Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 februari 2014, kenmerk 177903-111961-PG, houdende regels voor het verstrekken van een bijzondere uitkering aan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor de publieke gezondheidszorg (Tijdelijke regeling publieke gezondheidszorg Caribisch Nederland)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 68g van de Wet publieke gezondheid;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van de uitvoering van de taken op het terrein van de publieke gezondheidszorg, bedoeld in de Wet publieke gezondheid, is voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor de periode 2014 tot 2020 een meerjarige bijzondere uitkering vastgesteld volgens de volgende verdeling per afzonderlijk jaar: Bonaire $ 292.708, St. Eustatius $ 438.822 en Saba $ 233.994.

  • 2. De bedragen, bedoeld in het eerste lid, worden jaarlijks in twee termijnen, respectievelijk in januari en in juli van het betreffende jaar, betaald.

Artikel 2

De openbare lichamen vermelden via de jaarrekening, bedoeld in artikel 31 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, in het overzicht verantwoordingsinformatie bijzondere uitkering, bedoeld in artikel 21, derde lid, onder c, van het Besluit begroting en verantwoording openbare lichamen BES, welk bedrag is besteed aan de uitvoering van de taken op het terrein van de publieke gezondheidszorg, bedoeld in de Wet publieke gezondheid.

Artikel 3

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan de gelden, bedoeld in artikel 1, over de periode 2014 tot 2020, terugvorderen voor zover deze gelden niet zijn besteed aan de uitvoering van de taken op het terrein van publieke gezondheid, bedoeld in de Wet publieke gezondheid.

Artikel 4

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2020, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de uitkeringen die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling publieke gezondheidszorg Caribisch Nederland.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Inleiding

Op grond van artikel 68g van de Wet publieke gezondheid kan bij regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba een bijzondere uitkering worden verstrekt voor de uitvoering van de taken in het kader van de publieke gezondheid. Met deze regeling wordt hieraan uitvoering gegeven voor een periode van zes jaar.

Op dit moment is de gewenste structuur voor een toereikende uitvoering van taken in het kader van de publieke gezondheid nog niet geheel aanwezig. De inschatting is dat er in ieder geval een periode van zes jaar nodig is om de nieuwe wettelijke taken van de bestuurscolleges op een bestendige manier te organiseren. Na afloop van die periode is het de bedoeling deze gelden over te hevelen naar de vrije uitkering voor de openbare lichamen.

Omvang bedrag en verdelingssystematiek

De hoogte van de bijzondere uitkering bedraagt voor alle drie de eilanden tezamen $ 965.523 per jaar voor een periode van zes jaar. Dit bedrag is mede gebaseerd op de uitgaven aan publieke gezondheid, inclusief de jeugdgezondheidszorg en de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland. Dit is minus de kosten voor de vaccins van $ 94.970. De kosten hiervan zijn voor rekening van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Bij de verdeelsystematiek over elk van de eilanden is rekening gehouden met verschillen die zijn ontstaan tussen de eilanden als gevolg van keuzes bij de transitie in 2010. Vanaf 2010 is namelijk voor Bonaire een bedrag van $ 689.345 beschikbaar gebleven in de vrije uitkering voor taken op het terrein van de publieke gezondheid. Voor de twee andere eilanden Saba en Sint Eustatius zijn deze middelen verwijderd, met als reden dat de GGD-taak (overwegend) via Europees Nederland zou worden uitgevoerd.

Als basis voor de toedeling van de extra beschikbare middelen is daarom eerst gekeken naar de bedragen die op alle drie de eilanden in 2009 beschikbaar waren voor publieke gezondheidszorg. Dit was voor Bonaire $ 689.345, voor Sint Eustatius $ 289.533 en voor Saba $ 102.533. Sint Eustatius en Saba worden via deze regeling gecompenseerd ter hoogte van het bedrag dat zij in 2009 voor publieke gezondheid in de vrije uitkering beschikbaar hadden, respectievelijk $ 289.533 en $ 102.533. Deze blijft Nederland financieren.

Daarnaast wordt een extra bedrag toegevoegd van $ 676.010 bestemd voor alle drie de eilanden om het niveau van publieke gezondheidszorg te verhogen. Dit bedrag wordt via een verdeelsleutel van de helft vast en de helft naar inwoneraantal verdeeld over de drie eilanden. Van deze bedragen zijn de vaccinkosten die Nederland maakt voor elk van de eilanden afgetrokken1, respectievelijk $ 72.536 voor Bonaire, $ 14.321 voor Sint Eustatius en $ 8.112 voor Saba. Dit alles betekent dat Bonaire een bedrag van $ 292.708 uit de bijzondere uitkering krijgt. Bij de berekening van de hoogte van dit bedrag is ervan uitgegaan dat de taken voor de publieke gezondheid die het eiland Bonaire nu uit de vrije uitkering bekostigt, ook in de toekomst uit de vrije uitkering blijft bekostigen. Sint Eustatus krijgt een bedrag van $ 438.822 en Saba een bedrag van $ 233.994

Informatieverstrekking via de jaarrekening en terugvordering

De verantwoording van de bijzondere uitkering is in de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba niet wettelijk geregeld. Teneinde de administratieve lasten op de eilanden zo laag mogelijk te houden, zijn in de ministerraad afspraken gemaakt over de verantwoording van bijzondere uitkeringen. De jaarrekening die de openbare lichamen jaarlijks opstellen en waarover accountants-controle plaatsvindt, dient als uitgangspunt te worden genomen. Conform artikel 21, derde lid, onder c, van het Besluit begroting en verantwoording openbare lichamen BES wordt het besteed bedrag door het openbaar lichaam jaarlijks opgenomen in een paragraaf bij de jaarrekening. Met behulp van deze informatie worden de betreffende ministeries in staat gesteld zich te verantwoorden aan beide Kamers der Staten-Generaal. Hierdoor worden aparte informatie- en controlestromen voorkomen. In de onderhavige regeling wordt aangesloten bij deze systematiek.

Om de openbare lichamen optimale flexibiliteit te bieden met hun beleidsinspanningen mag de in een bepaald jaar niet of niet volledig bestede bijzondere uitkering worden besteed in de jaren daarop volgend binnen de periode van zes jaar. In de jaarrekening dienen de openbare lichamen onder meer een opgave te verstrekken van de rechtmatig gemaakte kosten in het betreffende uitvoeringsjaar en aan te geven welk bedrag ze wensen te reserveren voor het volgende uitvoeringsjaar. De niet aan het doel van deze regeling bestede middelen kunnen na afloop van de periode van 6 jaar worden teruggevorderd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Uitgaande van de vaccinkosten zoals berekend in het PAHO revolving fund

Naar boven