Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 24 februari 2014, nummer 468893, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (honderdenvierentwintigste wijziging)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 3.109, achtste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3.49 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 februari 2014

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven.

TOELICHTING

Sinds 1 januari 2013 krijgt een asielzoeker die een aanvraag indient in Aanmeldcentrum Schiphol feitelijk een rust- en voorbereidingstermijn als bedoeld in artikel 3.109, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000. Met onderhavige wijziging komt de algehele uitzondering van de rust- en voorbereidingstermijn bij aanvragen die worden behandeld in Aanmeldcentrum Schiphol te vervallen. Hiermee wordt de uitvoeringspraktijk geformaliseerd.

De mogelijkheid om de zaak voor verdere behandeling door te sturen naar de verlengde asielprocedure zonder dat in het Aanmeldcentrum een nader gehoor is afgenomen indien in verband met relevante individuele aspecten geen zorgvuldige beslissing in het Aanmeldcentrum kon worden genomen, komt eveneens te vervallen. Nu ook in het Aanmeldcentrum op de Luchthaven Schiphol een rust- en voorbereidingstermijn van zes dagen, als bedoeld in artikel 3.109, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 geldt, komt de noodzaak hieraan te ontvallen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven.

Naar boven