De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming, de
artikelen 2, derde lid, en 3, tweede lid, en het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten
en centrale stemopneming, de artikelen 29, tweede lid, 41, tweede lid, en 46;
Besluit:
TOELICHTING
In deze regeling zijn enkele nadere regels gesteld aan de experimenten met een centrale
opzet van de stemopneming op gemeentelijk niveau. Voor een toelichting op de experimenten
wordt verwezen naar de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming
(Stb. 2013, 240)1 en het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming (Stb. 2013, 368). De volgende onderwerpen zijn in deze regeling nader geregeld:
-
1. Het vervoer van de stembus en het proces-verbaal van het stembureau.
-
2. De werkwijze van het gemeentelijk stembureau.
-
3. De schorsing van de zitting van het gemeentelijk stembureau.
-
4. De processen-verbaal van het stembureau en gemeentelijk stembureau.
Daarbij is rekening gehouden met het advies van de Kiesraad van 11 februari 2014 (kenmerk
2014-0000056578).
1. Het vervoer van de stembus en het proces-verbaal van het stembureau
Het proces-verbaal van het stembureau wordt samen met de sleutel van de betreffende
stembus bewaard in een enveloppe die wordt verzegeld door het stembureau.
Mede naar aanleiding van het advies van de Kiesraad, regelt artikel 3 dat de stembus
en de enveloppe (met daarin de sleutel van de stembus en het proces-verbaal van een
stembureau) separaat worden vervoerd en opgeslagen. Gescheiden vervoer vermindert
de risico’s.
Tevens is geregeld dat burgemeester en wethouders verantwoordelijk zijn voor het vervoer
van zowel de stembus als het proces-verbaal. Het staat gemeenten overigens vrij om
een lid van het stembureau te verzoeken het proces-verbaal over te brengen naar de
locatie voor de centrale stemopneming.
Om een veilig vervoer en opslag te waarborgen, is bovendien bepaald dat de stembus
en het proces-verbaal gedurende het vervoer onder toezicht staan. Burgemeester en
wethouders dragen er dus zorg voor dat de stembus en het proces-verbaal tijdens het
vervoer niet onbeheerd worden achtergelaten. Ook bij de opslag van de stembussen moet
voor toezicht worden gezorgd. Het proces-verbaal en de sleutel van de stembus moet
beveiligd worden opgeslagen. Dat kan bijvoorbeeld door opslag in een kluis van de
gemeente.
2. De werkwijze van het gemeentelijk stembureau
Een bepalende factor voor de organisatie van de centrale stemopneming is de werkwijze
van het gemeentelijk stembureau. Op grond van artikel 20, zevende lid, van het Experimentenbesluit
wijst het college van burgemeester en wethouders ‘een geschikte locatie’ aan voor
de stemopneming, waarbij de transparantie en controleerbaarheid van de stemopneming
het uitgangspunt is. Het gemeentelijk stembureau is verantwoordelijk voor de stemopneming.
De stemopneming door het gemeentelijk stembureau moet ordelijk en overzichtelijk verlopen.
Met het oog hierop zijn burgemeester en wethouders er tevens voor verantwoordelijk
dat het gemeentelijk stembureau beschikt over de faciliteiten hiervoor, bijvoorbeeld
over tafels die geschikt zijn om de stembiljetten op te tellen. Daarnaast moeten burgemeester
en wethouders de locatie van de stemopneming zo indelen, dat de leden van het gemeentelijk
stembureau en de tellers die het stembureau bijstaan niet gehinderd kunnen worden
bij hun werkzaamheden. Daarvoor moet op de tellocatie helder zijn waar bezoekers mogen
verblijven die de stemopneming willen waarnemen, en welke ruimte uitsluitend is bestemd
ten behoeve van de stemopneming. Het gemeentelijk stembureau dient in te grijpen als
op dit punt de orde wordt verstoord.
Als er binnen de centrale locatie in afzonderlijke ruimtes wordt geteld dan moet altijd
minimaal één lid van het gemeentelijk stembureau in iedere ruimte aanwezig zijn. Deze
voorwaarde is opgenomen in artikel 5 van deze regeling. De reden hiervoor is dat de
toezichthoudende rol van het gemeentelijk stembureau bij het tellen gewaarborgd moet
zijn. Het gemeentelijk stembureau is immers verantwoordelijk voor de stemopneming.
Om dezelfde reden is in artikel 6 vastgelegd dat een teller (die geen lid is van het
gemeentelijk stembureau) in geen geval zelfstandig kan handelen wanneer (1) er twijfel
is over de geldigheid van een stem of (2) hij van oordeel is dat een stem ongeldig
is. In elk geval in deze situaties wordt de stem nadrukkelijk ter beoordeling voorgelegd
aan een of meer leden van het gemeentelijk stembureau. Daarmee wordt voorkomen dat
– buiten het toezicht van het gemeentelijk stembureau om – stemmen ongeldig worden
verklaard of besluiten worden genomen over stemmen waarbij twijfel bestaat over de
geldigheid ervan.
De Kiesraad heeft in zijn advies aandacht gevraagd voor de vraag hoe de uitkomst van
de telling wordt vastgelegd als er gebruik wordt gemaakt van meerdere tellocaties
van het gemeentelijk stembureau en wie daarvoor verantwoordelijk is. In dergelijke
situatie verspreiden de leden van het gemeentelijk stembureau zich over de locaties
van de stemopneming, waarbij op elke locatie ten minste vijf leden beschikbaar zijn.2 Burgemeester en wethouders besluiten uiterlijk de zevende dag voor de stemming op
welke locatie de stemopneming voor ieder stembureau plaatsvindt.3
Nadat voor de stembureaus de stemopneming is afgerond, stelt het gemeentelijk stembureau
zo spoedig mogelijk in een openbare zitting voor de gemeente de uitkomst van de verkiezing
vast.4 De leden van het gemeentelijk stembureau voegen zich daarvoor bij elkaar en ondertekenen
gezamenlijk het proces-verbaal dat zij hiervoor hebben opgemaakt. Het is aan burgemeester
en wethouders om de locatie aan te wijzen voor de zitting tot het vaststellen van
de uitkomst voor de gemeente.5
3. De schorsing van de zitting van het gemeentelijk stembureau
Op grond van het Experimentenbesluit, artikel 29, worden enkele regels gesteld over
de eventuele schorsing van de zitting van het gemeentelijk stembureau. Deze regels
zijn in belangrijke mate ontleend aan de schorsingsregels voor het stembureau als
bedoeld in hoofdstuk J, paragraaf 4, van het Kiesbesluit.
De schorsing wordt niet alleen bekendgemaakt door een kennisgeving te bevestigen aan
de deur van de locatie waar de stemopneming plaatsvindt. Deze wordt ook op elektronische
wijze bekendgemaakt. Op de website van de gemeente zal doorgaans worden vermeld dat
de zitting van het gemeentelijk stembureau is geschorst, en waar en wanneer de zitting
wordt hervat.
De stembussen – met daarin alle stembescheiden – worden in bewaring gegeven bij de
burgemeester. Separaat wordt in een verzegelde enveloppe de sleutel van de stembus
bewaard en het proces-verbaal van het daarbij behorende stembureau.
4. De processen-verbaal van het stembureau en gemeentelijk stembureau
In de bijlage van deze regeling wordt voor het stembureau een nieuw proces-verbaal
vastgesteld. Het proces-verbaal is ontleend aan model N 10-1 van de Kiesregeling,
met dien verstande dat de telling zich beperkt tot op lijstniveau.
Het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau richt zich op de telling op kandidaatsniveau.
Verder maakt het gemeentelijk stembureau een verslag van de bezwaren die zijn gemaakt
bij de stembureaus in de gemeente.
De Kiesraad heeft in zijn advies enkele redactionele opmerkingen gemaakt over de processen-verbaal
van het stembureau en gemeentelijk stembureau. Deze adviezen zijn overgenomen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk.