Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 6 februari 2014, nummer WBV 2014/1, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/10 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

10. Het asielbeleid ten aanzien van Congo DRC (Democratische Republiek Congo)

10.1 Besluitmoratorium

Er geldt voor Congo DRC geen besluit in de zin van artikel 43, aanhef en onder a, Vw.

10.2 Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

10.3 Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
10.3.1 Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND beschouwt Congo DRC niet als land waarin sprake is van groepsvervolging.

10.3.2 Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND heeft met betrekking tot Congo DRC geen risicogroepen aangewezen.

10.4 Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM
10.4.1 Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

In Congo DRC is uitsluitend sprake van een uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc in:

  • de provincies Noord- en Zuid-Kivu;

  • de regio’s Haut- en Bas-Uélé.

Voor vreemdelingen van Congolese nationaliteit, afkomstig uit de provincies Noord- en Zuid-Kivu en de regio’s Haut-en Bas Uélé, is een vestigingsalternatief aanwezig in Kinshasa, indien de vrees een gevolg is van de uitzonderlijke situatie als bedoeld in artikel 15c van de richtlijn 2004/83/EG (zie verder paragraaf C7/10.5.2 Vc).

10.4.2 Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

In Congo DRC is geen sprake van systematische blootstelling aan een behandeling in strijd met artikel 3 EVRM.

10.4.3 Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

De IND heeft met betrekking tot DRC geen kwetsbare minderheidsgroepen aangewezen.

10.5 Bescherming
10.5.1 Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc

De IND acht het in ieder geval voor de volgende categorieën niet aannemelijk dat het voor de vreemdeling mogelijk is de bescherming te verkrijgen van de autoriteiten of internationale organisaties:

  • homoseksuelen, lesbiënnes, biseksuelen en transseksuelen (LHBT);

  • vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor (seksuele) geweldpleging.

10.5.2 Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

De IND neemt voor Congo DRC geen vlucht- of vestigingsalternatief aan, indien de IND heeft geconcludeerd dat de vreemdeling op basis van de vreemdeling zelf betreffende omstandigheden een gegronde vrees voor vervolging heeft.

De IND neemt voor Congo DRC een vestigingsalternatief aan in Kinshasa voor de vreemdeling afkomstig uit een gebied waarvan in paragraaf C7/10.4.1 is vermeld dat sprake is van een uitzonderlijke situatie, indien de vrees van de vreemdeling niet gebaseerd is op de vreemdeling zelf betreffende omstandigheden, maar alleen een gevolg is van de uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc.

10.6 Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

In Congo DRC is adequate opvang in de zin van paragraaf B8/6 Vc.

10.7 Vertrekmoratorium

Er geldt voor Congo DRC geen besluit in de zin van artikel 45, vierde lid, Vw.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 6 februari 2014

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, De Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder

TOELICHTING

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft op 13 februari 2014 het besluit- en vertrekmoratorium voor vreemdelingen die behoren tot de bevolkingsgroep Tutsi uit de gebieden in het oosten van de Democratische Republiek Congo (Noord- en Zuid-Kivu en de regio's Haut- en Bas-Uélé) beëindigd. Dit besluit is op dezelfde dag als dit WBV in de Staatscourant gepubliceerd.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft dit besluit per brief van 21 januari 2014 bekendgemaakt aan de Voorzitter van de Tweede Kamer.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, De Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder

Naar boven