Besluit van de Minister voor Wonen en Rijksdienst, Directie Stad en Bouw, van 21 februari 2014, 2014-0000009840, houdende wijziging van het Mandaatbesluit Agentschap NL Regelingen Wonen, Wijken en Integratie, in verband met de Regeling energieprestatie gebouwen, § 3. Keuring airconditioningsystemen

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Gezien de schriftelijke instemming van de directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het ministerie van Economische Zaken van 11 februari 2014, nr. ZJZ1438478;

Besluit:

ARTIKEL I

Onder vervanging van de punt aan het slot van het laatste onderdeel door een puntkomma, wordt aan de opsomming in bijlage 1 bij het Mandaatbesluit Agentschap NL Regelingen Wonen, Wijken en Integratie een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • Regeling energieprestatie gebouwen, § 3. Keuring airconditioningsystemen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 december 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s-Gravenhage, 21 februari 2014

De Minister van Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok.

TOELICHTING

De Regeling energieprestatie gebouwen is gewijzigd in verband met het vaststellen van nadere voorschriften omtrent de keuringen van airconditioningsystemen in het kader van de implementatie van de artikelen 15, 16 en 17 van richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen.

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voorheen Agentschap NL) gaat namens de Minister de bevoegdheden uitoefenen aangaande § 3. Keuring airconditioningsystemen van de Regeling energieprestatie gebouwen. Het betreft de aanwijzing van en het toezicht op exameninstellingen, het instellen van een adviescommissie, de vaststelling van het examen, de vaststelling van de examenuitslagen, de verstrekking van de diploma’s en de registratie van deskundigen. De adviescommissie die door de minister ingesteld kan worden (artikel 7 d, lid 3) zal advies verstrekken aan de minister.

Op eventuele bezwaren die worden gemaakt tegen besluiten die voortvloeien uit de uitoefening van de hiervoor bedoelde bevoegdheden, wordt namens de minister door de Rijksdienst beslist. De Rijksdienst voert ook namens de minister in voorkomend geval de gerechtelijke procedures.

De Minister van Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok.

Naar boven