Besluit van de directeur-generaal Rijkswaterstaat van 19 februari 2014, met kenmerk RWS-2014/328 houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging inzake luchthavens (Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat inzake luchthavens 2014)

De directeur-generaal Rijkswaterstaat,

Gelet op artikel 23, tweede lid, van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012 en artikel 5 van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Bereikbaarheid Infrastructuur en Milieu 2012;

Besluit:

Artikel 1: Bevoegdheden RWS Programma’s, Projecten en Onderhoud

De in artikel 5, eerste lid, onderdelen b en c, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Bereikbaarheid Infrastructuur en Milieu 2012 aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat verleende bevoegdheden worden eveneens gemandateerd aan:

  • a. de hoofdingenieur-directeur van RWS Programma’s, Projecten en Onderhoud;

  • b. de directeur Productie en Projectmanagement van RWS Programma’s, Projecten en Onderhoud;

  • c. de portfoliomanager Project Gevelisolatie binnen RWS Programma’s, Projecten en Onderhoud;

  • d. de projectmanager Project Gevelisolatie binnen RWS Programma’s, Projecten en Onderhoud.

Artikel 2: Bevoegdheden RWS Corporate Dienst

De in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Bereikbaarheid Infrastructuur en Milieu 2012 aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat verleende bevoegdheden worden eveneens gemandateerd aan:

  • a. de algemeen directeur van RWS Corporate Dienst;

  • b. de directeur Communicatie Personeel en Recht van RWS Corporate Dienst;

  • c. de afdelingshoofden van BJV Projectadvisering en BJV Publiekrecht van RWS Corporate Dienst.

Artikel 3: Bevoegdheden RWS West-Nederland Noord

De in artikel 5, eerste lid, onderdelen d en e, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Bereikbaarheid Infrastructuur en Milieu 2012 aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat verleende bevoegdheden worden eveneens verleend aan:

  • a. de hoofdingenieur-directeur van RWS West-Nederland Noord;

  • b. de directeur Bedrijfsvoering van RWS West-Nederland Noord;

  • c. het afdelingshoofd Werkenpakket van RWS West-Nederland Noord.

Artikel 4: Verlening volmacht en machtiging

De in artikel 5, tweede lid, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Bereikbaarheid Infrastructuur en Milieu 2012 aan de directeur-generaal verleende volmacht en machtiging worden eveneens verleend aan de functionarissen genoemd in de artikelen 1 tot en met 3 van dit besluit.

Artikel 5: Bevoegdheid bij afwezigheid

  • 1. Bij afwezigheid van de directeur-generaal Rijkswaterstaat is bevoegd de plaatsvervangend directeur-generaal of de chief financial officer.

  • 2. Artikel 10 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat alleen functionarissen binnen de organisatieonderdelen, zoals genoemd in de artikelen 1 tot en met 3, bevoegd zijn.

Artikel 6: Grensbedragen

De grensbedragen, genoemd in artikel 11 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013, zijn voor de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in dit besluit welke financiële gevolgen hebben of kunnen hebben, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7: Voorbehouden, beperkingen en instructies

De voorbehouden, beperkingen en instructies, bedoeld in de artikelen 12 en 13 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8: Slotbepalingen

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging RWS in DGTL-zaken 2008 en de daarop gebaseerde besluiten worden ingetrokken.

Artikel 9: Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de in dit besluit genoemde functionarissen.

Den Haag, 19 februari 2014

De directeur-generaal Rijkswaterstaat, J.H. Dronkers.

Mededeling

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan door belanghebbenden tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekend gemaakt een bezwaarschrift worden ingediend bij de directeur-generaal Rijkswaterstaat, t.a.v. Rijkswaterstaat Corporate Dienst, BJV Expertise en RWS advocaten, Postbus 2232, 3500 GE, Utrecht.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. datum en nummer of kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt; en

  • d. de opgave van de redenen waarom de indiener zich niet met het besluit kan verenigen.

TOELICHTING

Onderhavig besluit regelt het ondermandaat binnen Rijkswaterstaat voor zover het bevoegdheden zijn die in het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Bereikbaarheid Infrastructuur en Milieu 2012 aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat zijn gemandateerd. Het betreft bevoegdheden die verband houden met de luchthavens Schiphol, Eelde, Lelystad, Maastricht en Rotterdam. De bevoegdheden genoemd in artikel 1 hebben betrekking op gevelisolatie en de bevoegdheden genoemd in artikel 2 hebben betrekking op verzoeken tot nadeelcompensatie dan wel planschade. Hierbij zij opgemerkt dat het mandaatbesluit geen bevoegdheden inhoudt ten aanzien van planschade en nadeelcompensatie wat betreft de uitbreiding van de luchthaven Schiphol. Deze bevoegdheden zijn voorbehouden aan het Schadeschap Schiphol. Artikel 3 ziet op andere bevoegdheden dan schadevergoeding in het kader van de luchthaven Schiphol. Aanleiding voor dit nieuwe besluit zijn de organisatorische veranderingen binnen Rijkswaterstaat, waardoor bevoegdheden elders worden belegd.

De directeur-generaal Rijkswaterstaat, J.H. Dronkers.

Naar boven