Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 6 maart 2014, nr. IENM/BSK-2014/53003, tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (actualisering verwijzingen normdocumenten 2014.2)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 1, 11, derde lid, en 25, eerste lid, van het Besluit bodemkwaliteit;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling bodemkwaliteit wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.1, eerste lid, onderdeel s, komt te luiden:

  • s. mechanisch boren als beschreven in BRL SIKB 2100 en Protocol 2101;

B

In bijlage B, tabel 2, kolom mg/kg ds, komt ‘~’ telkens te vervallen en komt voetnoot ~ te vervallen.

C

Bijlage C komt te luiden:

BIJLAGE C, BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN 2.1 EN 2.2

Categorie

Werkzaamheden

Normdocumenten

1

Aanleg van bodembeschermende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a

BRL SIKB 7700 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 7701 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening met prefab betonnen elementen, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 7702 – Aanleg of herstel van een vloei-stofdichte voorziening van beton, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 7703 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening met bitumineus materiaal, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 7704 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte kunstharsgebonden beschermlaag, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 7711 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voegafdichting, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

   

Tot 1 oktober 2014 is het toegestaan BRL 2319, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen met prefab verhardingselementen van beton, versie van 1 september 2000, met wijzigingsblad van 17 juli 2009 toe te passen.

 
   

Tot 1 oktober 2014 is het toegestaan BRL 2362, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen in ter plaatse gestort beton, versie van 1 september 1998, met wijzigingsblad van 17 juli 2009 toe te passen.

 
   

Tot 1 oktober 2014 is het toegestaan BRL 2371, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Vloeistofdicht maken van draagvloeren van beton, versie van 1 april 1998, met wijzigingsblad van 17 juli 2009 toe te passen.

 
   

Tot 1 oktober 2014 is het toegestaan BRL 2372, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen in asfalt, versie van 3 december 2003, met wijzigingsblad van 19 augustus 2009 toe te passen.

 
   

Tot 1 oktober 2014 is het toegestaan BRL K908/02, Beoordelingsrichtlijn voor aanleg van kunststof geomembraanbaksystemen, Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen, versie van 1 september 2004 toe te passen.

 

2

Afgeven van kwaliteitsverklaringen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b

BRL 0203 Vrijdragende systeemvloeren van vooraf vervaardigt constructief beton, versie van 1 juni 2006, met wijzigingsblad van 14 februari 2013.

BRL 1004 Kalkzandsteen, versie van 31 oktober 2011, met wijzigingsblad van 8 november 2012.

 
   

BRL 1007 Metselbaksteen, versie van 10 maart 2010, met wijzigingsblad van 29 november 2012.

 
   

BRL 1008 Dragende binnen- en buitenwanden, versie van 16 december 2003, met wijzigingsblad van 1 april 2006.

 
   

BRL 1010 Drooggeperste keramische wand- en vloertegels, versie van 3 oktober 2008, met wijzigingsblad van 20 november 2012.

BRL 1015 Gevelsysteem met droog gestapelde bakstenen, versie van 24 oktober 2012.

BRL 1016 Keramische prefab wand- en gevelelementen, versie van 29 november 2012.

 
   

BRL 1103 Daken en gevels met geprofileerde vezelcementplaten, versie van 20 januari 2006 met wijzigingsblad van 1 november 2012.

 
   

BRL 1104 Bedrijfsvloerplaten van constructief beton, versie van 10 november 2008.

 
   

BRL 1105 Cementgebonden houtspaanplaat, versie van 1 februari 2006, met wijzigingsblad van 15 juni 2009.

 
   

BRL 1328 Buitengevelisolatiesystemen met gepleisterde afwerking, versie van 14 november 2004, met wijzigingsblad van 29 november 2012.

 
   

BRL 1510 Keramische dakpannen, versie van 27 november 2012.

 
   

BRL 1511/2 Baanvormige dakbedekkingssystemen en dakbanen deel 2: Specifieke bepalingen voor gewapende dakbanen op basis van (gemodificeerd) bitumen, versie van 8 november 2012.

 
   

BRL 1511/ 3 Baanvormige dakbedekkingssystemen en dakbanen deel 3: Specifieke bepalingen voor dakbanen op basis van gewapende kunststof/bitumen compounds, versie van 8 november 2012.

 
   

BRL 1712 Holle palen van staalvezelbeton, versie van 10 november 2008.

 
   

BRL 1721 Betonnen oplangers, versie van 1 december 2008, met wijzigingsblad van 27 september 2012

 
   

BRL 1905 Mortels voor metselwerk, versie van 17 januari 2011 met wijzigingsblad van 8 november 2012.

 
   

BRL 2307 AVI-bodemas voor ongebonden toepassing op of in de bodem, in grond- of wegenbouwkundige werken, versie van 27 mei 2008.

 
   

BRL 2312 Betonstraatstenen, versie van 1 januari 2005, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2313 Betontegels, versie van 1 januari 2005, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2314 Betonbanden, versie van 1 januari 2005, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2315 Betonnen daktegels, versie van 30 maart 2013.

 
   

BRL 2316 Prefab verhardingselementen van beton die vloeistofdicht zijn voor motorbrandstoffen en smeermiddelen, versie van 1 december 2006, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2340 Betonmetselstenen, versie van 8 januari 2013.

 
   

BRL 2352 Betonnen heipalen, versie van 1 december 2008, met wijzigingsblad van 8 november 2012.

 
   

BRL 2353 Kelderwanden van staalvezelbeton, van 31 januari 2011, met wijzigingsblad van 2 januari 2013.

 
   

BRL 2360 Straatbaksteen, versie van 16 november 2012.

 
   

BRL 2368 Niet constructieve betonproducten, versie van 16 november 2012.

 
   

BRL 2505 Poederkoolvliegas voor gebruik in mortel en beton, versie van 3 maart 2006, met wijzigingsblad van 18 april 2008.

 
   

BRL 2506 Recyclinggranulaten voor toepassing in GWW-werken en in beton, versie van 29 november 2012.

 
   

BRL 2811 Ferrocement producten, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 27 september 2012.

 
   

BRL 2812 Agrarische Betonproducten, versie van 20 januari 2009, met wijzigingsblad van 14 februari 2013.

 
   

BRL 2813 Bouwelementen van beton, versie van 1 juni 2006, met wijzigingsblad van 16 november 2012.

BRL 2815 Wandconstructies opgebouwd uit betonnen stapelblokken, versie van 22 juni 2012.

 
   

BRL 2817 Cementgebonden afstandhouders, versie van 16 november 2012.

 
   

BRL 4101/9 Deel 9: Vlakke vezelcementplaten voor gevelbekleding, versie van 13 november 2012.

 
   

BRL 4705 Betonnen dakpannen, versie van 15 februari 1995, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 5068 Cellenbeton voor toepassing in buitenwanden (type B-wanden) in bouwwerken, versie van 5 juli 1999, met wijzigingsblad van 11 november 2008.

 
   

BRL 5070 Vooraf vervaardigde elementen van beton, versie van 31 maart 2008.

 
   

BRL 5071 Elementen van vezelcement, versie van 24 april 2008.

 
   

BRL 5075 Cementbetonverhardingen geproduceerd met in mobiele installaties vervaardigde betonspecie, versie van

1 januari 2009.

 
   

BRL 5076 Elementen van polymeerbeton in contact met regenwater, grondwater en

oppervlaktewater, versie van 15 mei 2008.

 
   

BRL 5211 Elementen voor lijnafwatering, versie van 1 januari 2009.

 
   

BRL 52230 Keramische buizen voor riolering, versie van 22 oktober 2008.

 
   

BRL 5230 Voorgespannen betonbuizen voor het transport van afvalwater, versie van 1 september 2007, met wijzigingsblad van

13 juni 2008.

 
   

BRL 5231 Buizen en hulpstukken van gewapend beton met plaatstalen kern voor het transport van afvalwater, versie van 1 september 2007 met wijzigingsblad van 28 november 2011.

 
   

BRL 5251 Betonnen olie-afscheiders en slibvangputten, versie van 29 september 2005, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 5252 Betonnen vetafscheiders en slibvangputten, versie van 29 september 2005, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9080 Zetsteen van beton, versie van 15 januari 2007, met wijzigingsblad van 12 maart 2013.

 
   

BRL 9201 Ronde buizen van ongewapend, gewapend en staalvezelbeton, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9202 Putten van ongewapend, gewapend en staalvezelbeton, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9203 Afdekkingen voor putten en kolken, versie van 6 december 2011.

 
   

BRL 9204 Kolken samengesteld uit beton en gietijzer, versie van 6 december 2011.

 
   

BRL 9205 Duikerelementen van gewapend beton, versie van 29 november 2012.

 
   

BRL 9209 Eivormige buizen van ongewapend beton, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9301 Mijnsteen voor GWW-werken, versie van 2 november 2009.

 
   

BRL 9302 E-bodemas voor ongebonden toepassing op of in de bodem in grond- en wegenbouwkundige werken, versie van 10 juli 2008, met wijzigingsblad van 1 juni 2012.

 
   

BRL 9304 Fosforslak en fosforslakmengsel voor toepassing in GWW-werken, versie 13 november 2012.

 
   

BRL 9305 Hoogovenslakmengsel voor toepassing in GWW-werken, versie van 13 november 2012.

 
   

BRL 9310 LD-mengsels voor toepassing in de wegenbouw en LD-staalslakken voor toepassing in GWW werken, versie van 13 november 2012.

 
   

BRL 9311 Gerecycled grind voor toepassing op daken, in ongebonden lagen in civiele werken en als toeslagmateriaal voor asfalt, versie van 16 april 2008.

 
   

BRL 9312 Waterbouwsteen voor toepassing in de GWW, versie van 30 oktober 2012.

 
   

BRL 9313 Zand uit dynamische wingebieden, versie van 29 november 2012.

 
   

BRL 9315 De milieuhygiënische kwaliteit van geëxpandeerde kleikorrels voor ongebonden toepassing in werken, versie van 25 maart 2008.

 
   

BRL 9316 Flugsand voor GWW-werken, versie van 15 januari 2009.

 
   

BRL 9317 Lava voor GWW-werken, versie van 15 januari 2009.

 
   

BRL 9319 De milieuhygiënische kwaliteit van drinkwaterreststoffen voor toepassing in grondwerken, versie van 31 augustus 2009.

 
   

BRL 9320 Bitumineus gebonden mengsels, versie van 24 april 2009.

 
   

BRL 9321 Milieuhygiënische kwaliteit van industriezand en -grind, versie van 8 februari 2008, met wijzigingsblad van 23 mei 2012.

 
   

BRL 9322 Cementgebonden minerale reststoffen als gebonden fundering in de GWW, versie van 29 februari 2012.

 
   

BRL 9324 Steenslag in ongebonden toepassing, versie van 8 februari 2008, met wijzigingsblad van 23 mei 2012.

 
   

BRL 9326 Schelpen, versie van 15 september

2011.

 
   

BRL 9327 Milieuhygiënische kwaliteit van bitumineuze afdichtingsmaterialen voor toepassing in waterkerende en waterafdichtingssystemen, versie van 15 september 2008.

BRL 9328 ELO-staalslak voor toepassing in de wegenbouw en kust- en oeverwerken, versie van 24 april 2008.

 
   

BRL 9335 Grond, versie van 29 april 2013 met wijzigingsblad van 1 mei 2013 en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1 en 9335-2, versies van 25 juni 2008 en 9335-4, versie van 17 december 2008.

Tot 1 juli 2014 is het toegestaan om van BRL 9335 de versie van 17 februari 2009 met wijzigingsblad van 21 maart 2013 toe te passen.

 
   

BRL 9336 Milieuhygiënische kwaliteit van E-Vliegas in ongebonden toepassing, versie van 8 februari 2008, met wijzigingsblad van 23 mei 2012.

 
   

BRL 9337 De milieuhygiënische kwaliteit van polymeergebonden steenslag voor toepassing in GWW-werken, versie van 2 november 2009.

 
   

BRL 9338 Betonmortel en andere cementgebonden mortels, versie van 11 november 2011.

 
   

BRL 9341 Steenachtige substraten (boomgranulaat/daktuinsubstraat), versie van 21 maart 2013.

 

3

Analyse van bouwstoffen, grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c

NEN-EN-ISO/IEC 17025 Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria, versie van 2005 +C1:2007.

AP 04-A, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Algemeen, versie 8, vastgesteld op 3 oktober 2013. Tot 1 juli 2015 is het toegestaan om versie 6.2, vastgesteld op 5 oktober 2011, toe te passen.

 
   

AP 04-V, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Monstervoorbehandeling, versie 9, vastgesteld op 3 oktober 2013. Tot 1 juli 2015 is het toegestaan om versie 7.1, vastgesteld op 5 oktober 2011, met wijzigingsblad versie 1.1 van 3 oktober 2013, toe te passen.

 
   

AP 04-SG, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Samenstelling grond, versie 11, vastgesteld op 3 oktober 2013. Tot 1 juli 2015 is het toegestaan om versie 9.2a, vastgesteld op 5 oktober 2011, met wijzigingsblad versie 1.1 van 3 oktober 2013, toe te passen.

Pakket SG1.

Pakket SG2.

Pakket SG3.

Pakket SG4.

Pakket SG5.

Pakket SG6.

Pakket SG7.

Pakket SG8.

   

AP 04-SB, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Samenstelling bouwstoffen (niet zijnde grond en afvalstoffen), versie 8, vastgesteld op 3 oktober 2013. Tot 1 juli 2015 is het toegestaan om versie 6.2a, vastgesteld op 5 oktober 2011, toe te passen.

Pakket SB1.

Pakket SB2.

Pakket SB3.

Pakket SB4.

Pakket SB5.

   

AP 04-U, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Uitloogonderzoek, versie 8, vastgesteld op 3 oktober 2013. Tot 1 juli 2015 is het toegestaan om versie 6.2, vastgesteld op 5 oktober 2011, toe te passen.

Pakket U1.

Pakket U2.

Pakket U3.

   

AP 04-E, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Analyse van eluaten, versie 8, vastgesteld op 3 oktober 2013. Tot 1 juli 2015 is het toegestaan om versie 6.2, vastgesteld op 5 oktober 2011, toe te passen.

 

4

Analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d

NEN-EN-ISO/IEC 17025 Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria, versie van 2005 +C1:2007.

 
   

AS SIKB 3000, Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 6, vastgesteld op 3 oktober 2013. Tot 1 juli 2015 is het toegestaan om versie 4.2a, vastgesteld op 5 oktober 2011, met wijzigingsblad versie 2 van 13 december 2012 toe te passen.

Protocol 3001, Conserveringsmethoden en conserveringstermijnen voor milieumonsters, versie 3, vastgesteld op 3 september 2009.

     

Protocollen 3010 t/m 3090, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 7, vastgesteld op 3 oktober 2013. Tot 1 juli 2015 is het toegestaan om versie 5, vastgesteld op 10 februari 2011, toe te passen.

     

Protocollen 3110 t/m 3190, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en

Grondwateronderzoek, versie 6, vastgesteld op 3 oktober 2013. Tot 1 juli 2015 is het toegestaan om versie 4, vastgesteld op 10 februari 2011, toe te passen.

     

Protocollen 3210 t/m 3290, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 4, vastgesteld op 3 oktober 2013. Tot 1 juli 2015 is het toegestaan om versie 2, vastgesteld op 10 februari 2011, toe te passen.

5

Bewerking van verontreinigde grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e,

BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 3.1.1, vastgesteld op 12 december 2013.

De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 7500, Protocol 7510:

– Thermische reiniging;

– Extractieve reiniging;

– Biologische reiniging;

– Koude immobilisatie;

– Fysische scheiding (nat- en droog zeven).

Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging van grond en baggerspecie, versie 3.1.1, vastgesteld op 12 december 2013.

     

SIKB-protocol 7511, Landfarming, ontwatering, rijping en zandscheiding van baggerspecie, versie 3.0.1, vastgesteld op 12 december 2013.

6

Certificering van personen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f

NEN-EN-ISO/IEC 17065:2012, Conformiteitsbeoordeling-Eisen voor certificatie-instellingen die certificaten toekennen aan producten, processen en diensten en een of meerdere normdocumenten die zijn opgenomen in deze tabel met uitzondering van de normdocumenten die zijn opgenomen bij categorie 2.

Voor NEN-EN-ISO/IEC 17065:2012 is het toegestaan om tot 15 september 2015 NEN-EN 45011 toe te passen.

 

7

Periodieke inspectie van bodembeschermende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g

AS SIKB 6700 – Inspectie bodembeschermende voorzieningen, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 6701 – Visuele inspectie vloeistofdichtheid, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Protocol 6702 – Geo-elektrische meting vloeistofdichtheid, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Protocol 6703 – Hydrologische meting vloeistofdichtheid, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Protocol 6704 – Meten vloeistofdichtheid met luchttestsysteem, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

8

Milieukundige begeleiding, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h

   
   

BRL SIKB 6000, Beoordelingsrichtlijn Milieukundige begeleiding van (water-)bodemsaneringen, ingrepen in de waterbodem en nazorg, versie 4.1, vastgesteld op 12 december 2013.

Tot 1 juli 2014 is het toegestaan om versie 3.1, vastgesteld op 10 februari 2011, toe te passen. De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 6000:

–Verificatie;

– Processturing.

Protocol 6001, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met conventionele methoden en nazorg, versie 4.0, vastgesteld op 13 december 2012. Tot 1 juli 2014 is het toegestaan om versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009, toe te passen.

Protocol 6002, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met in situ methoden en nazorg, versie 4.0, vastgesteld op 13 december 2012. Tot 1 juli 2014 is het toegestaan om versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009, toe te passen.

Protocol 6003, Milieukundige begeleiding van ingrepen in de waterbodem en uitvoering van waterbodemsaneringen, versie 3.2, vastgesteld op 12 december 2013.

     

Tot 1 juli 2014 is het toegestaan om VKB-protocol 6004, Milieukundige begeleiding van nazorg, versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009, toe te passen.

     

Dezelfde documenten als bij onderdeel verificatie

   

of

of

   

BRL SIKB 7000- Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 4.3, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 7000:

– Processturing.

Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 2.3, vastgesteld op 12 december 2013.

9

Monsterneming bij partijkeuringen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i

BRL SIKB 1000, Beoordelingsrichtlijn Monsterneming voor partijkeuringen, versie 8.1, vastgesteld op 12 december 2013.

of

AS SIKB 1000, Accreditatieschema Monsterneming voor partijkeuringen, versie 1.1, vastgesteld op 4 maart 2010.

Protocol 10011, Monsterneming voor partijkeuringen grond en baggerspecie, versie 2.1, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 10021,

Monsterneming voor partijkeuringen niet-vormgegeven bouwstoffen, versie 2.1, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 10031, Monsterneming voor partijkeuringen vormgegeven bouwstoffen, versie 2.1, vastgesteld op 12 december 2013.

10

Produceren van bouwstoffen, grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j

De normdocumenten die bij categorie 2 zijn opgenomen.

 

11

Uitvoering van een sanering van de bodem, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k

BRL SIKB 7000 – Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 4.3, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 7001 – Uitvoering van landbodemsanering met conventionele methoden, versie 4.2, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 2.3, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 7003 – Uitvoering van waterbodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 3.2, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 7004 – Tijdelijk uitplaatsen van grond, versie 1.1, vastgesteld op 12 december 2013.

12

Veldwerk, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder l

BRL SIKB 20001, Beoordelingsrichtlijn Veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek, versie 5, vastgesteld op 12 december 2013. Tot 1 juli 2015 is het toegestaan om versie 3.3, vastgesteld op 12 december 2013 toe te passen.

of

AS SIKB 2000, Accreditatieschema Veldwerk bij Milieuhygiënisch Bodem- en waterbodemonderzoek, versie 2.8, vastgesteld op 7 februari 2014.

Tot en met 1 oktober 2014 is het toegestaan AS SIKB 2000, Accreditatieschema Veldwerk bij Milieuhygiënisch Bodem- en waterbodemonderzoek, ontwerp-versie 1.0, vastgesteld op 13 maart 2007, toe te passen met Interpretatiedocument versie 4 van 1 april 2012.

Protocol 2001, Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen, versie 3.2, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 2002, Het nemen van grondwatermonsters, versie 4, vastgesteld op 7 februari 2014. Tot 1 juli 2015 is het toegestaan om versie 3.3, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

Protocol 2003, Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek, versie 1.1, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 2018, Locatie inspectie en monsterneming van asbest in bodem, versie 3.1, vastgesteld op 12 december 2013.

13

Verwijderen, onklaar maken, reparatie en installeren ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder m

BRL-K903, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor de Regeling Erkenning Installateurs Tankinstallaties, KIWA Nederland B.V., versie 08, vastgesteld op 1 februari 2011 met wijzigingsblad van 15 december 2011.

BRL-K902, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tanksanering HBO/diesel, KIWA Nederland B.V., versie 04, vastgesteld op 26 juli 2011 met wijzigingsblad van 14 september 2012.

BRL K904, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tanksaneringen, KIWA Nederland B.V., versie 03, vastgesteld op 26 juli 2011 met wijzigingsblad van 14 september 2012.

BRL K905, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tankreiniging, KIWA N.V. Certificatie en Keuringen, versie 02 vastgesteld op 1 juni 2000.

 

14

Beoordeling en keuring van ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages en daarbij behorende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder n.

AS SIKB 6800, – Controle en herkeuring tank(opslag)installaties, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012, met wijzigingsblad van 30 mei 2013.

Protocol 6801 – Kathodische bescherming, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Protocol 6802 – WBM-controle, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Protocol 6803 – Aarding en Potentiaalvereffening, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Protocol 6811 – Keuring tank (opslag) installaties, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

15

Inspecteren van de aanleg van een werk met isolerende voorzieningen bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder o.

AS SIKB 6900, Accreditatieschema Inspectie werk met IBC-bouwstof, versie 1.0, vastgesteld op 28 februari 2013.

Protocol 6901, Inspectie bij aanleg IBC-werk, versie 1.0, vastgesteld op 28 februari 2013.

16

Aanbrengen van isolerende voorzieningen bedoeld in artikel 2.1, onder eerste lid, onder p.

BRL 1148, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor aanleg van afdichtingslagen met zandbentonietpolymeergel inclusief combinatiedichtingen, 1 september 1998.

 
   

BRL 1149, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor verwerken van kunstoffolie, 14 juni 2002.

 

17

Controle van de staat van een werk, bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder q.

AS SIKB 6900, Accreditatieschema Inspectie werk met IBC-bouwstof, versie 1.0, vastgesteld op 28 februari 2013.

Protocol 6902, Controle staat van het IBC-werk, versie 1.0, vastgesteld op 28 februari 2013.

18

Samenvoegen van verschillende partijen grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder r.

BRL 9335 Grond, versie van 29 april 2013 met wijzigingsblad van 1 mei 2013 en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1 en 9335-2, versies van 25 juni 2008 en 9335-4, versie van 17 december 2008.

Tot 1 juli 2014 is het toegestaan om van BRL 9335 de versie van 17 februari 2009 met wijzigingsblad van 21 maart 2013 toe te passen.

SIKB protocol 9335-1, versie van 25 juni 2008.

SIKB protocol 9335-2, versie van 25 juni 2008.

SIKB protocol 9335-4, versie van 17 december 2008.

   

of

 
   

BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 3.1.1, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging van grond en baggerspecie, versie 3.1.1, vastgesteld op 12 december 2013.

     

Protocol 7511, Landfarming, ontwatering, rijping en zandscheiding van baggerspecie, versie 3.0.1, vastgesteld op 12 december 2013.

19

Mechanisch boren, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder s.

BRL SIKB 2100, Beoordelingsrichtlijn Mechanisch boren, versie 3.1, vastgesteld op 12 december 2013.

Tot 1 november 2014 is het toegestaan om versie 2.1, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

De volgende werkgebieden, worden onderscheiden in BRL SIKB 2100:

– mechanische boringen zonder waterdruk;

– mechanische boringen met waterdruk;

– mechanische luchtliftboringen.

of

BRL SIKB 7000- Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in waterbodem, versie 4.3, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 2101, Mechanisch boren, versie 3.1, vastgesteld op 12 december 2013.

Tot 1 november 2014 is het toegestaan om versie 2.1, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

Of Protocol 7002- Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 2.3, vastgesteld op 12 december 2013.

20

Keuren van mestbassins en afdekkingen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder t.

Beoordelingsrichtlijn BRL 2344 voor het Kiwa procescertificaat voor verlengen van de referentieperiode voor mestbassins en afdekkingen voor mestbassins, KIWA Nederland B.V., versie van 15 december 2012.

 

21

Ontwerpen, installeren, beheren en onderhouden van het ondergrondse deel van bodemenergiesystemen bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel u.

BRL SIKB 11000, Beoordelingsrichtlijn Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 1.1, vastgesteld op 12 december 2013. De volgende werkgebieden, worden onderscheiden in BRL SIKB 11000:

1a. Ontwerpen op hoofdlijnen van open bodemenergiesystemen;

1b. Ontwerpen op hoofdlijnen van gesloten bodemenergiesystemen;

2a. Ontwerpen in detail van open bodemenergiesystemen;

2b. Ontwerpen in detail van gesloten bodemenergiesystemen;

3a. Installeren van open bodemenergiesystemen;

3b. Installeren van gesloten bodemenergiesystemen;

4a. Beheren en onderhouden van open bodemenergiesystemen;

4b. Beheren en onderhouden van gesloten bodemenergiesystemen

Protocol 11001, Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 1.1, vastgesteld op 12 december 2013.

22

Ontwerpen, installeren en beheren van het bovengrondse deel van bodemenergiesystemen bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel v.

BRL KBI 6000 Deel 00, Nationale beoordelingsrichtlijn voor het KOMO INSTAL certificaat voor Ontwerpen, Installeren en Beheren van Installaties, Algemeen deel, vastgesteld op 30 april 2013, met wijzigingsblad van 30 september 2013.

en

BRL 6000 Deel 21, Nationale beoordelingsrichtlijn voor het KOMO INSTAL certificaat voor Ontwerpen, Installeren en Beheren van Installaties, Bijzonder deel Ontwerpen, installeren en beheren van WKO-energiecentrales van bodemenergiesystemen, vastgesteld op 23 januari 2014

De volgende werkgebieden, worden onderscheiden in BRL KBI 6000-21:

1. Ontwerpen van energiecentrales van bodemenergiesystemen van woongebouwen en utiliteitsgebouwen (ontwerpen, groot);

2. Installeren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van woongebouwen en utiliteitsgebouwen (installeren, groot);

3. Beheren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van woongebouwen en utiliteitsgebouwen(beheren, groot);

4.Ontwerpen van energiecentrales van bodemenergiesystemen van individuele woningen (ontwerpen, klein);

5. Installeren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van individuele woningen (installeren, klein);

6. Beheren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van individuele woningen (beheren, klein).

ISSO-publicatie 39 Ontwerp, realisatie en beheer van een energiecentrale met warmte en koude opslag (WKO), vastgesteld op 22 november 2012.

ISSO-publicatie 44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen, vastgesteld op 5 november 1998.

ISSO-publicatie 47 Ontwerp hydraulische schakelingen voor koelen, vastgesteld op 17 maart 2005.

ISSO-publicatie 69 Model voor de beschrijving van de werking van een klimaatinstallatie, vastgesteld op 8 november 2002.

ISSO-publicatie 72

Ontwerpen van individuele en klein elektrische warmtepomp-systemen, vastgesteld op 25 augustus 2005.

ISSO-publicatie 76 Montage- en materiaalspecificaties voor warmwater-verwarmingsinstallaties, vastgesteld op 24 mei 2005.

ISSO-publicatie 80 Handboek integraal ontwerpen van collectieve installaties met warmtepompen in woningbouw, vastgesteld op18 januari 2007.

X Noot
1

De in de BRL/protocollen genoemde inzet van niet-geregistreerde monsternemers/veldwerkers mag alleen worden toegepast voor het opleiden van monsternemers/veldwerkers

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

TOELICHTING

Algemeen

1. Hoofdlijnen van het voorstel

De Regeling bodemkwaliteit (hierna: regeling) geeft een nadere, technische invulling van de regels van het Besluit bodemkwaliteit. Hierin staan onder andere de normen voor de wijze waarop de kwaliteit van bouwstoffen, grond en baggerspecie kan worden bepaald en hoe aan deze normen moet worden getoetst. Ook geeft de regeling nadere invulling aan de regels met betrekking tot de kwaliteitsborging in het bodembeheer, in de praktijk Kwalibo genoemd. Bepaalde werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door erkende personen of bedrijven (de erkenningsregeling). Deze werkzaamheden zijn in de regeling vastgelegd. Per werkzaamheid geeft de regeling aan volgens welke normdocumenten moet worden gewerkt. De normdocumenten, die terug te vinden zijn in diverse bijlagen bij de regeling, worden in samenspraak met bedrijfsleven (zowel uitvoerend als betalend) en overheid opgesteld. Normdocumenten zijn niet statisch. Het bedrijfsleven innoveert en veranderende inzichten leiden regelmatig tot de aanpassing van deze documenten. Een nadrukkelijke wens van het bedrijfsleven is dat de regeling op deze innovaties aansluit. Daarom wordt de regeling periodiek geactualiseerd.

De belangrijkste aanleiding voor de voorliggende wijziging van de regeling was de opname van geactualiseerde versies van een aantal normdocumenten in bijlage C bij de regeling. In categorie 3, 4, 5, 8, 9, 11, 12, 14, 18, 19 en 21 van bijlage C zijn zogenaamde interpretatiedocumenten verwerkt in de normdocumenten. Voorafgaand aan deze verwerking konden en moesten deze interpretatiedocumenten alleen worden gebruikt bij het privaatrechtelijke toezicht door de certificatie-instellingen. Zolang deze interpretatiedocumenten niet waren verwerkt in de bijbehorende normdocumenten die zijn opgenomen in bijlage C van de regeling, vielen ze niet onder de reikwijdte van het publiekrechtelijke toezicht. De beheerders van de normdocumenten hebben de interpretatiedocumenten inmiddels verwerkt in geactualiseerde normdocumenten. Met het opnemen van de geactualiseerde normdocumenten in bijlage C zijn de verwerkte interpretatiedocumenten daarmee ook onder de reikwijdte van het publieke toezicht gebracht.

Verder is van de gelegenheid gebruikgemaakt om een redactionele aanpassing door te voeren in de categorieën 21 en 22 van bijlage C betreffende bodemenergiesystemen. Op verzoek van de installatiebranche en in overleg met het College van Deskundigen en het Ministerie van Binnenlandse Zaken is in deze categorieën een duidelijker onderscheid aangebracht tussen het certificeringsvereiste voor energiecentrales van bodemenergiesystemen bij kleine, gesloten systemen bij individuele woningen en grotere, gesloten systemen bij woongebouwen en utiliteitsgebouwen. Ook zijn in bijlage C de juiste publicatiebladen opgenomen behorend bij BRL 6000-00 en BRL 6000-21.

Naast de bovenbeschreven actualisatie van normdocumenten was het nodig om de regeling aan te passen in verband met een uitspraak van de Raad van State1. Naar aanleiding van deze uitspraak was duidelijk geworden dat de reikwijdte van de werkzaamheid ‘mechanisch boren’ zoals opgenomen in artikel 2.1, onderdeel s, van de regeling niet voldoende overeenkwam met de omschrijving van de daarmee corresponderende werkzaamheid in BRL SIKB 2100 en het bijbehorende Protocol 2101, beide opgenomen in bijlage C. Met de aanpassing van artikel 2.1, onderdeel s, is de definitie van ‘mechanisch boren’ beperkt tot hetgeen daarover in het normdocument en het bijbehorende protocol is opgenomen. Daarmee is de gewenste duidelijkheid gegeven.

Ten slotte is een voetnoot van tabel 2 van bijlage B verwijderd. In deze bijlage zijn de achtergrondwaarden en maximale waarden voor grond en baggerspecie opgenomen, uitgedrukt in normwaarden. Achtergrondwaarden en maximale waarden bepalen de indeling in kwaliteitsklassen voor grond en baggerspecie. Tabel 2 bevat de normwaarden voor het toepassen en verspreiden van grond en baggerspecie in oppervlaktewaterlichamen en de normwaarden voor de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam waarop grond of baggerspecie kan worden toegepast. Deze voetnoot is destijds opgenomen in tabel 2 om te benadrukken dat de opgenomen achtergrondwaarden niet voor toepassingen op de landbodem gelden.

De markt interpreteerde deze voetnoot anders en meende dat de aangehaalde achtergrondwaarden bij beoordeling van de ontvangende bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam of het toepassen van grond op deze bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam buiten beschouwing gelaten konden worden. Echter uitgangspunt van de regeling is dat er indeling moet plaatsvinden in kwaliteitsklassen. Daarbij moet altijd zowel aan de achtergrondwaarde als aan de maximale waarden getoetst worden. Het buiten toepassing laten van achtergrondwaarden zou daarmee in strijd zijn. Om interpretatieverschillen hierover uit te sluiten is deze voetnoot verwijderd.

2. Uitvoering en handhaving

De verduidelijking dat de werkzaamheid ‘mechanisch boren’ getoetst dient te worden aan de omschrijving daarvan in het normdocument zelf heeft een positief effect op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. De overige wijzigingen hebben geen effect op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Innovaties en veranderde inzichten zijn door het bedrijfsleven doorgevoerd middels actualisering van normdocumenten. Met deze wijzigingsregeling zijn die geactualiseerde versies opgenomen in bijlage C.

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft deze wijzigingsregeling getoetst op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid (HUF-toets). In het kader hiervan heeft de ILT gewezen op een onduidelijkheid in de protocollen 1001 tot en met 1003 en BRL 2000. Het betreft het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor op grond van artikel 15 van het Besluit bodemkwaliteit erkenning van natuurlijke personen verplicht is. Op grond van artikel 15 is het wel toegestaan dat natuurlijke personen zonder erkenning werkzaamheden uitvoeren indien dat onder toezicht gebeurt in het kader van een opleiding ter verkrijgen van een erkenning. De protocollen 1001 tot en met 1003 en BRL 2000 zijn ruimer geformuleerd. Met de voetnoten in bijlage C is benadrukt de protocollen 1001 tot en met 1003 en BRL 2000 uitsluitend in lijn met artikel 15 Besluit bodemkwaliteit dienen te worden geïnterpreteerd.

3. Gevolgen

Deze wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven. De lasten die voortvloeien uit deze wijzigingsregeling, voegen niets toe aan de structurele administratieve lasten die in het kader van het Besluit bodemkwaliteit zijn berekend, waarop deze regeling is gebaseerd. De wijzigingsregeling beoogt enkel het verankeren van gewijzigde versies van normdocumenten. Voor decentrale overheden brengt de regeling evenmin lasten mee. Zij hebben geen formele taken met betrekking tot de erkenningsregeling. De ILT is belast met het toezicht op de naleving, en zo nodig handhaving, van de erkenningsregeling en het werken volgens normdocumenten.

4. Consultatie

Signalen over mogelijke uitvoeringsknelpunten of fouten in de teksten van zowel het Besluit bodemkwaliteit als de Regeling bodemkwaliteit komen binnen bij Bodem+, de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu ondergebracht bij Rijkswaterstaat. Bodem+ heeft de implementatie van het Besluit bodemkwaliteit sinds de inwerkingtreding in 2008 ondersteund. Vraagstukken die meer partijen aangaan worden besproken in landelijke werkgroepen, die in het kader van de implementatie van het Besluit bodemkwaliteit zijn ingesteld. In de werkgroepen zijn rijksoverheid, decentrale overheden en bedrijfsleven vertegenwoordigd. Deze werkgroepen zijn rechtstreeks betrokken geweest bij het oplossen van de gesignaleerde uitvoeringsknelpunten. De oplossingen worden in de vorm van een advies voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Op basis hiervan wordt een wijzigingsvoorstel, zoals deze wijzigingsregeling, opgesteld. Gezien de nauwe betrokkenheid van overheid en bedrijfsleven bij de totstandkoming van deze wijziging kon een aparte consultatieronde achterwege blijven.

Deze wijzigingsregeling en de daarin opgenomen gewijzigde normdocumenten bevatten geen wijzigingen van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG 1998, L 217).

5. Inwerkingtreding

Deze wijzigingsregeling treedt met ingang van 1 april 2014 in werking en daarmee op een vast verandermoment. Er wordt afgeweken van de minimale invoeringstermijn van twee maanden (Kamerstukken II 2006/07, 29 515, nr. 181 en 2008/09, 29 515 nr. 270). Dit is nodig omdat de gewijzigde normdocumenten in het privaatrechtelijke toezicht al worden toegepast door de certificatie-instellingen. De regeling sluit hierdoor niet meer volledig aan op de uitvoeringspraktijk. Met de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling is die aansluiting geborgd. Deze afwijking berust op de eerste afwijkingsgrond die betrekking heeft op voor- of nadelen van vertragingen of vervroegingen van invoering.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.


X Noot
1

Raad van State, 13 november 2013, 201302166/1/A4

Naar boven