Besluit mandaat, volmacht en machtiging voor het Centraal Planbureau 2014

De directeur van het Centraal Planbureau,

Gelet op artikel 17 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2012;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de directeur:

de directeur van het Centraal Planbureau;

b. de onderdirecteuren:

de onderdirecteuren van het Centraal Planbureau;

c. de sectorhoofden:

de hoofden van een sector van het Centraal Planbureau;

d. de afdelingshoofden:

de hoofden van een afdeling van het Centaal Planbureau;

e. de projectleiders:

de projectleiders van het Centraal Planbureau;

f. de directiesecretaris:

de directiesecretaris van het Centraal Planbureau;

g. de adjunct directiesecretaris:

de adjunct directiesecretaris van het Centraal Planbureau;

h. de personeelsfunctionaris:

de personeelsfunctionaris van het Centraal Planbureau;

i. de medewerker Bibliotheek:

de medewerker Bibliotheek van het Centraal Planbureau;

j. het bedrag:

het bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW).

Paragraaf 2. Taakverdeling

Artikel 2

Aan de directeur is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke handeling, betreffende:

  • a. onderwerpen die een of meer sectoren of een of meer afdelingen van zijn dienstonderdeel raken;

  • b. personeelsaangelegenheden, met uitzondering van de in artikelen 3 en 4 genoemde aangelegenheden;

  • c. aangelegenheden:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een sectorhoofd of afdelingshoofd aan de directeur ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur door een ander sectorhoofd of afdelingshoofd moeten worden behandeld.

Artikel 3

  • 1. Aan de onderdirecteuren wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein.

  • 2. Aan de onderdirecteuren wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het afhandelen van verzoeken ten aanzien van het gebruik van de eigen auto voor het maken van dienstreizen;

    • e. het accorderen van P-direkt aanvragen;

    • f. het afhandelen van verzoeken voor het bezoeken van seminars en congressen in binnen- en buitenland;

    • g. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 4

Aan de sectorhoofden en de afdelingshoofden wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

  • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

  • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

  • c. het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

  • d. het afhandelen van verzoeken ten aanzien van het gebruik van de eigen auto voor het maken van dienstreizen;

  • e. het accorderen van P-direkt aanvragen;

  • f. het afhandelen van verzoeken voor het bezoeken van seminars en congressen in binnen- en buitenland;

  • g. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 5

Aan de sectorhoofden, de afdelingshoofden, de projectleiders, de directiesecretaris, de adjunct directiesecretaris, de medewerker bibliotheek en de personeelsfunctionaris wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

Paragraaf 3. Vervanging

Artikel 6

  • 1. De uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden van een sectorhoofd gaan in geval van zijn afwezigheid over op een ander sectorhoofd.

  • 2. De uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden van het hoofd Informatie Technologie & Onderzoeksondersteuning gaan in geval van zijn afwezigheid over op de personeelsfunctionaris.

  • 3. De uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden van de personeelsfunctionaris gaan in geval van zijn afwezigheid over op het hoofd Informatie Technologie & Onderzoeksondersteuning.

  • 4. De uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden van het hoofd Facilitaire Dienst gaan in geval van zijn afwezigheid over op de medewerker Bibliotheek.

  • 5. De uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden van de medewerker Bibliotheek gaan in geval van zijn afwezigheid over op het hoofd Facilitaire Dienst.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 7

Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de secretaris-generaal, de directeur Wetgeving en Juridische Zaken, de directeur Financieel-Economische Zaken, de directeur Bedrijfsvoering, de directeur van de Auditdienst Rijk, de Algemene Rekenkamer en aan degenen, aan wie krachtens dit besluit mandaat, volmacht en machtiging is verleend.

Artikel 8

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging voor het Centraal Planbureau 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging voor het Centraal Planbureau 2014.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 maart 2014

L.B.J. van Geest directeur van het Centraal Planbureau

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van uitgifte van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

Naar boven