
E3, E4, E5 en E6 om grote datasets te interpreteren en te analyseren.
Domein F: Keuzeonderwerpen
BIJLAGE 3
Examenprogramma wiskunde C vwo
Het eindexamen
Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen.
Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen:
Domein A
|
Vaardigheden
|
Domein B
|
Algebra en tellen
|
Domein C
|
Verbanden
|
Domein D
|
Veranderingen
|
Domein E
|
Statistiek en kansrekening
|
Domein F
|
Logisch redeneren
|
Domein G
|
Vorm en ruimte
|
Domein H
|
Keuzeonderwerpen
|
Het centraal examen
Het centraal examen heeft betrekking op de domeinen B, C, D, F en G in combinatie
met de vaardigheden uit domein A.
Het CvE stelt het aantal en de tijdsduur van de zittingen van het centraal examen
vast.
Het CvE maakt indien nodig een specificatie bekend van de examenstof van het centraal
examen.
Het schoolexamen
Het schoolexamen heeft betrekking op domein A en:
-
– de domeinen E en H;
-
– indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: een of meer domeinen of subdomeinen waarop
het centraal examen betrekking heeft;
-
– indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: andere vakonderdelen, die per kandidaat kunnen
verschillen.
De examenstof
Domein A: Vaardigheden
Subdomein A1: Algemene vaardigheden
Subdomein A2: Profielspecifieke vaardigheden
Subdomein A3: Wiskundige vaardigheden
-
3. De kandidaat beheerst de bij het examenprogramma passende wiskundige vaardigheden,
waaronder modelleren en algebraïseren, ordenen en structureren, analytisch denken
en probleemoplossen, formules manipuleren, abstraheren, en logisch redeneren – en
kan daarbij ICT functioneel gebruiken.
Domein B: Algebra en tellen
Subdomein B1: Rekenen en algebra
Subdomein B2: Telproblemen
Domein C: Verbanden
-
6. De kandidaat kan van eerstegraadsfuncties, tweedegraadsfuncties, machtsfuncties, exponentiële
functies en logaritmische functies de verschillende representaties doelgericht gebruiken,
kan bijbehorende vergelijkingen oplossen, waar nodig met behulp van ICT, en kan periodieke
verschijnselen beschrijven.
Domein D: Veranderingen
-
7. De kandidaat kan het veranderingsgedrag van eerstegraadsfuncties, tweedegraadsfuncties,
machtsfuncties, exponentiële functies en logaritmische functies en de regelmaat in
rijen doelgericht beschrijven en gebruiken.
Domein E: Statistiek en kansrekening
Subdomein E1: Probleemstelling en onderzoeksontwerp
Subdomein E2: Visualisatie van data
Subdomein E3: Kwantificering
Subdomein E4: Kansbegrip
Subdomein E5: Kansverdelingen
Subdomein E6: Statistiek met ICT
-
13. De kandidaat beheerst statistisch ICT-gebruik in relatie met de subdomeinen E1, E2,
E3, E4 en E5 om grote datasets te interpreteren en te analyseren.
Domein F: Logisch redeneren
Domein G: Vorm en ruimte
Domein H: Keuzeonderwerpen
TOELICHTING
Algemene toelichting
In bijlage 1 van de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs worden de examenprogramma’s
wiskunde A havo en vwo en wiskunde C vwo vervangen door nieuwe examenprogramma’s voor
deze vakken. In de nieuwe examenprogramma’s wiskunde B havo en vwo en wiskunde D havo
en vwo zoals vastgesteld op 28 oktober 2013 wordt een correctie aangebracht in de
tekst onder subdomein A3, waardoor deze eindterm thans betrekking heeft op algemene
wiskundige vaardigheden in plaats van uitsluitend op een aantal specifieke denkactiviteiten.
Toelichting bij artikel II
-
1. Op basis van het advies van de commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs (cTWO), Denken
en doen (2012) en de resultaten van de evaluatie van de pilots op scholen met de nieuwe
programma’s (SLO 2012) worden deze examenprogramma’s ingevoerd op 1 augustus 2015,
te beginnen in het vierde leerjaar. De eerste examens wiskunde A havo op basis van
deze nieuwe examenprogramma’s vinden plaats aan het eind van schooljaar 2016–2017,
en die voor wiskunde A vwo en wiskunde C vwo aan het eind van schooljaar 2017–2018.
-
2. De leerlingen die in 2016 zakken voor het examen wiskunde A havo, kunnen in 2017 voor
de laatste maal het examen afleggen volgens het oude examenprogramma wiskunde A havo.
-
3. De leerlingen die in 2017 zakken voor het examen wiskunde A vwo, kunnen in 2018 voor
de laatste maal het examen afleggen volgens het oude examenprogramma wiskunde A vwo.
-
4. De leerlingen die in 2016 zakken voor het examen wiskunde C vwo, kunnen in 2018 voor
de laatste maal het examen afleggen volgens het oude examenprogramma wiskunde C vwo.
Administratieve lasten
Deze wijziging brengt geen verzwaring van administratieve lasten met zich mee.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker.