Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 5 maart 2014, nr. WJZ / 13216085, houdende wijziging van de Regeling LNV-subsidies en wijziging van de Tijdelijke regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2014 in verband met investeringssubsidies voor de garnalenvisserij

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In hoofdstuk 4, titel 4, van de Regeling LNV-subsidies wordt na paragraaf 1b een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 1c. Investeringen in perspectief garnalenvisserij

Artikel 4:39m Subsidiabele activiteiten
  • 1. De Minister kan aan een eigenaar van een vissersvaartuig waarvoor een garnalenvergunning is verleend, overeenkomstig artikel 25 van verordening nr. 1198/2006, subsidie verstrekken voor de aanschaf en installatie aan boord van dat vissersvaartuig van:

    • a. een vistuig dat met een innovatieve techniek selectiviteit van de vangst of vermindering van de nadelige gevolgen van de vangst voor het milieu nastreeft;

    • b. een innovatief koelsysteem of een innovatieve voorkoeler waarmee de vangst individueel wordt teruggekoeld;

    • c. een spoelsorteer- of sorteerzeefsysteem waarmee de overlevingskans van de bijvangst wordt vergroot.

  • 2. Aan een eigenaar van een vissersvaartuig wordt geen subsidie verstrekt:

    • a. indien het betrokken vissersvaartuig op het moment van het indienen van de aanvraag nog geen vijf jaar oud is;

    • b. indien de voorziening of modernisering waarvoor de subsidie wordt aangevraagd naar het oordeel van de Minister zou leiden tot een toename van de vangstcapaciteit van het vaartuig;

    • c. voor de bouw van een vissersvaartuig en de vergroting van een visruim.

  • 3. Een subsidie op grond van het eerste lid, onder a, wordt in de periode 2007–2015 ten hoogste tweemaal verstrekt.

Artikel 4:39n Rangschikking in volgorde van ontvangst

Artikel 1:6 is van toepassing.

Artikel 4:39o Indiening aanvraag tot vaststelling

De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van nota’s en betaalbewijzen van de aanschaf en, indien van toepassing, installatie van apparatuur, bedoeld in artikel 4:39m, eerste lid, waarop de gemaakte kosten zijn gespecificeerd.

Artikel 4:39p Verplichtingen subsidieontvanger
  • 1. De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend binnen twaalf maanden na de datum van subsidieverlening zijn uitgevoerd.

  • 2. De Minister kan, in afwijking van artikel 1:2, aanhef en eerste lid, toestemming geven voor de uitvoering van het project buiten Nederland.

Artikel 4:39q Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten
  • 1. De volgende kosten komen in aanmerking voor subsidie:

    • a. kosten voor de aanschaf van de apparatuur bedoeld in artikel 4:39m, eerste lid,

    • b. kosten voor de installatie van die apparatuur,

    • c. kosten voor aanpassing van het vissersvaartuig en

    • d. uitsluitend voor zover het investeringen als bedoeld in artikel 4:39m, eerste lid, onder a en c, betreft, eigen arbeid.

  • 2. Niet in aanmerking voor subsidie komt verschuldigde BTW.

Artikel 4:39r Hoogte subsidies
  • 1. De subsidie bedraagt ten hoogste 40% van de subsidiabele kosten.

  • 2. De subsidie bedraagt ten hoogste:

    • a. voor apparatuur als bedoeld in artikel 4:39m, eerste lid, onder a: € 7.000;

    • b. voor apparatuur als bedoeld in artikel 4:39m, eerste lid, onder b: € 24.000;

    • c. voor apparatuur als bedoeld in artikel 4:39m, eerste lid, onder c: € 15.000.

ARTIKEL II

In hoofdstuk 2 van de Tijdelijke regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2014 wordt na paragraaf 3 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3a. Investeringen in perspectief garnalenvisserij

Artikel 8a

Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 4:39m van de Regeling LNV-subsidies kunnen worden ingediend in de periode van 1 tot en met 30 april 2014.

Artikel 8b

Het subsidieplafond bedraagt € 1.200.000.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 5 maart 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Met het ondertekenen van het VIBEG-akkoord in 2011 hebben de samenwerkingspartners in de garnalenvisserij afgesproken een gezamenlijk maatregelenpakket voor de Nederlandse garnalenvisserij op te stellen dat op termijn voldoende perspectief moet bieden op een gezonde en daarmee economisch duurzame garnalensector. Medio 2013 is een programmavoorstel ingediend ter invulling van de tweede tranche van het maatregelenpakket. Deze tweede tranche bestaat uit drie onderdelen: het verbeteren van de kwaliteit (1), het terugdringen van discards (2) en een investeringsregeling voor de verduurzaming van de garnalenvisserij (3). Ter uitvoering van het onderdeel Investeringsregeling is de voorliggende regeling opgesteld.

2. Investeringen in tuigen, koelsystemen en spoelsorteer- of sorteerzeefsystemen

Investeringen in tuigen

Recente ontwikkelingen op het vlak van garnalenvistuigen maken het mogelijk op rendabele wijze te vissen waarbij minder sprake is van bodemberoering en bijvangsten. De ecologische voordelen gaan samen met minder weerstand tijdens het vissen, waardoor bovendien brandstof wordt bespaard.

Subsidiabele kosten (exclusief BTW):

  • kosten voor de aanschaf van de apparatuur;

  • installatiekosten van de apparatuur;

  • kosten van aanpassing van het vissersvaartuig;

  • kosten voor eigen arbeid van de betrokken ondernemer.

Subsidiepercentage: 40%.

Maximum subsidiebedrag: € 7.000.

Investeringen in koelsystemen

Koelsystemen aan boord van garnalenkotters zijn essentieel om de kwaliteit van de aan te landen garnaal te waarborgen. De garnalenvisserij kent geen eenduidig koelsysteem waar ondernemers gebruik van maken. Door middel van een investeringsmogelijkheid willen de sector en overheid garnalenvissers stimuleren om verbeteringen aan te brengen aan hun huidige koelsysteem. Dit kan een compleet nieuw systeem aan boord betekenen of bijvoorbeeld het aanschaffen en installeren van een zogenaamde voorkoeler.

Subsidiabele kosten (exclusief BTW):

  • kosten voor de aanschaf van de apparatuur;

  • installatiekosten van de apparatuur;

  • kosten van aanpassing van het vissersvaartuig.

Kosten voor eigen arbeid komen niet in aanmerking voor subsidie.

Subsidiepercentage: 40%.

Maximum subsidiebedrag: € 24.000.

Investeringen in spoelsorteer- of sorteerzeefsystemen

Door ontwikkelingen vinden er diverse verbeteringen plaats aan het oorspronkelijke ontwerp van het sorteersysteem aan boord van garnalenkotters. De nieuwste typen sorteersystemen komen in aanmerking voor een bijdrage vanuit de investeringsregeling.

Subsidiabele kosten (exclusief BTW):

  • kosten voor de aanschaf van de apparatuur;

  • installatiekosten van de apparatuur;

  • kosten van aanpassing van het vissersvaartuig;

  • kosten voor eigen arbeid van de betrokken ondernemer.

Subsidiepercentage: 40%.

Maximum subsidiebedrag: € 15.000.

3. Staatssteun

De subsidiefaciliteit is opgenomen in het operationeel programma van Nederland voor het Europees Visserijfonds (EVF) en wordt ook uit het fonds betaald. Op grond van artikel 7, tweede lid, van verordening 1198/2006 zijn de staatssteunregels niet van toepassing op bijdragen van de lidstaten aan uit het EVF medegefinancierde concrete acties die onderdeel zijn van een operationeel programma. De regeling voldoet aan de randvoorwaarden van artikel 25, tweede en zesde lid, onder c en d, van deze verordening.

4. Regeldruk

De totale administratieve lasten per aanvrager bedragen € 817. Dit bedrag is tot stand gekomen op basis van een tarief van € 37 per uur en de volgende handelingen: aanvragen subsidieverlening, mogelijkheden voor het indienen van bezwaar- en beroepschriften, aanvragen van subsidievaststelling. Naar verwachting zullen er 75 aanvragen worden ingediend, waarvan er 71 worden verleend. De relatieve administratieve last is 5,0% (totaal van € 59.521 aan administratieve lasten bij een subsidieplafond van € 1.200.000). De administratieve lasten zijn relatief hoog omdat in de voorschriften van het EVF opgenomen is dat moet worden vastgesteld dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.

5. Inwerkingtreding en vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Subsidieaanvragen kunnen vanaf 1 april 2014 worden ingediend. Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Reden voor deze afwijking is het feit dat het bedrijfsleven gebaat is bij het spoedig kunnen aanvragen van subsidie.

Overigens zijn de betrokken bedrijven reeds uit anderen hoofde op de hoogte gesteld van de in deze regeling geboden subsidiemogelijkheden, zodat zij voldoende tijd hebben gehad zich hierop voor te bereiden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

Naar boven