Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 18 februari 2014, nummer WBV 2014/4, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Hoofdstuk A6 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt te luiden:

6. Registratie en identificatie

6.1. Het Protocol Identificatie en Labeling

De identificatie en registratie van de vreemdeling met behulp van biometrische gegevens (de afname van vingerafdrukken en een gezichtsopname) geschiedt door de ketenpartners, die belast zijn met de uitvoering van het vreemdelingenbeleid en de handhaving van de vreemdelingenwet- en regelgeving en aanverwante wet- en regelgeving, op de wijze als voorgeschreven in het Protocol Identificatie en Labeling.

B

Paragraaf B1/3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

3 Aanvraagprocedures

3.1 Biometrische gegevens

Op grond van artikel 106a, eerste lid, Vw neemt de IND tien digitale vingerafdrukken af en maakt een gezichtopname van de vreemdeling van zes jaar en ouder voor het vaststellen of verifiëren van de identiteit bij:

  • een aanvraag tot het verlenen, verlengen van de geldigheidsduur of het wijzigen van de beperking van een verblijfvergunning regulier voor bepaalde tijd;

  • een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd; en

  • een aanvraag tot het vervangen of vernieuwen van het verblijfsdocument om redenen als genoemd in artikel 4.22 Vb.

De Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in het land van herkomst of bestendig verblijf neemt tien digitale vingerafdrukken af en scant de door de vreemdeling ingeleverde pasfoto als de vreemdeling een mvv aanvraag indient of de referent in Nederland ten behoeve van de vreemdeling een mvv aanvraag indient.

De bevoegdheid in artikel 106a, eerste lid, Vw geldt niet voor vreemdelingen als bedoeld in artikel 106a, vierde lid, Vw juncto artikel 8.27Vb.

3.2 Aanvraag tot erkenning als referent

De aanvrager dient de aanvraag tot erkenning als referent in bij een door de IND opgegeven postadres met een door de IND vastgesteld formulier dat bij de IND te verkrijgen is.

De aanvrager moet binnen een termijn van acht weken nadat de IND daarom verzoekt een VOG overleggen. De IND verlengt deze termijn als sprake is van bijzondere omstandigheden. Zie verder B1/3.3.1.2 Vc.

3.3 TEV-procedure
3.3.1 Begin van de TEV-procedure

De TEV-procedure vangt aan door:

  • indiening van een mvv-aanvraag door de vreemdeling bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in het land van herkomst of het land van bestendig verblijf; of

  • indiening van een mvv-aanvraag door de in Nederland verblijvende referent bij de IND in Nederland.

In aanvulling op artikel 2s, eerste lid, Vw geldt dat als de vreemdeling en de referent beiden in het buitenland verblijven, de vreemdeling de mvv-aanvraag indient. De referent toont dan aan dat hij ná binnenkomst in Nederland zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan.

De vreemdeling dient de mvv-aanvraag in met het daarvoor vereiste aanvraagformulier, dat bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in het land van herkomst of bestendig verblijf is te verkrijgen.

De IND maakt op haar website kenbaar waar de referent de mvv-aanvraag moet indienen. De referent dient de mvv-aanvraag in met het bij de IND te verkrijgen daarvoor vereiste aanvraagformulier.

Bestendig verblijf

De IND neemt aan dat sprake is van bestendig verblijf als de vreemdeling op het moment van indienen van de mvv-aanvraag of het toetsmoment:

  • verblijft in een land op basis van een verblijfsvergunning met een geldigheidsduur van drie maanden of meer;

  • in het land waar hij verblijft, gerechtigd is de uitkomst van een aanvraag voor verblijf (aldaar) af te wachten; of

  • verblijft in een land waar hij een verblijfsprocedure heeft doorlopen, waarvan de uitkomst in rechte onaantastbaar is geworden en er een juridisch beletsel bestaat tegen uitzetting.

De IND neemt uitsluitend genoegen met een termijn korter dan drie maanden als er geen sprake is van het omzeilen van de mvv-procedure of oneigenlijk gebruik daarvan.

De IND neemt in ieder geval geen bestendig verblijf aan als de vreemdeling in een land verblijft op grond van een visum voor kort verblijf.

Afwachten van de mvv-aanvraag in het buitenland

De IND wijst de aanvraag voor een mvv af als de vreemdeling:

De IND wijst de aanvraag voor een mvv niet af omdat de vreemdeling op grond van artikel 8, aanhef en onder i, Vw rechtmatig in Nederland verblijft, als uit de duur en het doel van dit verblijf blijkt dat de vreemdeling niet in Nederland verblijft met het oogmerk de TEV-procedure te omzeilen.

3.3.2 Aanvraagprocedure mvv door de vreemdeling

De Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging vraagt de vreemdeling:

  • bij de indiening van de mvv-aanvraag de voor de mvv-aanvraag gevraagde gegevens en bescheiden te verstrekken;

  • bij de indiening van de mvv-aanvraag zijn identiteit en nationaliteit aan te tonen; en

  • binnen drie weken na ontvangst van een daartoe strekkende kennisgeving van de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging de voor de mvv-aanvraag verschuldigde leges te betalen, in die gevallen dat de referent de leges niet betaalt.

De vreemdeling van zes jaar en ouder moet tien digitale vingerafdrukken af laten nemen en een pasfoto inleveren bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging voor het vaststellen van zijn identiteit (artikel 106a, eerste lid, Vw junctis artikel 54 Vw en artikel 1.31 Vb).

De Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging geeft de vreemdeling die in gebreke blijft nog één keer een termijn van vier weken na kennisgeving om de mvv-aanvraag aan te vullen met de in de kennisgeving genoemde ontbrekende gegevens en bescheiden.

De IND stelt de referent van de vreemdeling (als deze bekend is) schriftelijk in de gelegenheid:

  • a. binnen twee weken na kennisgeving de mvv-aanvraag aan te vullen met de in de kennisgeving genoemde gegevens en bescheiden; en

  • b. binnen drie weken de leges te betalen, in het geval de vreemdeling heeft aangegeven dat de referent de leges betaalt.

In geval van een inwilliging machtigt de IND de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging om een mvv af te geven en stelt de IND de referent hiervan in kennis. De vreemdeling moet zijn document voor grensoverschrijding naar de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging meebrengen, zodat de mvv-sticker in dat document kan worden aangebracht.

3.3.3 Aanvraagprocedure mvv door de referent in Nederland

De referent moet bij de indiening van de aanvraag alle daarvoor benodigde gegevens verstrekken en op grond van artikel 2 l Vw de verschuldigde leges betalen. Wanneer de referent in gebreke is, stelt de IND hem één keer in de gelegenheid om binnen twee weken na kennisgeving alsnog de gevraagde gegevens over te leggen en de leges te betalen.

Als wordt voldaan aan de toelatingsvoorwaarden voor het betreffende verblijfsdoel, machtigt de IND onder voorbehoud de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging om de mvv af te geven en stelt de IND de referent hiervan in kennis. Dit voorbehoud houdt in:

  • dat nader onderzoek de authenticiteit van de originele buitenlandse bewijsmiddelen betreffende de staat van personen en van het document voor grensoverschrijding van de vreemdeling bevestigt;

  • dat de vreemdeling voor het vaststellen van zijn identiteit tien digitale vingerafdrukken heeft laten afnemen en een pasfoto heeft ingeleverd (artikel 106a, eerste lid, Vw junctis artikel 54 Vw en artikel 1.31 Vb); en

  • dat zich geen feiten of omstandigheden voordoen die zich tegen de afgifte van de mvv verzetten.

Uitsluitend als is voldaan aan deze voorwaarden gaat de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging over tot afgifte van de mvv.

3.3.4 Afgifte mvv en inreis in Nederland

De vreemdeling moet binnen drie maanden:

  • a. na de kennisgeving op de mvv-aanvraag in persoon verschijnen bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in zijn land van herkomst of bestendig verblijf voor de vaststelling van zijn identiteit en afgifte van de mvv; en

  • b. na de datum van de afgifte van de mvv Nederland inreizen.

De vreemdeling of diens referent moet een nieuwe mvv-aanvraag indienen als:

  • de vreemdeling later dan drie maanden na de dagtekening van de kennisgeving aan de referent in persoon verschijnt bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging om zijn mvv af te halen;

  • de vreemdeling later dan drie maanden na datum van afgifte van de mvv Nederland inreist (niet binnen de geldigheidsduur van de afgegeven mvv); of

  • de vreemdeling na indiening van de mvv-aanvraag maar voor afgifte van de verblijfsvergunning zijn verblijfsdoel wil wijzigen.

3.3.5 Ambtshalve verlening verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd

De IND verleent de verblijfsvergunning ambtshalve door uitreiking van het verblijfsdocument aan de vreemdeling in persoon.

Ook als niet meer aan de vereiste voorwaarden wordt voldaan als gevolg van een verandering van het beleid in de periode tussen de aanvraag van de mvv en de afgifte van de verblijfsvergunning verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ambtshalve aan de vreemdeling.

3.3.5.1 Uitzondering in geval van nareis

De IND merkt de datum van het verlenen van de verblijfsvergunning asiel aan de in Nederland verblijvende referent van de vreemdeling aan als de startdatum van de nareistermijn van drie maanden. De IND beschouwt de aanvraag tot het verlenen van een (onverplichte) mvv die het familie- of gezinslid binnen drie maanden na het verlenen van de verblijfsvergunning asiel van de in Nederland verblijvende vreemdeling indient als een tijdig verzoek om nareis.

3.3.5.2 Geen ambtshalve verlening verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd

De IND verleent in ieder geval geen ambtshalve verblijfsvergunning in de volgende situaties:

  • de vreemdeling reist in met een mvv waarvan de geldigheidsduur is verstreken (geen geldige mvv);

  • de geldigheidsduur van de mvv is verlopen op het moment waarop de vreemdeling zich bij de IND meldt;

  • de mvv is ingetrokken;

  • de mvv is door de Kmar aan de grens geannuleerd; of

  • de vreemdeling wil verblijf in Nederland voor een ander doel dan het doel waarvoor de mvv is afgegeven.

Bij intrekking van de mvv terwijl de vreemdeling nog in het buitenland verblijft, machtigt de IND de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging de mvv in te trekken, nadat de vreemdeling conform artikel 4:7 Awb in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze uit te brengen.

3.3.5.3. Ingangsdatum ambtshalve verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd

In aanvulling op artikel 3.57, eerste lid, Vb en op grond van artikel 3.57, tweede lid, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning met ingang van de dag, die in het mvv-aanvraagformulier is opgegeven als de dag waarop de vreemdeling Nederland zal inreizen, als deze datum binnen de geldigheidsduur van de afgegeven mvv valt.

3.4 Overige aanvraagprocedures voor een verblijfsvergunning regulier
3.4.1 Algemene bepalingen
3.4.1.1. De aanvraag

De herhaalde aanvraag

De IND merkt in het kader van artikel 4:6 Awb enkel feiten en omstandigheden als nieuw aan die:

  • op het moment waarop de eerste aanvraag werd afgewezen niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn; en

  • aanleiding geven tot heroverweging van de eerste aanvraag.

Verzoek om heroverweging

De IND beschouwt een verzoek om heroverweging van een in rechte onaantastbaar geworden beschikking als een aanvraag die niet is ingediend overeenkomstig de formele vereisten voor de indiening van een aanvraag.

De IND stelt de vreemdeling in de gelegenheid om aan de formele vereisten te voldoen.

Meer verblijfdoelen

De IND beoordeelt slechts één verblijfsbeperking per aanvraag.

3.4.1.2 Vereisten voor de indiening van de aanvraag

Plaats van indiening aanvraag

Op grond van artikel 3.101 Vb worden de volgende aanvragen ingediend bij de IND:

  • de aanvraag tot het verlenen, verlengen van de geldigheidsduur of het wijzigen van de beperking van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd;

  • de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd; en

  • de aanvraag tot het vervangen of vernieuwen van het verblijfsdocument om redenen als genoemd in artikel 4.22 Vb.

De aanvrager dient de aanvraag in bij een door de IND opgegeven postadres of IND-loket dat de IND via zijn website of het aanvraagformulier kenbaar maakt. De IND maakt op zijn website of op het aanvraagformulier eveneens kenbaar op welke wijze de aanvrager de leges moet betalen. De aanvrager dient de aanvraag in met het vereiste formulier, dat bij de IND verkrijgbaar is.

Uitzondering voor het indienen van de aanvraag bij de IND

De vreemdeling moet de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor slachtoffers en getuige-aangevers van mensenhandel indienen bij de politie van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

Leges

De IND eist dat de vreemdeling bij een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, als bedoeld in artikel 3.99, tweede lid, aanhef en onder a, Vb de verschuldigde leges per kas of per elektronische betaling ter plekke aan het IND-loket voldoet.

Indiening door een wettelijk vertegenwoordiger

De IND merkt als wettelijke vertegenwoordiger, bedoeld in artikel 23 Vw juncto artikel 3.99 Vb aan:

  • de ouder;

  • de voogd; of

  • de curator.

Als degene die een aanvraag indient namens een minderjarig kind niet aantoont diens wettelijke vertegenwoordiger te zijn, geeft de IND een termijn van drie maanden na kennisgeving om dat gebrek te herstellen. Het herstellen van het gebrek geschiedt door:

  • een voogdijvoorziening in Nederland; of

  • door de ondertekening van de aanvraag namens het kind door de wettelijke vertegenwoordiger van het kind die zich in het land van herkomst bevindt.

De IND stelt de aanvraag buiten behandeling als:

  • het kind voor wie de aanvraag is ingediend jonger is dan 12 jaar; en

  • de wettelijke vertegenwoordiging na afloop van genoemde termijn van drie maanden niet is aangetoond.

De IND stelt de aanvraag niet buiten behandeling als de aanvraag is ondertekend door een vreemdeling van 12 jaar of ouder.

3.4.1.3 Herstel verzuim

Als de aanvraag niet voldoet aan de vereisten om deze in behandeling te kunnen nemen, dan geeft de IND de aanvrager op grond van artikel 4:5, eerste lid, Awb een termijn van twee weken na kennisgeving om dit verzuim te herstellen. De IND schort in dit geval de beslistermijn op met ingang van de dag waarop de IND de aanvrager in de gelegenheid heeft gesteld de aanvraag aan te vullen tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

In afwijking hiervan geeft de IND de aanvrager:

  • een termijn van drie maanden na kennisgeving als de wettelijke vertegenwoordiging van een minderjarig kind niet is aangetoond (zie ook 3.3.1.2 bij indiening door een wettelijk vertegenwoordiger);

  • een termijn van vier weken na kennisgeving als de vreemdeling niet meteen een geldig document van grensoverschrijding over kan leggen;

  • een termijn van het tijdsverloop dat gemoeid is met de handeling van kas- of elektronische betaling, als sprake is van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, als bedoeld in artikel 3.99, tweede lid, aanhef en onder a, Vb en de vreemdeling het verschuldigde legesbedrag niet ter plekke per kas of per elektronische betaling heeft voldaan.

De IND geeft geen herstel verzuim als de IND van tevoren vaststelt dat de vreemdeling ook overigens niet voldoet aan één of meer voorwaarden van het beoogde verblijfsdoel.

De IND verlengt de in de kennisgeving genoemde termijn om de aanvraag aan te vullen als sprake is van bijzondere omstandigheden.

3.4.1.4 Beslistermijn

Aanvragen van een erkende referent

De IND streeft ernaar om binnen een termijn van twee weken na ontvangst te beslissen op een door een erkende referent ingediende aanvraag met het oog op afgifte van een mvv of op een aanvraag tot het verlenen, verlengen van de geldigheidsduur of wijziging van de beperking van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd.

De IND beslist niet binnen twee weken op voornoemde aanvragen als sprake is van één van de volgende gevallen:

  • de aanvraag is niet op de voorgeschreven wijze en voorzien van de benodigde gegevens ingediend;

  • een nader onderzoek is vereist;

  • het betreft een aanvraag voor een verblijfsvergunning waarvoor een TWV is vereist; of

  • de aanvraag wordt niet aan de hand van de eigen verklaringen van de erkende referent beoordeeld, maar aan de hand van de onderliggende gegevens.

3.4.1.5 Bekendmaking van de beschikking

De IND verzendt geen beschikking in de volgende gevallen:

  • de vreemdeling zit in vreemdelingenbewaring. De grondslag van de inbewaringstelling moet worden gewijzigd en beide beschikkingen worden tegelijkertijd aan de vreemdeling uitgereikt;

  • de vreemdeling wordt ongewenst verklaard. Zie A4/3.4;

  • tegen de vreemdeling wordt een inreisverbod met de rechtsgevolgen van artikel 66a, zevende lid, Vw uitgevaardigd. Zie A4/2.4.2;

  • de aanvraag wordt in eerste aanleg afgewezen en de vreemdeling mag de beslissing op het bezwaarschrift niet in Nederland afwachten en er wordt een vrijheidsbeperkende of vrijheidontnemende maatregel opgelegd.

3.4.1.6 Intrekking van de aanvraag

De vreemdeling kan alleen met een model M53 zijn aanvraag om een verblijfsvergunning intrekken als hij in bewaring is gesteld.

3.4.2 Specifieke bepalingen over een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd

Identificatie vreemdeling

De vreemdeling moet een gezichtopname laten maken en tien digitale vingerafdrukken laten afnemen door de IND voor het vaststellen van zijn identiteit (artikel 3.102a Vb).

De IND wijst de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd af als de identiteit en/of nationaliteit van de vreemdeling niet vaststaan.

Verblijfssticker

De IND verstrekt de sticker ‘Verblijfsaantekening algemeen’ (bijlage 7g VV):

  • aan de vreemdeling als bewijs van het feit dat hij een aanvraag tot verlenen, verlenging of wijziging van de verblijfsvergunning heeft ingediend; en

  • voor één maand korter dan de geldigheidsduur van het document voor grensoverschrijding van de vreemdeling met een maximum van zes maanden.

De IND verstrekt de verblijfsaantekening ‘Gemeenschapsonderdaan’ aan het familielid van de onderdaan van de EU/EER of van Zwitserland die zelf niet de nationaliteit heeft van deze lidstaten.

Uitreiking verblijfsdocument

De IND reikt het verblijfsdocument uit:

  • aan de vreemdeling in persoon;

  • bij minderjarigheid in het bijzijn van de wettelijk vertegenwoordiger; en

  • bij wijziging van de beperking of vernieuwing van het verblijfsdocument tegen inlevering van het oude verblijfsdocument, tenzij sprake is van verlies of diefstal van het oude verblijfsdocument.

De korpschef reikt het verblijfsdocument uit als de vreemdeling slachtoffer is van dreigend eergerelateerd geweld.

Afgifte documenten en schriftelijke verklaringen bedoeld in artikel 9 Vw

De IND verstrekt een document of schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9 Vw.

Op de regel zijn de volgende uitzonderingen van toepassing:

  • de vreemdeling wordt in de gelegenheid gesteld aangifte te doen van een overtreding van artikel 273 f WvSr (mensenhandel). De korpschef verstrekt een document of schriftelijke verklaring.

  • uitzetting van de vreemdeling moet achterwege blijven op grond van artikel 64 Vw vanwege de gezondheidstoestand van de vreemdeling of die van zijn gezinsleden. Het gestelde in A4/7.3 is van toepassing.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 2014.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 februari 2014

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze: de Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder.

TOELICHTING

Algemeen

Met de onderhavige wijziging wordt de Vreemdelingencirculaire 2000 aangepast ter uitvoering van de Wet van 11 december 2013 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de uitbreiding van het gebruik van biometrische kenmerken in de vreemdelingenketen in verband met het verbeteren van de identiteitsvaststelling van de vreemdeling (Stb. 2014, nr. 2).

Zoals in de toelichting bij voornoemde wet is neergelegd, strekt deze wet ertoe de betrouwbaarheid van de identiteitsvaststelling in de vreemdelingenketen te optimaliseren . De wet voorziet in de bevoegdheid om van vrijwel alle vreemdelingen en in alle processen binnen de vreemdelingenketen vingerafdrukken af te nemen en een gezichtsopname te maken voor de vaststelling en verificatie van de identiteit van de vreemdeling. Deze kenmerken worden afgenomen voor zover Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische kenmerken , bedoeld in artikel 1 Vw, niet van toepassing zijn. De afgenomen biometrische kenmerken zullen vervolgens centraal worden opgeslagen en door alle ketenpartners in de vreemdelingenketen kunnen worden gebruikt.

Artikelsgewijs

B

In artikel 106a, eerste lid, Vw is de bevoegdheid opgenomen om tien vingerafdrukken af te nemen en een gezichtsopname te maken en deze biometrische kenmerken te verwerken voor de identiteitsvaststelling in het kader van de uitvoering van de Vw. Deze bevoegdheid is toegekend aan de Minister van Veiligheid en Justitie, de ambtenaren belast met de grensbewaking, de ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen en de Minister van Buitenlandse Zaken. De ketenpartners die de identiteit kunnen vaststellen zijn de IND, de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging, de Koninklijke Marechaussee, de vreemdelingenpolitie en de zeehavenpolitie.

De bevoegdheid van artikel 106a, eerste lid, Vw geldt niet ten aanzien van de vreemdeling die onderdaan is van de Europese Unie of van de EER of van Zwitserland en diens familieleden. De eerdergenoemde bevoegdheid geldt ook niet ten aanzien van vreemdelingen die nog niet de leeftijd van zes jaar hebben bereikt en vreemdelingen van wie het afnemen van alle vingerafdrukken blijvend fysiek onmogelijk is.

Bij aanvragen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd worden met het oog op de vaststelling van de identiteit van de vreemdeling reeds biometrische gegevens afgenomen. In deze paragraaf is geregeld in welke gevallen de IND gebruik maakt van eerdergenoemde bevoegdheid van artikel 106 a, eerste lid, Vw, in reguliere verblijfsprocedures.

Dit betekent dat de IND van alle vreemdelingen van 6 jaar en ouder, die een aanvraag voor een reguliere verblijfsvergunning indienen, digitale afdrukken van alle tien de vingers afneemt en een gezichtsopname maakt, tenzij:

  • het afnemen van alle tien de vingerafdrukken blijvend fysiek onmogelijk is;

  • de vreemdeling onderdaan is van de Europese Unie of van de EER of van Zwitserland of een familielid is van een onderdaan van de Europese Unie of van de EER of van Zwitserland.

De afgenomen vingerafdrukken worden vergeleken met de vingerafdrukken in de vreemdelingenadministratie (de BVV). Als blijkt dat het gaat om een eerste identiteitsvaststelling, worden de biometrische gegevens in het biometrieregister van de BVV opgeslagen. Na de identificatie en registratie van de vreemdeling in de BVV bij het eerste contact van de vreemdeling in de Vreemdelingenketen, kan bij opvolgende contacten de identiteit van de vreemdeling worden geverifieerd door vingerafdrukken van de vreemdeling te vergelijken tegen het vreemdelingendocument. Als deze verificatie niet slaagt, zal een vergelijking tegen de BVV plaatsvinden.

In de Toelating- en Verblijfprocedure (TEV-procedure), die wordt gestart met de indiening van een mvv aanvraag, stelt de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging de identiteit van de vreemdeling vast. Met het oog op de vaststelling van de identiteit neemt de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging bij een aldaar door de vreemdeling ingediende mvv aanvraag van alle tien de vingers van de vreemdeling digitale afdrukken af en scant een door de vreemdeling ingeleverde pasfoto. Bij een door de referent in Nederland ingediende aanvraag geschiedt de afname van de biometrische gegevens als de vreemdeling na een positieve beoordeling van de aanvraag, zijn mvv in persoon gaat ophalen bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze: de Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder.

Naar boven