Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 27 februari 2014, nr. MinBuza-2014.8271, houdende wijziging van de Sanctieregeling Iran 2012

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EU) nr. 42/2014 van 20 januari 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (Pb L 15);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 1, tweede lid, van de Sanctieregeling Iran 2012 komt als volgt te luiden:

  • 2. Een verbod als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 6, artikel 7, eerste lid, artikel 10, artikel 10 quater, artikel 10 septies, artikel 11, derde en vierde lid, artikel 12, artikel 13, derde lid, artikel 14, artikel 14 bis, tweede lid, artikel 15, derde lid, artikel 15 bis, derde lid, artikel 15 ter, tweede lid, artikel 15 quater, artikel 19, eerste lid, artikel 20, artikel 21, artikel 24 tot en met artikel 28 bis, artikel 28 ter, artikel 29, eerste en tweede lid, artikel 30, tweede lid, artikel 35, tweede en derde lid, artikel 37 ter, tweede en derde lid, of artikel 43 bis, eerste en tweede lid, van Verordening (EU) nr. 267/2012 van toepassing is.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans.

TOELICHTING

De onderhavige wijziging van artikel 1, tweede lid, van de Sanctieregeling Iran 2012 strekt tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 42/2014 van 20 januari 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (Pb L 15).

Enkele beperkende maatregelen jegens Iran zijn opgeschort als gevolg van de bereikte overeenstemming over het actieplan van China, Frankrijk, Duitsland, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten met Iran. In dit actieplan wordt de lange termijnoplossing geschetst voor de Iraanse nucleaire kwestie. In ruil voor de eerste vrijwillige maatregelen door Iran schort de Europese Unie de volgende beperkende maatregelen op voor de duur van zes maanden:

  • het verbod op het aanbieden van verzekeringen en herverzekeringen en het vervoeren van Iraanse ruwe olie;

  • het verbod op het invoeren, aanschaffen of vervoeren van Iraanse petrochemische producten en op de verstrekking van daarmee verband houdende diensten;

  • het verbod op de handel in goud en edele metalen met de regering van Iran, haar overheidsinstanties en de centrale bank van Iran, of met namens hen optredende personen en entiteiten; en

  • het verbod op het ter beschikking stellen aan Iraanse personen of entiteiten van schepen die zijn ontworpen voor het vervoer of de opslag van olie en petrochemische producten.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website

www.rijksoverheid.nl/sancties.

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans.

Naar boven