Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 5 februari 2014, nr. CZW 2014-0000069442, tot wijziging van de Regeling minimumbijdrage verhuis- en inrichtingskosten bij renovatie (wijziging minimumbijdrage 2014)

De Minister voor Wonen en Rijksdienst;

Gelet op de artikelen 220 lid 6 en 275 lid 4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 1 van de Regeling minimumbijdrage verhuis- en inrichtingskosten bij renovatie wordt ‘€ 5.658’ vervangen door: € 5.799.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 februari 2014

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok.

TOELICHTING

In de artikelen 220, zesde lid, en 275, vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald dat de verhuurder verplicht is aan de huurder bij een noodzakelijke verhuizing als gevolg van renovatie of sloop een minimumbijdrage in de verhuis- en inrichtingskosten te verstrekken. Het in de Regeling minimumbijdrage verhuis- en inrichtingskosten bij renovatie vastgestelde bedrag dient jaarlijks voor 1 maart gewijzigd te worden voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft. Met deze regeling is daaraan uitvoering gegeven.

In 2013 bedroeg de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek 2,5 procent. Dit betekent dat het bedrag van € 5.658 verhoogd is met € 141, waardoor het bedrag wordt vastgesteld op € 5.799.

Er is afgeweken van het systeem van vaste verandermomenten omdat deze jaarlijkse wijziging verplicht voortvloeit uit de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en voor 1 maart 2013 moet plaatsvinden.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok.

Naar boven