Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 10 februari 2014, nr. IENM/BSK-2013/212639 tot wijziging en intrekking van diverse ministeriële regelingen ten behoeve van wetstechnische aanpassingen en actualiseringen voor zover betrekking hebbend op Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEG 1997, L 59) en op Richtlijn 2000/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers en houdende wijziging van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad (PbEG 2000, L173)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEG 1997, L 59), op Richtlijn 2000/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers en houdende wijziging van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad (PbEG 2000, 173) en op de artikelen 4, derde lid, 5, derde en vierde lid, en 6, derde lid, van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging motoren voor mobiele machines;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

besluit:

Besluit typekeuring luchtverontreiniging motoren voor mobiele machines;

binnenschip:

binnenschip als bedoeld in artikel 2 van richtlijn 97/68;

categorie:

categorie als bedoeld in artikel 9 van richtlijn 97/68.

B

In artikel 1a wordt ‘voor de toepassing van artikel 1, onderdelen b tot en met j’ vervangen door: voor de toepassing van deze regeling.

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

De keuring, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van het besluit wordt verricht met inachtneming van richtlijn 97/68.

D

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

Het verbod, bedoeld in artikel 3 van het besluit, is niet van toepassing:

  • a. tot en met 30 september 2014 op motoren categorie R. Indien de motor is geproduceerd voor 30 september 2014 is het verbod, bedoeld in artikel 3 van het besluit, niet van toepassing tot en met 30 september 2016;

  • b. tot en met 31 december 2014 op motoren categorie P, indien de motor is geproduceerd voor 31 december 2011;

  • c. tot en met 31 december 2015 op motoren categorie Q, indien de motor is geproduceerd voor 31 december 2013.

E

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

  • 1. Een typegoedkeuring voor een motor met compressieontsteking als bedoeld in artikel 9 van richtlijn 97/68 wordt geweigerd indien de motor niet voldoet aan de eisen, bedoeld in richtlijn 97/68, waaronder in ieder geval worden verstaan de grenswaarden, bedoeld in artikel 9 van die richtlijn in samenhang met bijlage I bij die richtlijn.

  • 2. Een typegoedkeuring voor een motor met elektrische ontsteking als bedoeld in artikel 9bis van richtlijn 97/68 wordt geweigerd indien de motor niet voldoet aan de eisen, bedoeld in richtlijn 97/68, waaronder in ieder geval worden verstaan de grenswaarden, bedoeld in artikel 9bis van die richtlijn in samenhang met bijlage I bij die richtlijn.

  • 3. Voor de toepassing van het eerste lid voldoet een hulpmotor van binnenschepen met een vermogen van meer dan 560 kW aan dezelfde eisen als voortstuwingsmotoren.

  • 4. In afwijking van het eerste lid wordt voor een ruilmotor, niet zijnde een ruilmotor voor een motortreinstel, locomotief of binnenschip, een typegoedkeuring verleend, indien de motor voldoet aan de grenswaarden die ingevolge richtlijn 97/68 golden op het moment dat de te vervangen motor in de handel werd gebracht.

  • 5. In afwijking van het eerste lid wordt voor een ruilmotor voor een motortreinstel of locomotief die niet aan de grenswaarden voldoet een typegoedkeuring verleend, indien:

    • a. in ieder geval:

      • 1°. de ruilmotor voldoet aan de fase IIIA-norm;

      • 2°. de ruilmotor dient ter vervanging van een motor voor een motortreinstel of locomotief die niet aan de fase III A-norm voldoet, of aan de fase III A-norm voldoet, maar niet voldoet aan de fase III B-norm, en

      • 3°. het gebruik van een ruilmotor die voldoet aan de eisen van de meest recente toepasselijke emissiefase in het motortreinstel of de locomotief gepaard zal gaan met aanzienlijke technische moeilijkheden, of

    • b. in ieder geval:

      • 1°. de ruilmotor dient ter vervanging van een motor voor een motortreinstel zonder besturing dat niet in staat is zelfstandig te bewegen, en

      • 2°. de ruilmotor ten minste voldoet aan een norm die niet minder streng is dan de norm waaraan motoren die gemonteerd zijn in bestaande motortreinstellen van hetzelfde type voldoen, en

      • 3°. het gebruik van een ruilmotor die voldoet aan de eisen van de meest recente toepasselijke emissiefase in het motortreinstel of de locomotief gepaard zal gaan met aanzienlijke technische moeilijkheden.

F

Na artikel 5 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

Een typegoedkeuring die voor één fase van emissiegrenswaarden wordt verleend, loopt af met ingang van de verplichte tenuitvoerlegging van de grenswaarden van de volgende fase.

Artikel 5b

Indien een motortype of motorfamilie voor de uiterste datum, bedoeld in de artikelen 4 en 5, in samenhang met richtlijn 97/68, aan de emissiegrenswaarden voldoet, mag op het etiket worden aangegeven dat de motoren voor de vastgestelde data aan de emissiegrenswaarden voldoen.

G

Artikel 6, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. zorgt ervoor dat maatregelen en procedures als bedoeld in bijlage I, deel 5, voorschriften 8.3.2.4, 8.4.4, 8.4.7.2, 8.5.3, bij richtlijn 97/68 en aanhangsel 1, voorschrift 2.4.6.1 van richtlijn 97/68 voorzien in een effectieve controle, opdat de geproduceerde motoren overeenstemmen met het goedgekeurde type;.

H

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid vervalt ‘en trekkers’.

2. In het vierde lid, onderdeel a, vervalt ‘of trekkers’.

I

In artikel 8, derde lid, vervalt ‘of trekker’.

J

Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging motoren voor mobiele machines.

ARTIKEL II

Artikel 1, onderdeel r, van de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen vervalt en onderdeel s wordt geletterd tot onderdeel r.

ARTIKEL III

De Regeling indienststelling spoorvoertuigen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt het begrip richtlijn 2004/26 en de bijbehorende begripsomschrijving vervangen door:

richtlijn 97/68/EG:

Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEG 1997, L 59);.

B

In artikel 1.5 van bijlage 3 wordt ‘richtlijn 2004/26’ vervangen door: richtlijn 97/68/EG.

ARTIKEL IV

De Bijlage bij de artikelen 1 en 2 van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf 1, onder 5, wordt als volgt gewijzigd:

a. in de tweede en derde alinea wordt ‘het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines’ telkens vervangen door: het Besluit typekeuring luchtverontreiniging motoren voor mobiele machines;

b. in de derde alinea wordt ‘richtlijn 2004/26 EG1)’ vervangen door: richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEG 1997, L 59); en

c. in de laatste alinea wordt ‘het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines’ vervangen door: de Regeling voertuigen in samenhang met richtlijn 2000/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers en houdende wijziging van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad (PbEG 2000, L 173).

2. In paragraaf 1, onder 7, wordt ‘Verordening (EG) nr. 1147/2008’ vervangen door: Verordening (EG) nr. 1147/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 31 oktober 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-verdrag, wat betreft deel III.10 van bijlage I (PbEU 2008, L 313).

3. In paragraaf 2, B5090, onderdeel a, onder 1, wordt ‘Richtlijn nr. 2004/26/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 tot wijziging van richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU 2004, L 225)’ vervangen door: Richtlijn nr. 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEG 1997, L 59).

4. De voetnoten vervallen.

ARTIKEL V

In het Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995 wordt in artikel 8a.07 ‘2004/26/EG’ telkens vervangen door: 97/68/EG.

ARTIKEL VI

De volgende ministeriële regelingen worden ingetrokken:

1. de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 5 juli 2012, nr. IenM/BSK-2012/128257, tot wijziging van de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines, en

2. de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 17 november 2010, nr. DGM/K&L2010028237, tot wijziging van de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines.

ARTIKEL VII

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag dat het Besluit van 31 januari 2014 tot wijziging van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines, in verband met de implementatie van Richtlijn 2012/46/EU van de Commissie van 6 december 2012 tot wijziging van Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU 2012, L 353) en in verband met enkele correcties in de implementatie van Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEG 1998, L 59) en Richtlijn 2000/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers en houdende wijziging van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad (PbEG 2000, L 173) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

TOELICHTING

Algemeen

Met het Besluit van 31 januari 2014 tot wijziging van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines, in verband met de implementatie van Richtlijn 2012/46/EU van de Commissie van 6 december 2012 tot wijziging van Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU 2012, L 353) en in verband met enkele correcties in de implementatie van Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEG 1998, L 59) en Richtlijn 2000/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers en houdende wijziging van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad (PbEG 2000, L 173) (hierna: wijzigingsbesluit) is in het Besluit typekeuring luchtverontreiniging motoren voor mobiele machines1 (hierna: Btlm) onder meer een aantal onvolkomenheden in de implementatie van Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEG 1997, L 59) (hierna: richtlijn 97/68/EG) hersteld en is ten behoeve van de leesbaarheid van dat besluit een aantal wetstechnische wijzigingen doorgevoerd. Tevens zijn in verband met doublure met de Regeling voertuigen de bepalingen houdende de implementatie van Richtlijn 2000/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers en houdende wijziging van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad (PbEG 2000, 173) (hierna: richtlijn 2000/25/EG) geschrapt.

In de voorliggende regeling worden om dezelfde redenen wijzigingen doorgevoerd op het niveau van ministeriële regeling. De wijzigingen zijn wetstechnisch van aard en er zijn in Nederland geen fabrikanten van motoren die onder richtlijn 97/68/EG vallen. De regeling heeft dan ook geen financiële gevolgen (voor de administratieve lasten) of gevolgen voor de regeldruk.

Bij het opstellen van deze wijzigingsregeling zijn het Openbaar Ministerie en de Inspectie Leefomgeving en Transport betrokken. Daarnaast is deze regeling naar aanleiding van de op grond van artikel 11 van de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer voorgeschreven procedure voorgelegd aan de Dienst Wegverkeer.

Deze regeling hangt nauw samen met het wijzigingsbesluit en treedt dan ook tegelijkertijd met het wijzigingsbesluit in werking. Aangezien ten behoeve van de inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake de aanpak van administratieve lasten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309), is dit ook bij de inwerkingtreding van de onderhavige regeling het geval. Dit is toegestaan indien er sprake is van Europese of internationale regelgeving. Dat is hier het geval, omdat de regeling ziet op de correcte implementatie van de richtlijnen 97/68/EG en 2000/25/EG.

Artikelgewijze toelichting

Artikel I

Met dit artikel is de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (hierna: RuBm)2 gewijzigd.

Onderdeel A

In artikel 1 van de RuBm is een aantal begrippen vervallen, omdat deze begrippen behoorden bij artikel 5 van de RuBm (oud). Artikel 5 van de RuBm (oud) is uitgewerkt en met deze regeling geschrapt.

Nieuw zijn de begrippen ‘binnenschip’ en ‘categorie’.

Het begrip binnenschip is samen met de artikelen waarin het begrip werd toegepast in het RuBm overgenomen uit het Btlm (oud)3. Ten behoeve van de leesbaarheid zijn alle bepaling inzake emissiegrenswaarden namelijk in de RuBm geplaatst.

Het begrip ‘categorie’ is opgenomen om met name artikel 4 (nieuw) van de RuBm makkelijker leesbaar te maken.

Onderdeel B

De dynamische verwijzing naar richtlijn 97/68/EG in artikel 1a van de RuBm (oud) zag op een aantal door deze regeling geschrapte begripsbepalingen. De dynamische verwijzing is verbreed naar de hele regeling, overeenkomstig artikel 11 van het Btlm.

Onderdelen C, D (deels), G (deels), H en I

Net als in het Btlm stonden in de RuBm bepalingen ter implementatie van richtlijn 2000/25/EG. Met het wijzigingsbesluit zijn de bepalingen over motoren voor trekkers in het Btlm vervallen in verband met doublure met de Regeling voertuigen. Hetzelfde geldt voor de bepalingen ter implementatie van de richtlijn 2000/25/EG in de RuBm: in verband met doublure met de Regeling voertuigen zijn de bepalingen ter implementatie van richtlijn 2000/25/EG geschrapt. De regelgeving op grond van de Wegenverkeerswet 1994 wordt met deze regeling niet gewijzigd. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit.

Artikel in de RuBm voorafgaand aan inwerkingtreding van deze regeling, voor zover het de implementatie van richtlijn 2000/25/EG betrof

Nu

Artikel 2

Artikelen 4b en 22 en verder van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met Regeling voertuigen.

Artikel 3

Vervallen. De procedure voor de verlening van typegoedkeuring voor voertuigen, bedoeld in richtlijn 2000/25/EG is vastgesteld in richtlijn 2003/37/EG. Richtlijn 2003/37/EG is geïmplementeerd in de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de Regeling voertuigen.

Artikel 4

Artikelen 21, eerste lid, in samenhang met artikelen 3.1, 3.4 en 3.6 van de Regeling voertuigen.

Artikel 6, onderdeel b

Vervallen (betrof niet de implementatie van richtlijn 2000/25/EG, maar van richtlijn 97/68/EG).

Artikel 7

Vervallen. De procedure voor de verlening van typegoedkeuring voor voertuigen, bedoeld in richtlijn 2000/25/EG is vastgesteld in richtlijn 2003/37/EG. Richtlijn 2003/37/EG is geïmplementeerd in de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de Regeling voertuigen.

Artikel 8

Vervallen (betrof niet de implementatie van richtlijn 2000/25/EG, maar van richtlijn 97/68/EG).

Onderdelen D en E

Ingevolge richtlijn 97/68/EG mogen motoren voor mobiele machines die niet aan de voorschriften van die richtlijn voldoen niet in de handel worden gebracht. Dit is geregeld in artikel 3 van het Btlm.

Daarnaast wordt ingevolge richtlijn 97/68/EG voor motoren voor mobiele machines die niet aan de voorschriften van de richtlijn voldoen geen typekeuring verleend. Dit is geregeld in artikel 5, tweede en derde lid, van het Btlm, in samenhang met de RuBm (met name artikel 5, eerste en tweede lid).

Op het handelsverbod en op de regel inzake het weigeren van typegoedkeuring zijn uitzonderingen geformuleerd. Deze waren onder meer in artikel 4 en 5 van de RuBm (oud) opgenomen. In deze artikelen stonden echter uitgewerkte bepalingen, doublures en omissies. In de onderdelen D en E zijn deze bepalingen daarom opnieuw geordend.

In artikel 4 van de RuBm (nieuw) zijn de tijdelijke uitzonderingen op het handelsverbod opgenomen. De vaste uitzonderingen op het handelsverbod staan in artikel 4, eerste en tweede lid, van het Btlm. Een ministeriële regeling biedt meer flexibiliteit. Wanneer de tijdelijke uitzonderingen zijn uitgewerkt, kan de RuBm worden geactualiseerd. Dit komt de leesbaarheid ten goede.

In artikel 5, vierde en vijfde lid, van de RuBm (nieuw) zijn de uitzonderingen opgenomen die betrekking hebben op ruilmotoren. Deze zijn niet opgenomen in het Btlm, omdat bij ruilmotoren niet zozeer sprake van een uitzondering op het verbod van artikel 3 van het Btlm, maar van afwijkende emissiegrenswaarden. In hoofdstuk 3 van het algemeen deel van de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit is reeds aangegeven, dat ten behoeve van de leesbaarheid alle bepaling inzake emissiegrenswaarden in RuBm zijn opgenomen.

Daarnaast zijn in zowel artikel 4 als in artikel 5 van de RuBm (nieuw) bepalingen uit het Btlm (oud) overgenomen, omdat het emissiegrenswaarden betreft. Het gaat om de volgende bepalingen:

  • In artikel 5, vierde en vijfde lid, van de RuBm (nieuw) inzake ruilmotoren (artikel 10, leden 1bis en 1ter, van richtlijn 97/68/EG), is artikel 4, vijfde en zesde lid, van het Btlm (oud) opgenomen;

  • In artikel 5, derde lid, inzake hulpmotoren van binnenschepen met een vermogen van meer dan 560 kW (artikel 7bis, vijfde lid, van richtlijn 97/68/EG) is artikel 10, tiende lid, van het Btlm (oud) opgenomen;

  • In artikel 4, onderdelen a tot en met c, inzake uitstel van het handelsverbod voor reeds geproduceerde motoren (artikel 9, lid 4bis, van richtlijn 97/68/EG) is artikel 10, vijftiende lid, van het Btlm (oud) opgenomen.

Onderdeel F

In dit onderdeel zijn in de RuBm twee nieuwe artikelen opgenomen. In de artikelen 5a en 5b van de RuBm is artikel 9, lid 4bis, laatste alinea, en lid 4ter, van richtlijn 97/68/EG in nationaal recht omgezet.

Onderdeel G (deels)

In artikel 6 van het RuBm (oud) was een aantal verplichtingen die in bijlage I bij richtlijn 97/68/EG zijn opgenomen moeilijk terug te vinden. Dat is hersteld door artikel 6, onderdeel b, te wijzigen.

Onderdeel J

Wegens het vervallen van de artikelen inzake motoren voor trekkers in de Regeling uitvoering Besluit luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines is de citeertitel aangepast. De citeertitel van het Btlm is met het wijzigingsbesluit ook aangepast.

Artikel II

In de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen is de begripsbepaling ‘richtlijn 97/68/EG’ vervallen, omdat dit begrip nog op een subsidieprogramma zag dat inmiddels niet meer bestaat.

Artikel III, IV en V

In deze artikelen zijn in de Regeling indienststelling spoorvoertuigen, het

Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995 en de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 verwijzingen aangepast en andere wetstechnische wijzigingen doorgevoerd.

Verwijzingen naar richtlijn 2000/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot wijziging van Richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige-verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (hierna: richtlijn 2000/26/EG) zijn veranderd in verwijzingen naar richtlijn 97/68/EG, omdat richtlijn 2000/26/EG een wijziging van richtlijn 97/68/EG betreft. Verwijzingen naar de oude citeertitel van het Btlm zijn veranderd in verwijzingen naar de nieuwe citeertitel of, indien het om trekkers gaat, in verwijzingen naar de Regeling voertuigen.

Artikel VI

De twee in artikel VI genoemde wijzigingsregelingen zijn ingetrokken omdat deze regelingen inmiddels zijn uitgewerkt.

Artikel VII

In verband met de samenhang tussen het wijzigingsbesluit en deze regeling, treedt deze regeling tegelijk met het wijzigingsbesluit in werking.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Voorafgaand aan de inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit had het Besluit typekeuring luchtverontreiniging motoren voor mobiele machines een andere citeertitel, namelijk het ‘Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines’. Ten behoeve van de leesbaarheid is in deze toelichting geen onderscheid gemaakt tussen de oude en nieuwe citeertitel.

X Noot
2

Met deze regeling krijgt het RuBm een andere citeertitel, namelijk ‘Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging motoren voor mobiele machines’ (zie toelichting op artikel I, onderdeel L). Ten behoeve van de leesbaarheid is in deze toelichting geen onderscheid gemaakt tussen de oude en nieuwe citeertitel.

X Noot
3

Artikel 4, derde en vierde lid, van het RuBm is overgenomen uit de artikelen 4, zesde lid, en 10, tiende lid, van het Btlm (oud).

Naar boven