Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 8 november 2013, nummer WBV 2013/29, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf A1/6 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

6. Vrije termijn

De ambtenaar belast met de grensbewaking of de ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen berekent de maximale termijn van 90 dagen door voor iedere dag van het verblijf de 180 voorafgaande dagen in aanmerking te nemen, conform artikel 5, aanhef, Verordening (EG) nr. 562/2006, zoals gewijzigd in Verordening (EU) nr. 610/2013. Bij de berekening van de vrije termijn zijn inreisstempels van de Schengenlanden leidend.

De IND verlengt op grond van artikel 3.3, derde lid, Vb de vrije termijn van niet-visumplichtige vreemdelingen in geval van bijzondere omstandigheden tot maximaal zes maanden (180 dagen). De vreemdeling moet bij het verzoek om verlenging van de vrije termijn een beroep doen op tenminste één van de volgende situaties:

  • overmacht;

  • ernstige ziekte van familieleden van de vreemdeling;

  • ernstige ziekte van de vreemdeling;

  • een zeer gewichtig zakelijk belang.

Daarnaast verlengt de IND in geval sprake is van een wezenlijk Nederlands belang de vrije termijn tot maximaal zes maanden (180 dagen). Het betreft hier zeer bijzondere gevallen waarbij in ieder geval de volgende nationale belangen in het geding zijn:

  • het internationaal aanzien van Nederland;

  • economische belangen van Nederland;

  • culturele belangen van Nederland.

De IND maakt, om deze verlenging van de vrije termijn zichtbaar te maken, gebruik van de sticker verblijfsaantekening algemeen, die in het geldige document voor grensoverschrijding wordt aangebracht. Een verzoek om verlenging van de vrije termijn is voor de vreemdeling gratis.

Aan een vreemdeling die gevaar oplevert voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de volksgezondheid is geen verblijf tijdens de vrije termijn toegestaan. Onder gevaar voor de openbare orde zijn mede begrepen gevaar voor de openbare rust, de goede zeden en de internationale betrekkingen. Voor een toelichting op deze voorwaarde wordt verwezen naar A1/3 Vc.

Van gevaar voor de openbare orde is sprake zijn als de vreemdeling in het OPS staat gesignaleerd als:

  • ‘ongewenste vreemdeling’; of

  • ‘ongewenstverklaarde vreemdeling’.

Tevens kan een vreemdeling voor weigering van toegang tot Nederland dan wel het Schengengebied in het (N)SIS geregistreerd staan. Ook kan er sprake zijn van een inreisverbod.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van afgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 18 oktober 2013.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 november 2013

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder

TOELICHTING

ALGEMEEN

Dit WBV bevat een technische wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 (Schengengrenscode) ten aanzien van de berekening van de toegestane duur van kort verblijf in de Europese Unie. Deze Verordening (EG) nr. 610/2013 is op 19 juli 2013 inwerking getreden. De hierboven genoemde technische wijziging geldt vanaf 18 oktober 2013.

ARTIKELSGEWIJS

A

Deze paragraaf is aangepast om de berekening van de toegestane duur van kort verblijf in de Europese Unie in lijn te brengen met de recente technische aanpassing van de Schengengrenscode. Deze nieuwe berekening geldt vanaf 18 oktober 2013.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder

Naar boven